Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 03-03-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:875, 16/00249
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 03-03-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:875, 16/00249
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 3 maart 2017
- Datum publicatie
- 13 april 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2017:875
- Zaaknummer
- 16/00249
Inhoudsindicatie
MRB. Toepassing kwarttarief voor kampeerauto’s. Belanghebbende mocht op grond van inlichtingen op de site van de Belastingdienst menen dat afzonderlijk verzoek om toepassing kwarttarief in zijn geval niet nodig was, omdat verzoek tenaamstelling zou worden aangemerkt als verzoek toepassing kwarttarief. Gevolgen van achterwege blijven verzoek toepassing kwarttarief door belanghebbende dienen in casus voor rekening van de Inspecteur te komen.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 16/00249
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 19 februari 2016, nummer BRE 15/3129 in het geding tussen
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur,
betreffende na te melden beschikking.
1 Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft bij beschikking, beschikkingsnummer 753.01.568.GN.15.03, het verzoek van belanghebbende om toepassing van het bijzonder tarief van artikel 23a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (hierna: de Wet MRB) toegewezen met ingang van 19 november 2014. Het tegen deze beschikking gemaakte bezwaar is bij uitspraak van de Inspecteur ongegrond verklaard.
Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 45.
De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 124. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 18 november 2016 te ‘s‑Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, vergezeld van [naam 1] , alsmede, namens de Inspecteur, [naam 2] .
Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:
Belanghebbende is sinds 3 juni 2014 houder van een motorrijtuig met het kenteken
[kenteken] . Vaststaat dat het motorrijtuig een kampeerauto is in de zin van de Wet MRB. De eerste tenaamstelling van het kentekenbewijs van de kampeerauto was op 19 mei 2011.
Op 15 december 2014 heeft belanghebbende telefonisch verzocht om toepassing van het bijzondere tarief voor kampeerauto’s.
De beschikking toepassing van het bijzondere tarief is gedagtekend 9 februari 2015. Daarin staat vermeld dat met ingang van 19 november 2014 het bijzondere tarief voor kampeerauto’s wordt toegepast.
Bij het invullen van de aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling op de site van de Belastingdienst was op 3 juni 2014 de volgende tekst zichtbaar:
“Let op!
Hebt u de kampeerauto op 1 januari 2013 of later op uw naam gesteld en gold het kampeerautotarief ook al voor de vorige houder? Dan hoeft u zelf geen apart verzoek meer te doen. De wijziging van de tenaamstelling geldt dan als een verzoek om toepassing van het kampeerautotarief.”
Deze tekst is tevens vermeld in de Mededeling Motorrijtuigenbelasting Kampeerauto,
nr. MB 115.
De tekst is nadien gewijzigd en luidt als volgt:
“Let op!
Bent u vanaf 1 januari 2013 of later de houder van de kampeerauto? En betaalde de vorige eigenaar/houder het kampeerautotarief? Dan hoeft u het kampeerautotarief niet aan te vragen. Het kampeerautotarief geldt dan automatisch ook voor u. Als u niet weet of de vorige eigenaar/houder het kampeerautotarief betaalde, bel dan met de BelastingTelefoon Auto.”
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of het bijzonder tarief van artikel 23a van de Wet MRB (hierna: het kwarttarief) met ingang van 3 juni 2014 moet worden toegepast, zoals belanghebbende verdedigt, of dat dit bijzonder tarief met ingang van 19 november 2014 moet worden toegepast, zoals de Inspecteur verdedigt.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.
Partijen hebben hieraan ter zitting het volgende toegevoegd:
Belanghebbende:
De Belastingdienst maakt als grote organisatie kenbaar op de website dat geen verzoek tot toepassing van het kwarttarief hoeft te worden gedaan in het geval dit tarief al gold voor de vorige eigenaar en heeft in Mededeling 115 exact dezelfde tekst opgenomen.
De tekst op de website is vervolgens gewijzigd. Nu staat er dat je niets hoeft te doen wanneer de vorige eigenaar heeft betaald. Maar dat de belasting is betaald staat niet in de wettekst. Je weet niet wat iemand heeft betaald. Dit is een fabriekscamper, zodat deze camper voldoet aan de inrichtingseisen. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat het kwarttarief niet van toepassing is. Iedereen gaat er van uit dat er geen aangifte gedaan hoeft te worden.
De Belastingdienst weet dat de auto een kampeerauto betreft en de houder blijft er voor verantwoordelijk dat hij de camper als zodanig in stand houdt. Waarom wordt dan bij een auto die al acht jaar lang als zodanig wordt gebruikt, niet het kwarttarief toegepast?
Het kwarttarief gold ook voor de vorige eigenaar, dat hij daar geen gebruik van maakte, moet hij weten. Ik heb niet gezien dat op de incassospecificatie een hoger tarief stond vermeld. Bij de overschrijving op het postkantoor is mij verteld dat het kwarttarief automatisch werd toegepast.
Hoe leest de Inspecteur de tekst op de website? Er staat ‘gold het kampeerautotarief ook al voor de vorige eigenaar?’ Er staat dus dat wanneer de kampeerauto voldoet aan alle eisen, het kwarttarief van toepassing was voor de vorige eigenaar. En dan geldt dit tarief dus ook voor de volgende eigenaar.
Inspecteur:
In de wet staat het begrip kampeerauto niet vermeld. Het betreft een personenauto die voldoet aan de inrichtingseisen. Wij zijn afnemer van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW), maar voor de belastingheffing zijn de gegevens van de RDW niet doorslaggevend. Het kan dat een auto die volgens de registratie bij de RDW een kampeerauto is, niet in aanmerking komt voor toepassing van het kwarttarief. Wanneer op het kentekenbewijs is vermeld dat sprake is van een kampeerauto geeft dat richting, maar dat is niet doorslaggevend. In het geval iemand een camper koopt en het keukenblok er uit haalt, voldoet deze niet meer aan de eisen.
Twee dagen nadat de auto op naam wordt gesteld, sturen wij een incassospecificatie met daarop vermeld het verschuldigde bedrag, naar de nieuwe eigenaar. Dan kan de nieuwe eigenaar aangeven dat dit een ander bedrag is dan door hem was ingeschat bij aankoop van de camper.
Belanghebbende benadrukt dat het tarief betaald is. Het gaat echter niet om de betaalhistorie, maar wanneer het kwarttarief al werd toegepast, geldt dit ook voor de volgende eigenaar.
Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het hoger beroep, vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en van de uitspraak op bezwaar van de Inspecteur en wijziging van de beschikking in deze zin dat de ingangsdatum wordt gesteld op 3 juni 2014. De Inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het hoger beroep en bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.