Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 24-11-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:5280, 15/01438
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 24-11-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:5280, 15/01438
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 24 november 2016
- Datum publicatie
- 9 maart 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2016:5280
- Zaaknummer
- 15/01438
Inhoudsindicatie
Ontvankelijkheid bezwaren tegen aanslag en tegen boete. Inspecteur maakt verzending naheffingsaanslag en boetebeschikking niet aannemelijk.
Uitspraak
Team belastingrecht
Enkelvoudige Belastingkamer
Kenmerk: 15/01438
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 3 november 2015, nummer BRE 15/1652 in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur,
betreffende na te melden naheffingsaanslag en boetebeschikking.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is onder aanslagnummer [aanslagnummer] een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen opgelegd ten bedrage van € 10.000 aan belasting, alsmede bij beschikking een boete van € 5.000. De tegen de naheffingsaanslag en de boetebeschikking gemaakte bezwaren zijn bij in één geschrift vervatte uitspraken van de Inspecteur niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 167.
De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 248.
De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgehad op 14 oktober te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende en zijn gemachtigde de heer [A] . Namens de Inspecteur is niemand verschenen.
De griffier heeft verklaard dat zij de Inspecteur bij op 22 september 2016, met nummer [nummer] , aangetekend naar het door de Inspecteur zelf opgegeven adres verzonden uitnodiging, waarvan een afschrift tot de stukken behoort, heeft kennis gegeven van datum, plaats en tijdstip van de zitting.
Tot de stukken van het geding behoort een kopie van het op de onderhavige uitnodiging betrekking hebbende gedeelte van de lijst van aangetekende verzendbewijzen en een schermprint van de op dat verzendbewijs betrekking hebbende statusinformatie.
Hieruit volgt dat de uitnodiging op 23 september 2016 op het door de Inspecteur opgegeven adres is afgeleverd.
Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.
De naheffingsaanslag is met dagtekening 18 april 2014 verzonden naar het adres [a-straat] 8, [postcode] [woonplaats] , het adres waarop belanghebbende op deze datum stond ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie.
Belanghebbende heeft bij brief van 10 juli 2014, bij de Inspecteur ingekomen op 21 augustus 2014, bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of belanghebbende terecht niet-ontvankelijk is verklaard in het bezwaar.
Belanghebbende is van mening dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Belanghebbende heeft hieraan ter zitting, zakelijk weergegeven, het volgende toegevoegd.
Belanghebbende
Indien het Hof beslist dat het bezwaar ontvankelijk is, wens ik dat de zaak wordt teruggewezen naar de Inspecteur. De post wordt niet meer bezorgd zoals vroeger, recent is nog een envelop van de Belastingdienst bij een buurvrouw van enkele huizen verder bezorgd. Bij aangetekende verzending is dat anders. Er is gereageerd op de aanmaning, de naheffingsaanslag heb ik niet ontvangen. Ik wil niet mijn broer beschuldigen, want ik weet niet of hij de naheffingsaanslag heeft ontvangen. Het kan zijn dat de naheffingsaanslag niet eens bezorgd is. De Inspecteur stelt dat de naheffingsaanslag is verzonden en dus ook moet zijn aangekomen. Dat kan zo zijn bij verzending per e-mail of bij betekening door de deurwaarder, maar niet in dit geval. Ik weet niet of de naheffingsaanslag tijdig is verzonden. Ik kan verder de werkwijze van de Inspecteur niet controleren. Ik ga er van uit dat de werkwijze correct is, maar of het zo daadwerkelijk gelopen is, weet ik niet. Ik kan niet beoordelen of de aanslag feitelijk verzonden is voor de datum van dagtekening van de naheffingsaanslag en bestrijd dat dit is gebeurd. Ik wil graag van u horen dat ik ontvankelijk ben in mijn bezwaar.
Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het hoger beroep, vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak van de Inspecteur, ontvankelijkverklaring in het bezwaar en terugwijzing van de zaak naar de Inspecteur. De Inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het hoger beroep.