Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 24-11-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:5168, 16/03386
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 24-11-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:5168, 16/03386
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 24 november 2017
- Datum publicatie
- 30 november 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2017:5168
- Zaaknummer
- 16/03386
Inhoudsindicatie
WOZ-waarde woning. Het Hof stelt de waarde in goede justitie vast nu beide partijen de door hen bepleite waarde niet aannemelijk maken.
Uitspraak
Team belastingrecht
Enkelvoudige Belastingkamer
Kenmerk: 16/03386
Uitspraak op het hoger beroep van
de heer [belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Limburg (hierna: de Rechtbank) van 2 mei 2016, nummer AWB 15/2494, in het geding tussen
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Venray,
hierna: de Heffingsambtenaar,
betreffende de hierna vermelde beschikking en aanslag.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) een beschikking gezonden waarbij de waarde van de onroerende zaak [adres 1] 4 te [woonplaats] (hierna: de onroerende zaak) per de waardepeildatum 1 januari 2014 is vastgesteld op € 336.000 voor het tijdvak 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 (hierna: de WOZ-beschikking). Tegelijkertijd is aan belanghebbende ter zake van de onroerende zaak een aanslag onroerendezaakbelasting voor het jaar 2015 opgelegd (hierna: de aanslag ozb).
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Heffingsambtenaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken, de WOZ-beschikking verlaagd naar een waarde van € 319.000 en de aanslag ozb dienovereenkomstig verminderd. Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 45. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 124. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft het Hof bij brief van 27 september 2017 bericht dat de taxateur, de heer [A] , tijdens de zitting op 13 oktober 2017 aanwezig zal zijn.
De zitting heeft plaatsgehad op 13 oktober 2017 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de heer [B] , als gemachtigde van belanghebbende en de heer [A] , taxateur, alsmede, namens de Heffingsambtenaar, de heren [C] en [D] .
Belanghebbende heeft te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij. Belanghebbende heeft tevens een matrix overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij. De Heffingsambtenaar heeft daartegen geen bezwaar gemaakt.
De Heffingsambtenaar heeft ter zitting een machtiging overgelegd.
Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.
Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. Het betreft een vrijstaande woning uit 1980 met een woninginhoud van 548 m³ en een perceeloppervlakte van 1.008 m². De onroerende zaak beschikt over een inpandige garage met een inhoud van 61 m³ en heeft een carport en een berging.
Ter onderbouwing van de in de uitspraken op bezwaar vastgestelde waarde van € 319.000 verwijst de Heffingsambtenaar naar het op 9 november 2015 door taxateur [E] opgemaakte taxatierapport (hierna: het rapport [E] ). De in het rapport [E] bepaalde waarde van € 322.000 wordt onderbouwd aan de hand van de verkoopcijfers van [adres 2] 13 te [F] , [adres 3] 10 in [G] , [adres 4] 19 te [H] en [adres 5] 6 in [J] , zoals vermeld in de bij het rapport [E] behorende matrix. Het rapport bevat gegevens en foto’s van de onroerende zaak en de referentieobjecten.
Belanghebbende heeft de door hem verdedigde waarde van € 270.000 onderbouwd met het op 10 maart 2015 opgemaakte taxatierapport van taxateur [A] (hierna: het rapport [A] ). De in het rapport [A] bepaalde waarde van € 270.000 wordt onderbouwd aan de hand van de verkoopcijfers van [adres 6] te [H] , [adres 7] 21 en [adres 8] 37, beide gelegen te [G] . De hierbij behorende matrix heeft belanghebbende ter zitting overgelegd. Belanghebbende heeft ter onderbouwing van de door hem bepleite waarde tevens verwezen naar de verkoopcijfers van [adres 9] 23 en [adres 10] 37, beide gelegen te [woonplaats] en naar gerealiseerde verkoopprijzen van grond in [woonplaats] .
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum te hoog is vastgesteld.
Belanghebbende is van mening dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Ter zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht.
Belanghebbende concludeert tot vermindering van de WOZ-waarde tot € 270.000 en tot dienovereenkomstige vermindering van de aanslag ozb. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.