Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17-03-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:1064, 16/00056

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17-03-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:1064, 16/00056

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
17 maart 2017
Datum publicatie
10 mei 2017
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2017:1064
Formele relaties
Zaaknummer
16/00056

Inhoudsindicatie

Belanghebbende maakt hoger bedrag aan ingehouden loonheffing niet aannemelijk. Het Hof is niet bevoegd om de Inspecteur op te dragen om een onderzoek bij derden in te stellen.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 16/00056

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 29 december 2015, nummer BRE 14/4289, in het geding tussen

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de Inspecteur,

betreffende de hierna vermelde aanslag.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV), aanslagnummer: [aanslagnummer] .H.06, opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 36.007 (hierna: de aanslag). Tegelijkertijd is aan belanghebbende bij beschikking € 350 heffingsrente in rekening gebracht. De aanslag en beschikking heffingsrente zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 45.

De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 124. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Belanghebbende heeft schriftelijk gerepliceerd.

1.5.

De zitting heeft plaatsgehad op 3 februari 2017 te ‘s-Hertogenbosch.

Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, de heer [A] .

1.6.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.7.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.

2.1.

Belanghebbende is geboren op [geboortedatum] 1943. Belanghebbende is aangesloten bij het Pensioenfonds PGGM (hierna: PGGM). PGGM heeft belanghebbende in een brief van 30 december 1985 laten weten dat hij recht heeft op een extra pensioen, vóór het bereiken van de 25-jarige leeftijd verworven bij het Pensioenfonds voor Katholieke instellingen (PKI). Dit extra pensioenrecht bestaat uit een levenslang ouderdomspensioen van fl. 7.484,51 per jaar, ingaande op 65-jarige leeftijd.

2.2.

Belanghebbende heeft in de door hem ingediende aangifte IB/PVV over het jaar 2010 een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 34.177 aangegeven, bestaande uit een belastbaar inkomen uit loon of uitkering van € 34.227 en een aftrekbare gift van € 50. Belanghebbende heeft het belastbaar inkomen uit loon of uitkering als volgt gespecificeerd:

Naam van uitkeringsinstantie

Ingehouden loonheffing

Pensioen of uitkering

S.V.B.

€ 0

€ 9.298

PGGM

€ 4.436

€ 24.929

PGGM

€ 3.368

€ 0

Totaal

€ 7.804

€ 34.227

2.3.

De voorlopige aanslag IB/PVV 2010 is conform de ingediende aangifte opgelegd, resulterend in een teruggaaf van € 2.512 en een bedrag van € 27 aan te vergoeden heffingsrente.

2.4.

De Inspecteur heeft belanghebbende bij brief van 12 maart 2013 laten weten voornemens te zijn om van de ingediende aangifte af te wijken, omdat uit de Belastingdienst ter beschikking staande gegevens blijkt dat belanghebbende in totaal € 36.057 aan belastbaar inkomen uit loon of uitkering heeft ontvangen, waarop in totaal € 4.740 aan loonheffing is ingehouden. Dit is door de Inspecteur als volgt gespecificeerd:

Werkgever

Ingehouden loonheffing

Loon

Soort loon

Stichting Pensioenfonds Zorg Welzijn Pensioenbetalingen

€ 4.436

€ 24.929

Vroegere

Sociale Verzekeringsbank

€ 0

€ 9.298

Vroegere

Actief 65 plus B.V.

€ 304

€ 1.830

Tegenwoordige

2.5.

De Inspecteur heeft met dagtekening 14 november 2013 de aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 36.007, bestaande uit het onder 2.4 vermelde belastbaar inkomen uit loon of uitkering en een aftrekbare gift van € 50.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

I: Heeft de Inspecteur de aanslag naar het juiste bedrag vastgesteld? Meer in bijzonder is in geschil of de Inspecteur het bedrag aan ingehouden loonheffing terecht en tot het juiste bedrag heeft gecorrigeerd;

II: Is de Inspecteur gehouden bij PGGM een onderzoek in te stellen, en

III: Heeft de Inspecteur terecht en tot het juiste bedrag heffingsrente in rekening gebracht?

Belanghebbende is van mening dat de eerste en derde vraag ontkennend en de tweede vraag bevestigend moet worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.

Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de aanslag. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing