Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 29-06-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:2786, 17/00460 en 17/00516

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 29-06-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:2786, 17/00460 en 17/00516

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
29 juni 2018
Datum publicatie
27 september 2018
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2018:2786
Formele relaties
Zaaknummer
17/00460 en 17/00516

Inhoudsindicatie

Aanslagen rioolheffing vier recreatiewoningen.

Volgens het Hof is belanghebbende degene die - naar de omstandigheden beoordeeld - gebruiker is van de recreatiewoningen. De door belanghebbende overgelegde huurovereenkomsten zijn volgens het Hof niet van doorslaggevend belang. Ten aanzien van het eigenaardeel van de aanslagen rioolheffing oordeelt het Hof evenals de Rechtbank dat belanghebbendes beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt. Het gevoerde beleid berust op een onjuiste rechtsopvatting ten aanzien van de heffing van rioolheffing ten aanzien van een bepaalde groep belastingplichtigen, te weten de eigenaren van stacaravans op een recreatieterrein. Aannemelijk is dat het beleid zonder die onjuiste rechtsopvatting achterwege zou zijn gebleven. Een ongelijkheid die wordt veroorzaakt door op een onjuiste rechtsopvatting berustend beleid kan dan niet leiden tot een geslaagd beroep – over een tijdvak vóórdat van de onjuistheid van die rechtsopvatting was gebleken – op het gelijkheidsbeginsel door belastingplichtigen die niet tot de voormelde bepaalde groep behoren (vgl. HR 27 januari 2006, nr. 39407, ECLI:NL:HR:2006:AV0394).

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 17/00460 en 17/00516

Uitspraak op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Veere,

hierna: de Heffingsambtenaar,

en het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [plaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de Rechtbank) van 6 juni 2017, nummer BRE 16/2458 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de Heffingsambtenaar,

betreffende de hierna te vermelden aanslagen rioolheffing.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn met dagtekening 28 februari 2015 onder aanslagbiljetnummer [aanslagnummer] voor het jaar 2015 aanslagen in de rioolheffing opgelegd, welke aanslagen, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Heffingsambtenaar zijn gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46.

De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard voor zover het is gericht tegen de aanslagen rioolheffing gebruikersdeel van vier recreatiewoningen, de uitspraak op bezwaar in zoverre vernietigd, die aanslagen verminderd tot, in totaal, € 74,45, een proceskostenvergoeding van € 990 toegekend en teruggave van het griffierecht gelast.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft de Heffingsambtenaar hoger beroep ingesteld bij het Hof (kenmerk: 17/00460). Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Tevens heeft belanghebbende een stuk aangeduid als ‘incidenteel hoger beroep’ ingediend. De Heffingsambtenaar heeft op dit als ‘incidenteel hoger beroep’ aangeduide stuk gereageerd.

1.4.

Tegen de uitspraak van de Rechtbank heeft belanghebbende eveneens hoger beroep ingesteld bij het Hof (kenmerk: 17/00516). Ter zake van dit hoger beroep is van belanghebbende een griffierecht geheven van € 124. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) hebben partijen vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 17 mei 2018 te ‘s-Hertogenbosch.

Aldaar zijn toen verschenen en gehoord [A] , als gemachtigde van belanghebbende, alsmede, namens de Heffingsambtenaar, [B] , advocaat te Middelburg, en [C] .

1.7.

De Heffingsambtenaar heeft tijdens deze zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij.

1.8.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.9.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:

2.1.

Belanghebbende was het gehele jaar 2015 eigenaar van de onroerende zaken gelegen aan de [adres] 1 en 1A te [plaats] (hierna: de onroerende zaken). Het gaat om twee woningen en vijf recreatiewoningen. In de bestreden aanslagen zijn vier recreatiewoningen betrokken. De woningen en recreatiewoningen zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering. De recreatiewoningen worden afzonderlijk verhuurd. Op het perceel van belanghebbende bevindt zich tevens een minicamping.

2.2.

Met dagtekening 28 februari 2015 zijn, in één geschrift verenigd, onder meer, de volgende aanslagen aan belanghebbende opgelegd:

  1. rioolheffing gebruiker woning [adres] 1 (grondslag 3, € 100,80);

  2. rioolheffing gebruiker vier recreatiewoningen (grondslag 1, € 55,85 per woning);

  3. rioolheffing eigenaar woning [adres] 1 (€ 52,70);

  4. rioolheffing eigenaar woning [adres] 1 A (€ 52,70);

  5. rioolheffing eigenaar vier recreatiewoningen (€ 52,70 per woning).

2.3.

De heffing in het onderhavige geval geschiedt op grond van de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015 van de gemeente Veere (hierna: Verordening). Artikel 1, artikel 3 en artikel 10 van die Verordening luiden, voor zover hier van belang:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

(…)

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

1. De belasting wordt geheven:

a. van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering; verder te noemen; eigenarendeel;

b. van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen; gebruikersdeel.

