Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-06-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:2471, 20-001754-16
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-06-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:2471, 20-001754-16
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 12 juni 2018
- Datum publicatie
- 12 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2018:2471
- Zaaknummer
- 20-001754-16
Inhoudsindicatie
Fiscale fraudezaak. Vrijspraak van de tenlastegelegde poging tot het vervaardigen van onveraccijnsde sigaretten. Op geen enkele wijze is gebleken dat de verdachte de benodigdheden voor de heimelijke productiefaciliteit bijeen heeft gebracht. Voorts schiet het bewijs tekort voor de conclusie dat de verdachte wetenschap had van die illegale productiefaciliteit. Voor zover wel zou kunnen worden bewezen dat de verdachte wetenschap had van de productiefaciliteit, is het hof van oordeel dat de mogelijk als 'beheer over de loods' aan te merken handelingen van de verdachte, niet zonder meer geëigend zijn om een essentiële bijdrage te leveren aan een begin van uitvoering van het vervaardigen van onveraccijnsde sigaretten.
Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-001754-16
Uitspraak : 12 juni 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch, van 7 juni 2016 in de strafzaak met parketnummer 01-997751-14 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum in het jaar] 1958,
wonende te [woonadres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van ‘poging tot het opzettelijk overtreden van een in artikel 5 van de Wet op de accijns opgenomen verbod’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de rechtbank de inbeslaggenomen goederen deels onttrokken aan het verkeer, deels verbeurdverklaard en voor het overige is daarvan de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelast.
Namens de verdachte is tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen met aanvulling en/of verbetering van gronden.
De raadsman van de verdachte heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair is een strafmaatverweer gevoerd.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van het onder feit 2 ten laste gelegde medeplegen van valsheid in geschrift. Dit feit heeft betrekking op een CMR-vrachtbrief met afzender [afzender CMR] te Raamsdonksveer.
Tegen het vonnis is bij akte van 14 juni 2016 namens de verdachte onbeperkt hoger beroep ingesteld.
Ingevolge artikel 404, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte geen hoger beroep open tegen het vonnis voor zover hij van het ten laste gelegde is vrijgesproken.
Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de vrijspraak van het medeplegen van valsheid in geschrift, zoals onder 2 feit aan hem bij inleidende dagvaarding ten laste is gelegd.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het bestreden vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Vonnis waarvan beroep
Het bestreden vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is, voor zover thans nog aan de orde in hoger beroep, ten laste gelegd dat:
1.hij in of omstreeks de periode van 4 februari 2014 tot en met 27 februari 2014 te Gronsveld, (gemeente Eijsden-Margraten), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte(n) voorgenomen misdrijf om opzettelijk een of meer accijnsgoeder(en), te weten een of meer grote handelshoeveelheden sigaretten, te vervaardigen buiten een accijnsgoederenplaats die voor dat accijnsgoed als zodanig is aangewezen, immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met dit doel een sigarettenproductielijn (machines) en/of ruim 600 kilogram tabak en/of sigarettenfilters en/of verpakkingsmateriaal en/of ongeveer 990.000 bedrukte sigarettendoosjes (á 20 stuks sigaretten) van verschillende merken en/of een roetfilter voor een aggregaat bijeengebracht in een productiefaciliteit voor sigaretten/loods en/of deze productiefaciliteit voor sigaretten/loods beheerd, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
A.
De verdachte staat ingevolge hetgeen aan hem ten laste is gelegd terecht ter zake van een poging om onveraccijnsde sigaretten te vervaardigen, al dan niet in vereniging, door – kort gezegd – diverse goederen voor de productie van sigaretten bijeen te brengen in een productiefaciliteit c.q. loods en het beheer daarover te voeren.