Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 20-01-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:190, 15/01184

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 20-01-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:190, 15/01184

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
20 januari 2017
Datum publicatie
23 maart 2017
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2017:190
Zaaknummer
15/01184

Inhoudsindicatie

Van werkgever ontvangen kilometervergoeding behoort tot het loon voor zover deze vergoeding een bedrag van € 0,19 per km te boven gaat. Inspecteur handelt niet in strijd met zorgvuldigheidsbeginsel door heffingsrente in rekening te brengen, nu belanghebbende de vergoeding voor zover deze € 0,19 per km te boven gaat ten onrechte in zijn aangifte als scholingskosten in aftrek had gebracht.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 15/01184

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 3 september 2015, nummer AWB 15/1775 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Rijksbelastingdienst

hierna: de Inspecteur,

betreffende na te melden aanslag en beschikking heffingsrente.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2011 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 66.721 (hierna: de aanslag). Tevens is bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht van € 257. De aanslag en beschikking heffingsrente zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 45.

De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 123.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

De zitting heeft plaatsgehad op 10 oktober 2016 te ‘s-Hertogenbosch.

Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, mevrouw [A] en mevrouw [B] .

1.5.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.6.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.

2 Feiten

De Rechtbank heeft de volgende, in hoger beroep niet bestreden, feiten vastgesteld, welke feiten het Hof als vaststaand overneemt:

2.1.

Belanghebbende is sinds 1979 werkzaam bij [C] B.V. (hierna: de werkgever). Belanghebbende werkt als accountmanager/dierenartsbezoeker en bezoekt in opdracht van de werkgever relaties.

2.2.

Belanghebbende heeft in privé een [automerk] (hierna: de auto) aangeschaft en rijdt met de auto zowel zakelijke als privékilometers. Belanghebbende heeft in 2011 met de auto 5.952 kilometers in privé gereden en 46.699 kilometers zakelijk gereden. Voor de zakelijk gereden kilometers ontvangt belanghebbende van de werkgever een kilometervergoeding van € 0,31 per kilometer.

2.3.

De werkgever heeft de aan belanghebbende toegekende kilometervergoeding voor een bedrag van € 5.603,88 (€ 0,12 per kilometer) als belastbaar loon aangemerkt en hierover de verschuldigde belasting afgedragen. In 2011 heeft de werkgever niet de werkkostenregeling toegepast.

2.4.

Belanghebbende heeft op 19 augustus 2012 aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) over het jaar 2011 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 61.048. Belanghebbende heeft hierbij een bedrag van € 5.673 aangegeven als aftrekbaar bedrag aan scholingsuitgaven. In de omschrijving heeft belanghebbende vermeld:

“Dit betreft geen studiekosten maar belaste km vergoeding. Belastingdienst heft onterecht belasting over mijn zakelijk verreden km’s. Dit betreft absoluut geen inkomsten maar gemaakte kosten om mijn werk te blijven verrichten dus inkomsten te verwerven. 46.699 km Belast 5673 euro + 500euro drempel”.

2.5.

De aanslag IB/PVV over het jaar 2011 is in afwijking van de aangifte opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 66.721. Hierbij is de aftrek scholingsuitgaven van € 5.673 niet geaccepteerd.

2.6.

Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Op 10 februari 2015 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden.

2.7.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar ongegrond verklaard.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

1. Is de van de werkgever ontvangen kilometervergoeding voor zover deze een bedrag van

€ 0,19 per kilometer te boven gaat door de Inspecteur ten onrechte als loon in aanmerking genomen?

2. Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord: Levert de belastingheffing over deze van de werkgever ontvangen vergoeding voor zover deze een bedrag van € 0,19 per kilometer te boven gaat strijd op met het gelijkheidsbeginsel?

3. Heeft de Inspecteur ten onrechte heffingsrente in rekening gebracht?

Belanghebbende is van mening dat deze vragen bevestigend moet worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.

Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het hoger beroep, vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak van de Inspecteur en vermindering van de aanslag tot een naar een belastbaar inkomen van € 61.048. De Inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het hoger beroep.

4 Gronden

5 Beslissing