Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 06-10-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:4290, 16/00156 t/m 16/00161

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 06-10-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:4290, 16/00156 t/m 16/00161

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
6 oktober 2017
Datum publicatie
27 oktober 2017
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2017:4290
Zaaknummer
16/00156 t/m 16/00161
Relevante informatie
Wetboek van Strafvordering [Tekst geldig vanaf 01-03-2023 tot 01-10-2025] art. 162

Inhoudsindicatie

Belanghebbende is gebonden aan compromis met Inspecteur in eerder jaar, daarom geen recht op aftrek van bedrag oninbare vordering. Vermoeden van ambtsmisdrijven door Belastingdienst valt niet onder gevallen genoemd in artikel 162 Sv, zodat belanghebbende daarvan geen aangifte bij het Hof kan doen.

Over 2010 is een navorderingsaanslag eigen bijdrage Zvw opgelegd die nadien niet is verminderd. De Rechtbank heeft het beroep ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard uit de overweging dat niet is nagevorderd.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 16/00156 t/m 16/00161

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de Rechtbank) van 3 februari 2016, nummers BRE 15/3540 t/m 15/3545, in het geding tussen

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de Inspecteur,

betreffende na te noemen beschikkingen en aanslagen.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn de volgende beschikkingen en navorderingsaanslagen opgelegd:

1.1.1.

Een beschikking inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor het jaar 2010, gedagtekend 24 februari 2014 (zaaknummer SHE 16/00156).

1.1.2.

Een navorderingsaanslag inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet (hierna: ZVW) voor het jaar 2010, gedagtekend 22 februari 2014, naar een bedrag van € 409. Tevens is bij beschikking een bedrag van € 35 heffingsrente in rekening gebracht (zaaknummer SHE 16/00157).

1.1.3.

Een beschikking IB/PVV voor het jaar 2011, gedagtekend 3 maart 2014 (zaaknummer SHE 16/00158).

1.1.4.

Een navorderingsaanslag ZVW voor het jaar 2011, gedagtekend 1 maart 2014, naar een bedrag van € 397. Tevens is bij beschikking een bedrag van € 23 heffingsrente in rekening gebracht (zaaknummer SHE 16/00159).

1.1.5.

Een navorderingsaanslag IB/PVV voor het jaar 2012, gedagtekend 8 maart 2014, naar een bedrag van € 348. Tevens is bij beschikking een bedrag van € 8 belastingrente in rekening gebracht (zaaknummer SHE 16/00160).

1.1.6.

Een navorderingsaanslag ZVW voor het jaar 2012, gedagtekend 8 maart 2014, naar een bedrag van € 185. Tevens is bij beschikking een bedrag van € 4 belastingrente in rekening gebracht (zaaknummer SHE 16/00161).

1.2.

De in 1.1 vermelde beschikkingen en navorderingsaanslagen zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken van de Inspecteur met dagtekening 10 januari 2015 gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 45. De Rechtbank heeft het beroep tegen de navorderingsaanslag ZVW 2010 niet-ontvankelijk verklaard en de overige beroepen ongegrond verklaard.

1.4.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende - alleen voor het beroepschrift met het zaaknummer SHE 16/00156 - een griffierecht geheven van € 124. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 11 mei 2017 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, mevrouw [A] en de heer [B] . De hoger beroepen met kenmerk 16/00156 tot en met 16/00161 zijn te dezer zitting gezamenlijk behandeld.

1.6.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.7.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:

2.1.

Belanghebbende drijft onder de naam “ [C] ” een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. De onderneming is gestart op [datum] 2010. De bedrijfsactiviteit bestaat uit de exploitatie van een aangifte- en adviespraktijk. In de periode van mei 2009 tot [datum] 2010 was belanghebbende in loondienst van [D] B.V., waarbij door deze B.V. de naam “ [C] ” als handelsnaam werd gebruikt.

2.2.

Belanghebbende heeft in de jaren vóór 2010 verliezen geleden. De Inspecteur heeft de door belanghebbende over 2010, 2011 en 2012 aangegeven (negatieve) inkomens bij de aanslagregeling gevolgd. Op 1 januari 2010 bedroeg het bedrag van de nog te verrekenen verliezen uit werk en woning van voorafgaande jaren € 22.824.

2.3.

Naar aanleiding van een namens de Inspecteur ingesteld boekenonderzoek naar de aanvaardbaarheid van - onder andere – de aangiften IB/PVV voor de jaren 2010 tot en met 2012 is

(a). het voor 2010 bij beschikking vastgestelde verlies herzien en vastgesteld op nihil;

(b). tot een bedrag van € 9.361 aan verlies uit oude jaren met het nader vastgestelde positieve inkomen uit 2010 verrekend;

(c). tot een bedrag van € 7.041 aan verlies uit oude jaren met het nader vastgestelde positieve inkomen uit 2011 verrekend;

(d). het bedrag aan verlies uit oude jaren dat met het inkomen uit 2012 was verrekend herzien van € 3.990 naar € 6.422; en

(e). een navorderingsaanslag opgelegd over 2012.

Het verloop van de aanslagen, navorderingsaanslagen en verrekening van verliezen is als volgt:

2010

Aanslag

Herziening/beschikking

Winst

7.650

7.650

Minder kosten

2.970

Correctie KOR

-1.221

Zelfstandige aftrek

-9.427

-

MKB vrijstelling

-

-1.128

Belastbare winst

-1.777

8.271

Loon

1.090

1.090

Verzamelinkomen

-687

9.361

Verrekening verlies

-9.361

Belastbaar inkomen

-

2011

Aanslag

Beschikking

Winst

802

802

Minder kosten

7.818

Correctie KOR

-619

Zelfstandige aftrek

-802

-

MKB vrijstelling

-

-960

Belastbare winst

-

7.041

Loon

Verzamelinkomen

-

7.041

Verrekening verlies

-

-7.041

Belastbaar inkomen

-

-

2012

Aanslag

Herziening/navordering

Winst

-2.310

-2.310

Minder kosten

5.839

Correctie KOR

682

Zelfstandige aftrek

-

-

MKB vrijstelling

277

-506

Belastbare winst

-2.033

3.705

Pensioen

6.023

6.023

Verzamelinkomen

3.990

9.728

Verrekening verlies

-3.990

-6.422

Belastbaar inkomen

-

3.306

2.4.

De correcties voor de IB/PVV hebben geleid tot navorderingsaanslagen ZVW over de jaren 2010 tot en met 2012.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Belanghebbende heeft ter zitting uitdrukkelijk en zonder voorbehoud gesteld dat uitsluitend in geschil is de afwikkeling van een (oninbare) vordering op [E] B.V. (hierna: [E] ) van € 56.350 (inclusief een bedrag van € 8.998 omzetbelasting). Belanghebbende stelt dat ter zake van de vordering [E] een bedrag van € 47.352 in mindering dient te komen op het inkomen van 2011 of mogelijk ander jaar. De Inspecteur bestrijdt deze aftrek.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.

3.3.

Belanghebbende concludeert, naar het Hof begrijpt, tot gegrondverklaring van het hoger beroep, tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de Inspecteur en tot aftrek op het inkomen uit werk en woning in 2011 of mogelijk ander jaar van € 47.352 met dienovereenkomstige aanpassing van de beschikkingen en navorderingsaanslagen.

De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing