Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-05-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:2268, 15/01171
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-05-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:2268, 15/01171
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 19 mei 2017
- Datum publicatie
- 13 juli 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2017:2268
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:1112, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 15/01171
- Relevante informatie
- Invorderingswet 1990 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 33
Inhoudsindicatie
Aansprakelijkstelling op grond van artikel 33 Invorderingswet 1990 voor naheffingsaanslagen omzetbelasting en loonheffingen verschuldigd door een commanditaire vennootschap, almede aansprakelijkstelling voor de daarmee verband houdende boeten, invorderingsrente en -kosten. Beherend vennoot is een naar buitenlands recht opgerichte en buiten Nederland gevestigde Limited. Belanghebbende is als formeel bestuurder van de Limited aansprakelijk. Geen disculpatie op grond van artikel 33, lid 4 van de IW 1990. De toename aan personeelskosten staat in wanverhouding tot de gerealiseerde toename van de omzet van € 100.000. Dat mondeling meer opdrachten zijn overeengekomen heeft belanghebbende niet onderbouwd. Voorts geldt dat belanghebbende toezicht had op de door de accountant gedane aangiften omzetbelasting en loonheffingen en was belanghebbende verantwoordelijk voor de betaling daarvan. De aansprakelijkstelling voor de invorderingsrente dient te vervallen, zie HR 31 maart 2017, nr. 15/02939, ECLI:NL:HR:2017:530. De aansprakelijkstelling voor de boeten wordt gematigd in verband met overschrijding van de redelijke termijn en de aansprakelijkstelling voor invorderingskosten blijft gehandhaafd.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 15/01171
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 september 2015, nummer AWB 14/6455, in het geding tussen
belanghebbende,
en
de ontvanger van de Belastingdienst,
hierna: de Ontvanger,
betreffende de hierna vermelde beschikking aansprakelijkstelling.
1 Ontstaan en loop van het geding
De Ontvanger heeft belanghebbende bij beschikking van 6 mei 2013 met nummer [aanslagnummer] aansprakelijk gesteld voor een bedrag van € 284.506 betreffende aan [bedrijf] C.V. (hierna: de CV) opgelegde naheffingsaanslagen omzetbelasting en loonheffingen (hierna: de naheffingsaanslagen) en de daarmee samenhangende invorderingsrente, invorderingskosten en boeten over de volgende tijdvakken:
Tijdvak |
Belasting |
Bedrag belasting |
Invorderings-rente |
Invorderings-kosten |
Boete |
2010 |
Omzetbelasting |
€ 20.766 |
€ 390 |
€ 1.556 |
€ 2.076 |
Februari 2012 |
Omzetbelasting |
€ 11.509 |
€ 299 |
€ 830 |
€ 230 |
April 2012 |
Omzetbelasting |
€ 4.699 |
€ 103 |
€ 353 |
€ 93 |
Mei 2012 |
Omzetbelasting |
€ 10.671 |
€ 212 |
€ 759 |
€ 213 |
Juni 2012 |
Omzetbelasting |
€ 6.702 |
€ 118 |
€ 556 |
€ 134 |
Juli 2012 |
Omzetbelasting |
- |
- |
€ 45 |
€ 71 |
September 2012 |
Omzetbelasting |
- |
- |
€ 48 |
€ 134 |
November 2012 |
Omzetbelasting |
- |
- |
€ 45 |
€ 50 |
December 2012 |
Omzetbelasting |
- |
- |
€ 45 |
€ 53 |
Januari 2013 |
Omzetbelasting |
€ 6.726 |
- |
€ 15 |
€ 134 |
Juli 2011 |
Loonheffingen |
€ 11.467 |
€ 496 |
- |
€ 342 |
Augustus 2011 |
Loonheffingen |
€ 16.368 |
€ 663 |
- |
€ 327 |
September 2011 |
Loonheffingen |
€ 13.998 |
€ 529 |
- |
€ 279 |
December 2011 |
Loonheffingen |
€ 18.197 |
€ 551 |
€ 1.286 |
€ 363 |
Januari 2012 |
Loonheffingen |
€ 15.173 |
€ 424 |
€ 1.132 |
€ 303 |
Februari 2012 |
Loonheffingen |
€ 15.173 |
€ 395 |
€ 1.064 |
€ 303 |
Maart 2012 |
Loonheffingen |
€ 15.173 |
€ 361 |
€ 1.081 |
€ 303 |
April 2012 |
Loonheffingen |
€ 18.317 |
€ 408 |
€ 1.279 |
€ 366 |
Mei 2012 |
Loonheffingen |
€ 14.749 |
€ 297 |
€ 1.036 |
€ 294 |
Juni 2012 |
Loonheffingen |
€ 32.276 |
€ 569 |
€ 2.228 |
€ 645 |
Juli 2012 |
Loonheffingen |
- |
- |
€ 60 |
€ 273 |
September 2012 |
Loonheffingen |
- |
- |
€ 66 |
€ 384 |
Oktober 2012 |
Loonheffingen |
- |
- |
€ 48 |
€ 100 |
November 2012 |
Loonheffingen |
- |
- |
€ 7 |
€ 289 |
December 2012 |
Loonheffingen |
€ 11.606 |
€ 56 |
€ 839 |
€ 232 |
Januari 2013 |
Loonheffingen |
€ 12.403 |
€ 30 |
€ 15 |
€ 248 |
De beschikking (hierna: beschikking aansprakelijkstelling) is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Ontvanger gehandhaafd.
Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 45. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 123. De Ontvanger heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 30 maart 2017 te ‘s-Hertogenbosch.
Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende en zijn gemachtigde de heer [A] , alsmede, namens de Ontvanger, de heren [B] en [C] , vergezeld van de heer [D] en mevrouw [E] .
Belanghebbende heeft te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij.
Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.
Op 27 oktober 2006 is de CV opgericht. De beherend vennoot is [F] ( [F] ), opgericht naar het recht van het Verenigd Koninkrijk en gevestigd te [plaats] in het Verenigd Koninkrijk. [F] werd bij de oprichting van de CV vertegenwoordigd door belanghebbende. De commanditaire vennoot is Stichting [G] , die bij de oprichting van de CV werd vertegenwoordigd door de heer [H] ( [H] ).
[F] is opgericht op 10 oktober 2006 in het Verenigd Koninkrijk door [H] , die daarbij werd benoemd tot ‘director’. [F] is op 17 oktober 2006 geregistreerd bij ‘ Companies House ’ in het Verenigd Koninkrijk. Belanghebbende is op 27 oktober 2006 benoemd tot ‘director’ van [F] . Die benoeming is geregistreerd bij ‘ Companies House ’ op 30 oktober 2006.
Belanghebbende was bij de Kamer van Koophandel geregistreerd als gevolmachtigde van de CV. Doelstelling van de CV was het bedenken en verzorgen van promotionele activiteiten op het gebied van onroerend goed in de meest ruime zin van het woord. De CV maakte onder meer verkoopbrochures voor woningbouwprojecten.
In 2006 had de CV zeven personeelsleden in dienst en in 2008 elf. In de jaren daarna is het aantal werknemers gestegen tot zeventien in 2012 en zijn de totale personeelskosten ten opzichte van 2008 verdubbeld van € 232.000 aan belastbaar loon in 2008 tot € 493.000 aan belastbaar loon in 2012. De bedrijfsresultaten van de CV waren vanaf 2006 als volgt:
Jaar |
Bedrijfsresultaat |
|
2006 |
-/- € 1.709 |
|
2007 |
-/- € 33.432 |
|
2008 |
€ 35.102 |
|
2009 |
-/- € 180.527 |
|
2010 |
-/- € 178.698 |
|
2011 |
-/- € 239.201 |
|
2012 |
-/- € 222.470 |
(tot en met augustus) |
De aangiften loonheffingen en omzetbelasting werden gedaan door de accountant van de CV. De accountant kreeg de daarvoor benodigde informatie aangeleverd van belanghebbende. Belanghebbende hield toezicht op de door de accountant ingediende aangiften en was verantwoordelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting.
Op 14 mei 2013 is de CV failliet verklaard. Bij beschikking van 6 mei 2013 heeft de Ontvanger belanghebbende aansprakelijk gesteld voor de aan de CV opgelegde naheffingsaanslagen en de daarmee samenhangende invorderingsrente, invorderingskosten en bestuurlijke boeten (zie onder 1.1). De aansprakelijkstelling ziet op een totaalbedrag van
€ 284.506.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de beschikking aansprakelijkstelling terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd. Meer in bijzonder is in geschil het antwoord op de volgende vragen:
I: Kan belanghebbende voor de toepassing van art. 33 Invorderingswet 1990 (hierna:
IW) als (middellijk) bestuurder van de CV worden aangemerkt?
II: Zo ja, kan belanghebbende zich met succes disculperen ingevolge artikel 33, lid 4, van de IW?
III: Verzet de redelijkheid en billijkheid als bedoeld in artikel 33.7 van de Leidraad Invordering 2008 (hierna: de Leidraad) zich tegen aansprakelijkstelling voor het volledige bedrag van € 284.506?
IV: Is belanghebbende terecht en tot het juiste bedrag aansprakelijk gesteld voor de met de onbetaald gebleven belastingschulden verband houdende invorderingsrente, invorderingskosten en boeten?
Belanghebbende is van mening dat de beschikking aansprakelijkstelling ten onrechte is opgelegd, dat de vragen I en IV ontkennend moeten worden beantwoord en de vragen II en III bevestigend. De Ontvanger is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden, die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.
Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de Ontvanger en tot vernietiging van de beschikking aansprakelijkstelling. De Ontvanger concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.