Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 13-03-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:1054, 20-001935-13

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 13-03-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:1054, 20-001935-13

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
13 maart 2018
Datum publicatie
13 maart 2018
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2018:1054
Zaaknummer
20-001935-13
Relevante informatie
Wet op de accijns [Tekst geldig vanaf 01-04-2024 tot 01-01-2025] art. 97, Wet op de accijns [Tekst geldig vanaf 01-04-2024 tot 01-01-2025] art. 5, Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-07-2024] art. 225

Inhoudsindicatie

Fiscale fraudezaak. Vrijspraak van (het feitelijk leidinggeven aan) accijnsfraude. Juridisch toetsingskader voor het voorhanden hebben van onveraccijnsde goederen. Veroordeling voor het valselijk opmaken van administratieve geleidedocumenten (AGD's) tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren en een geldboete ter hoogte van € 5.000,00 subsidiair 60 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.

Het onderzoek van de FIOD is van de premisse uitgegaan dat aan alle AGD's fysieke goederenstromen ten grondslag hebben gelegen en dat deze goederen naar Nederland zijn vervoerd en daarmee in Nederland voorhanden zijn geweest. Daar kan echter niet zonder meer van worden uitgegaan, temeer nu veel van de AGD's valselijk zijn opgemaakt. Slechts kan worden bewezen dat de B.V. op 9 december 2009 onveraccijnsde goederen voorhanden heeft gehad. Het bewijs schiet echter tekort om te kunnen concluderen dat de verdachte daaraan feitelijk leiding heeft gegeven of dat hijzelf de feitelijke beschikkingsmacht over die goederen had. Volgt vrijspraak van hetgeen onder de feiten 1 primair, 1 subsidiair en 3 aan de verdachte ten laste is gelegd.

Omdat de rol van de verdachte ten aanzien van de B.V. niet kan worden vastgesteld, kan ook niet worden bewezen dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan het door de B.V. medeplegen van het valselijk opmaken van AGD's. Volgt vrijspraak van feit 2 primair.

Wel wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte samen met één of meer anderen AGD's valselijk heeft opgemaakt teneinde accijnsgoederen (te weten bier) in de verbruikssfeer te laten komen zonder dat daarover accijns zou worden geheven. Daarmee heeft hij een niet te onderschatten bijdrage geleverd aan het mogelijk maken en in stand houden van een grootschalige accijnsfraude op Europees niveau. Veroordeling voor feit 2 subsidiair.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht

Parketnummer : 20-001935-13

Uitspraak : 13 maart 2018

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, locatie Roermond, van 7 juni 2013 in de strafzaak met parketnummer 04-993002-11 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] (Italië) op [geboortedatum in het jaar] 1954,

wonende te [woonplaats] (Duitsland), [woonadres] .

Hoger beroep

Bij voormeld vonnis heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van hetgeen onder feit 4 aan hem ten laste is gelegd (kortweg: (mede)plegen van valsheid in geschrift met betrekking tot een administratief geleidedocument, hierna: AGD).

De rechtbank heeft het onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 ten laste gelegde bewezen verklaard, dat gekwalificeerd als:

- ‘medeplegen van feitelijk leidinggeven aan opzettelijk een in artikel 5 van de Wet op de accijns opgenomen verbod overtreden, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon’ (feit 1 primair);- ‘medeplegen van feitelijk leidinggeven aan valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon’ (feit 2 primair) en- ‘medeplegen van opzettelijk een in artikel 5 van de Wet op de accijns opgenomen verbod overtreden, meermalen gepleegd’ (feit 3),

de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem te dier zake veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

Namens de verdachte is tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, met uitzondering van de opgelegde straf en, in zoverre opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest.

De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak van het onder feit 1 primair ten laste gelegde bepleit, aangezien in de visie van de verdediging niet kan worden bewezen dat de verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan de accijnsfraude. Voor de overige ten laste gelegde feiten heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van het gerechtshof. Voorts is een strafmaatverweer gevoerd.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

De verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van het onder feit 4 ten laste gelegde medeplegen van valsheid in geschrift. Dit feit heeft betrekking op een administratief geleidedocument inzake de overbrenging c.q. levering van wodka aan [Engelse vennootschap 1] Ltd. te Barking Essex in het Verenigd Koninkrijk.

Tegen het vonnis is bij appelakte van 13 juni 2013 namens de verdachte onbeperkt hoger beroep ingesteld.

Ingevolge artikel 404, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte geen hoger beroep open tegen het vonnis voor zover hij van het ten laste gelegde is vrijgesproken.

Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de vrijspraak van het medeplegen van valsheid in geschrift, zoals onder 4 feit aan hem bij inleidende dagvaarding ten laste is gelegd.

Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het bestreden vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.

