Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 10-08-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:3562, 16 /00443

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 10-08-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:3562, 16 /00443

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
10 augustus 2017
Datum publicatie
30 augustus 2017
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2017:3562
Formele relaties
Zaaknummer
16 /00443

Inhoudsindicatie

Indelingsbeschikking Wfsv. Bezwaar tegen indelingsbeschikking te laat ingediend, geen verschoonbare termijnoverschrijding. De Inspecteur heeft het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 16/00443

Uitspraak op het beroep van

[belanghebbende] V.O.F.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de Inspecteur,

op het bezwaarschrift betreffende na te melden beschikking.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Bij beschikking van 8 juni 2015 met beschikkingsnummer [beschikkingsnummer] heeft de Inspecteur belanghebbende medegedeeld dat zij is aangesloten bij sector 33 (Horeca algemeen). Deze beschikking is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur van 20 april 2016 gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 334.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.3.

Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft belanghebbende vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.4.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 26 juli 2017 te ‘s-Hertogenbosch.

Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de heer [A] en de heer [B] , vennoten van belanghebbende, alsmede als gemachtigde de heer [C] , verbonden aan [D] , Belastingadviseurs, tot bijstand vergezeld van de heer [E] , alsmede, namens de Inspecteur, mevrouw [F] en mevrouw [G] .

1.5.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.6.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.

1.7.

Belanghebbende heeft na sluiting van het onderzoek bij brief van 28 juli 2017 een stuk ingediend bij het Hof. Aangezien dit stuk ter informatie aan het Hof is gezonden zal het Hof bij de beoordeling van deze zaak daar geen acht op slaan.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:

2.1.

Belanghebbende houdt zich sinds de start van haar onderneming bezig met het bereiden van frites, burgers en het merendeels (90%) daarvan thuis bezorgen bij de klant.

2.2.

Bij indelingsbeschikking van 8 juni 2015 is belanghebbende per 1 mei 2015 aangesloten bij sector 33, Horeca algemeen. Op de indelingsbeschikking is onder meer het volgende vermeld:

Bezwaar maken

U kunt bezwaar maken tegen deze beschikking. De brief met uw bezwaar moet uiterlijk op 20 juli 2015 bij uw belastingkantoor binnen zijn. Vermeld altijd de reden van uw bezwaar en het beschikkingsnummer.”.

2.3.

Bij brief van 28 september 2015, door de Inspecteur aangemerkt als bezwaar, verzoekt belanghebbende de Inspecteur de indelingsbeschikking te wijzigen met terugwerkende kracht tot 1 mei 2015 in die zin dat belanghebbende wordt aangesloten bij sector 17, Detailhandel en ambachten.

2.4.

Bij uitspraak op bezwaar van 20 april 2016 verklaart de Inspecteur het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. Ambtshalve heeft de Inspecteur belanghebbendes verzoek beoordeeld en de indelingsbeschikking gehandhaafd.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of het bezwaar van belanghebbende terecht niet ontvankelijk is verklaard. Indien deze vraag ontkennend moet worden beantwoord is vervolgens in geschil het antwoord op de vraag of belanghebbende terecht is ingedeeld in sector 33.

Belanghebbende is van mening dat deze vragen ontkennend moeten worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak van de Inspecteur en indeling in sector 17 (Detailhandel). De Inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Gronden

5 Beslissing