(…)

3. Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt:

a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens

eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

(…)

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar, of voor het gebruikersdeel, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

(…)

3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

(…).”.

2.4.

Tijdens de zitting van de Rechtbank heeft belanghebbende een overeenkomst overgelegd van 6 april 2015, gesloten tussen vier partijen, te weten belanghebbende, [bedrijf 1] B.V., [bedrijf 2] CV (hierna: [bedrijf 2] CV) en [A] , waarin is vastgelegd dat [bedrijf 2] CV met ingang van 1 april 2015 huurder wordt van het kampeerterrein en de (zes) vakantiewoningen tegen een bedrag van € 65.000 per jaar.

2.5.

In de hoger beroepsfase heeft belanghebbende, via belastingadviseur [D] , een overeenkomst van 27 december 2013 overgelegd, gesloten tussen drie partijen, te weten belanghebbende (partij 1), [bedrijf 1] B.V. (partij 2) en [A] (partij 3) waarin is vastgelegd dat met ingang van 1 januari 2014 [bedrijf 1] B.V. huurder wordt van het kampeerterrein en de (vijf) vakantiewoningen tegen een bedrag van € 75.000 per jaar.

2.6.

Uit het Handelsregister blijkt onder meer het volgende:

-

[bedrijf 2] CV is op [datum 1] 2015 opgericht, per die datum is (beherend) vennoot [bedrijf 3] BV. Onder ‘Activiteiten’ is vermeld: (….) Het aan verblijfrecreanten bieden van verblijf op de camping die aanwezig is op de locatie [adres] 1 te [plaats] . (…). Aantal werkzame personen: 1;

-

[bedrijf 3] B.V. is opgericht op [datum 2] 2015, belanghebbendes moeder is enig aandeelhouder, belanghebbende is enig bestuurder. Onder ‘Activiteiten’ is vermeld: Financiële Holdings, aantal werkzame personen: 0;

-

[bedrijf 1] B.V. is op [datum 3] 1993 opgericht, [bedrijf 4] B.V. is enig aandeelhouder en bestuurder. Onder ‘Activiteiten’ is vermeld: Fokken en verhandelen van Haflingerpaarden en het exploiteren van een paardenmelkerij. Aantal werkzame personen: 0;

-

[bedrijf 4] B.V. is op [datum 4] 1995 opgericht, B.V. [bedrijf 5] [plaats] is enig aandeelhouder en bestuurder. Onder ‘Activiteiten’ is vermeld: Financiële Holdings Beheervennootschap. Aantal werkzame personen: 0;

-

B.V. [bedrijf 5] [plaats] is opgericht op [datum 5] 1989, belanghebbende is sinds 1 januari 2011 enig bestuurder, enig aandeelhouder was de per 7 januari 2013 uitgeschreven ontbonden B.V. [bedrijf 6] . Onder ‘Activiteiten’ is vermeld: Het optreden als bestuurder van andere vennootschappen die actief zijn in de agrarische sector. De uitoefening van een hengstenhouderij/paardenfokkerij. Handel in en im- en export van paarden. Aantal werkzame personen: 0.

-

De bezoekadressen van alle vennootschappen luiden: [adres] 1 te [plaats] .

2.7.

De (oude) website van minicamping [E] vermeldt onder meer het volgende:

“(…) Uw gastheer en gastvrouw, [naam] (….) Als u een verblijf bij ons boekt, dan kunt u er dus van verzekerd zijn, dat u bij ons een uiterst plezierige tijd zult doorbrengen. (…)

Op de andere pagina’s op onze website vindt u meer informatie over de minicamping en de vakantiewoningen, over de directe omgeving (….).

Binnenkort kunt u via de website rechtstreeks een plek op de minicamping of een vakantiebon boeken. Tot dat moment kunt u ons rechtstreeks benaderen. Onze contactgegevens vindt u onder de knop “Contact”. (…)

In de maanden juli en augustus zijn wissels op zondag niet mogelijk. Uw gastheer en gastvrouw willen in die maanden namelijk wat tijd voor zichzelf om net als u te kunnen genieten van het vele dat Walcheren te bieden heeft. (….)”.

2.8.

De (nieuwe) website van [E] vermeldt onder meer het volgende:

“ Eigenaars [naam] zijn altijd bereid om meer informatie te geven over bezienswaardigheden en evenementen in de buurt. (….)”.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de in 2.2 onder b) en e) vermelde aanslagen rioolheffing terecht aan belanghebbende zijn opgelegd.

Belanghebbende is van mening dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.

Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot, naar het Hof begrijpt, vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de aanslagen vermeld in 2.2 onder b) en e). De Heffingsambtenaar concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, ongegrondverklaring van het beroep bij de Rechtbank en bevestiging van de uitspraak op bezwaar.

4 Gronden

5 Beslissing