Vonnis waarvan beroep

Het bestreden vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is, voor zover thans nog aan de orde in hoger beroep, ten laste gelegd dat:

1.[vennootschap N] B.V., verder te noemen de B.V., op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 oktober 2009 tot en met 18 december 2009 in de gemeente Venlo en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) accijnsgoed(eren), te weten bier en/of wijn en/of overige c.q. andere alcoholhoudende producten, waaronder wodka, als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder a., b. en d. van de Wet op de accijns (D-001, D-251 en D-004), voorhanden heeft/hebben gehad, dat/die (telkens) niet overeenkomstig de bepalingen van voornoemde wet in de heffing was/waren betrokken, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 oktober 2009 tot en met 18 december 2009 in de gemeente Venlo en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met [vennootschap N] B.V. en één of meer (andere) (rechts)perso(o)n(en), (telkens) opzettelijk (een) accijnsgoed(eren), te weten bier en/of wijn en/of overige c.q. andere alcoholhoudende producten, waaronder wodka, als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder a., b. en d. van de Wet op de accijns (D-001, D-251 en D-004), voorhanden heeft/hebben gehad, dat/die (telkens) niet overeenkomstig de bepalingen van voornoemde wet in de heffing was/waren betrokken;

2.[vennootschap N] B.V., verder te noemen de B.V., in of omstreeks de periode van 30 oktober 2009 tot en met 5 november 2009 in de gemeente Venlo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, 10, althans één of meer Administratief Geleidedocument(en) (AGD's) (D-259 en/of D-008/D-261 en/of D-263 en/of D-010/D-265 en/of D-267 en/of D-269 en/of D-271 en/of D-273 en/of D-275 en/of D-277), (elk) zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, immers heeft/hebben de B.V. en/of (één of meer van) haar medeverdachte(n) toen aldaar (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven – op die AGD's voornoemd, welke (telkens) betrekking had(den) op de overbrenging/levering van bier en volgens opdruk (telkens) afkomstig was/waren van [vennootschap N] B.V. te Venlo, (telkens) als geadresseerde en/of plaats van levering vermeld: [Portugese vennootschap LDA] (Portugal), terwijl de op voornoemde AGD's vermelde goederen in werkelijkheid werden overgebracht naar en/of geleverd aan [Engelse vennootschap 2] in Groot-Brittannië en/of één of meer andere afnemer(s), zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door (een) ander(en) te doen gebruiken, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij in of omstreeks de periode van 30 oktober 2009 tot en met 5 november 2009 in de gemeente Venlo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met [vennootschap N] B.V. en/of één of meer (andere) (rechts)perso(o)n(en), meermalen, althans eenmaal, 10, althans één of meer administratief geleidedocument(en) (AGD's) (D-259 en/of D-008/D-261 en/of D-263 en/of D-010/D-265 en/of D-267 en/of D-269 en/of D-271 en/of D-273 en/of D-275 en/of D-277), (elk) zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of (één of meer van) zijn medeverdachte(n) toen aldaar (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven – op die AGD's voornoemd, welke (telkens) betrekking had(den) op de overbrenging/levering van bier en volgens opdruk (telkens) afkomstig was/waren van [vennootschap N] B.V. te Venlo, (telkens) als geadresseerde en/of plaats van levering vermeld: [Portugese vennootschap LDA] (Portugal), terwijl de op voornoemde AGD's vermelde goederen in werkelijkheid werden overgebracht naar en/of geleverd aan [Engelse vennootschap 2] in Groot-Brittannië en/of één of meer andere afnemer(s), zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door (een) ander(en) te doen gebruiken;

3.hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 3 juni 2009 tot en met 18 december 2009 in de gemeente(n) Venlo en/of Maastricht en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) accijnsgoed(eren), te weten bier en/of wijn en/of andere alcoholhoudende producten, waaronder wodka, als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder a., b. en d. van de Wet op de accijns (D-096 t/m D-098, D-089 en D-004), voorhanden heeft/hebben gehad, dat/die (telkens) niet overeenkomstig de bepalingen van de voornoemde wet in de heffing was/waren betrokken.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak feit 1 primair, feit 1 subsidiair en feit 3

A.

De verdachte staat ingevolge hetgeen onder feit 1 primair aan hem ten laste is gelegd terecht ter zake van het feitelijk leidinggeven aan het door [vennootschap N] B.V. en anderen opzettelijk voorhanden hebben van accijnsgoederen die niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken.

Onder de feiten 1 subsidiair en 3 is telkens aan de verdachte ten laste gelegd dat hijzelf (niet als feitelijk leidinggevende) tezamen en in vereniging met [vennootschap N] B.V. of andere (rechts)personen accijnsgoederen, die niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken, opzettelijk voorhanden heeft gehad.

Het hof ziet zich bij de beoordeling of de verdachte het onder de feiten 1 primair, 1 subsidiair en 3 ten laste gelegde heeft begaan allereerst mede voor de vraag gesteld of wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [vennootschap N] B.V. en/of de verdachte in Nederland accijnsgoederen voorhanden hebben gehad.

B.

C.

D.

medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.

BESLISSING