Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-01-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:492, Wr 262-14-2017

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-01-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:492, Wr 262-14-2017

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
23 januari 2018
Datum publicatie
7 februari 2018
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2018:492
Zaaknummer
Wr 262-14-2017

Inhoudsindicatie

Verzoeker is niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek verklaard. Het verzoek is niet ingediend zodra de feiten en omstandigheden die aan het verzoek ten grondslag liggen bij verzoeker bekend zijn geworden.

Uitspraak

Meervoudige kamer voor de behandeling van een wrakingsverzoek

Reisnummer: 200.228.700/01

Datum uitspraak: 23 januari 2018

Registratienummer: Wr 262-14-2017

BESLISSING

op het schriftelijke verzoek als bedoeld in artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in de zaak met kenmerk BK-SHE 16/03574 van

de heer [belanghebbende]

hierna te noemen: verzoeker

tegen

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna te noemen: de Inspecteur,

strekkende tot wraking van primair elk van de raadsheren van het team belastingrecht en subsidiair de raadsheren mrs. T.A. Gladpootjes, M. Harthoorn en L.B.M. Klein Tank.

1 Het procesverloop

1.1.

Verzoeker heeft ter zitting van 29 november 2017 een verzoek ingediend tot wraking van elk van de

raadsheren van het team belastingrecht. Subsidiair heeft belanghebbende een verzoek ingediend tot wraking van mrs. Gladpootjes, Harthoorn en Klein Tank (hierna samen: de raadsheren).

1.2.

De raadsheren hebben allen verklaard niet in de wraking te berusten. Bij geschrift met dagtekening

12 december 2017 heeft mr. Gladpootjes schriftelijk gereageerd op dit wrakingsverzoek.

1.3.

De wrakingskamer heeft voornoemd verzoek ter zitting van 9 januari 2018 behandeld, alwaar zijn verschenen en gehoord verzoeker, tot bijstand vergezeld van de heer [A] , de heer [B] , namens de Inspecteur, en mrs. Gladpootjes en Harthoorn.

1.4.

Verzoeker heeft ter zitting het wrakingsverzoek nader toegelicht.

1.5.

Na de mondelinge behandeling heeft de voorzitter het onderzoek gesloten en medegedeeld dat de

wrakingskamer over twee weken in het openbaar uitspraak zal doen.

2 Het standpunt van verzoeker

Verzoeker heeft ter onderbouwing van zijn wrakingsverzoek, kort samengevat, aangevoerd dat het Hof in de procedures betreffende de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2004 tot en met 2007 in de met de Inspecteur gesloten vaststellingsovereenkomst willens en wetens iets anders heeft gelezen dan er staat en tevens de uitlatingen van de staatssecretaris over de waardering willens en weten onjuist heeft gelezen. Verzoeker stelt dat deze omstandigheden een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid van de raadsheren van de Belastingkamer van het Hof en van de behandelende kamer oplevert, in het bijzonder van mr. Gladpootjes.

3 Het standpunt van de betreffende raadsheren

Mr. Gladpootjes heeft in zijn schriftelijke reactie van 12 december 2017 vermeld dat het verzoek naar zijn mening niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 8:16, lid 1, van de Awb, nu het verzoek niet is ingediend zodra de feiten en omstandigheden die aan het verzoek ten grondslag liggen aan verzoeker bekend zijn geworden. Mr. Gladpootjes heeft voorts aangevoerd dat de omstandigheid dat een raadsheer eerder al is opgetreden in andere zaken waarin het hof ten nadele van de belanghebbende in die zaken heeft geoordeeld, niet een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid oplevert.

4 De beoordeling