Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-04-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1243, 20-003781-16
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-04-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1243, 20-003781-16
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 2 april 2019
- Datum publicatie
- 4 april 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2019:1243
- Zaaknummer
- 20-003781-16
Inhoudsindicatie
Fiscale fraudezaak. Accijnsfraude. De fiscale fraudekamer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch veroordeelt de verdachte ter zake van het feitelijk leidinggeven aan het meermalen valselijk opmaken van AGD's en de bedrijfsadministratie, alsmede het opdracht geven aan het opzettelijk indienen van onjuiste aangiften accijns, tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek. Voorts zijn 39.936 flessen wodka verbeurd verklaard.
Overwegingen inzake onder meer:
1. Partiële nietigheid van de dagvaarding en de wijze van tenlasteleggen van fiscale fraudedelicten waarbij een groot aantal AGD's aan de orde is;
2. Modus operandi van accijnsfraude;
3. Valsheid van administratief geleidedocumenten (AGD's);
4. Wetenschap van de accijnsfraude;
5. Voorwaardelijk opzet op het doen van onjuiste aangiften accijns en de rol van een boekhouder;
6. Onjuistheid van de aangiften accijns, uitslag van accijnsgoederen vanwege een onregelmatigheid ex art. 86a van de Wet op de accijns;
7. Valselijk opmaken van een bedrijfsadministratie;
8. Grootschaligheid van het delict in de straftoemeting.
Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-003781-16
Uitspraak : 2 april 2019
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv)
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch, van 29 november 2016 in de strafzaak met parketnummer 01-994250-11 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedatum in het jaar] 1970,
zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de rechtbank het onder feit 1, feit 2 en feit 3 telkens primair ten laste gelegde bewezen verklaard, dat gekwalificeerd als:- ‘feitelijk leiding geven aan: medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd’ (feit 1 primair),- ‘feitelijk leiding geven aan: opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen en het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd’ (feit 2 primair),- ‘feitelijk leiding geven aan: valsheid in geschrift’ (feit 3 primair),de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
De rechtbank heeft de verdachte voorts partieel vrijgesproken, namelijk van het feitelijk leidinggeven aan het valselijk opmaken van vrachtbrieven (feit 1 primair) en het opzettelijk indienen van een aangifte accijns over de maand januari 2010 (feit 2 primair).
Ten slotte heeft de rechtbank de onttrekking aan het verkeer bevolen van 52 pallets met 39.936 flessen wodka die door de officier van justitie in beslag zijn genomen.
Namens de verdachte is tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte te dien aanzien zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest. Voorts is gevorderd de inbeslaggenomen flessen wodka te onttrekken aan het verkeer.
De raadsman van de verdachte heeft aangevoerd dat de dagvaarding partieel nietig behoort te worden verklaard. Daarnaast heeft hij integrale vrijspraak bepleit. Subsidiair is een straftoemetingsverweer gevoerd. Met betrekking tot de inbeslaggenomen flessen wodka is verzocht de teruggave daarvan aan de verdachte te gelasten.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hoger beroep van de verdachte is onbeperkt ingesteld en richt zich aldus mede tegen de partiële vrijspraken door de rechtbank van hetgeen onder feit 1 primair en feit 2 primair in de impliciet cumulatief opgestelde tenlastelegging is opgenomen, te weten de vrijspraak van het feitelijk leidinggeven aan het valselijk opmaken van vrachtbrieven (‘en/of vrachtbrieven’ onder feit 1 primair) en de vrijspraak van het feitelijk leidinggeven aan het opzettelijk indienen van een aangifte accijns over de maand januari 2010 (‘aangifte accijns over de maand januari 2010’ onder feit 2 primair). Het hof is van oordeel dat deze partiële vrijspraken als beschermde vrijspraken moeten worden beschouwd.
Ingevolge het bepaalde in artikel 404, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte geen hoger beroep open tegen het vonnis voor zover hij van het ten laste gelegde is vrijgesproken.
Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep, voor zover dat tegen de beschermde vrijspraken is gericht.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het bestreden vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Vonnis waarvan beroep
Het bestreden vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissingen.
Geldigheid van de dagvaarding
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat de inleidende dagvaarding partieel nietig behoort te worden verklaard, namelijk ten aanzien van het onder feit 1 opgenomen bestanddeel ‘waaronder’. Door de term ‘waaronder’ te bezigen, lijkt het Openbaar Ministerie, naast de in de tenlastelegging expliciet genoemde acht administratief geleidedocumenten (hierna: AGD’s), tevens andere AGD’s ter beoordeling aan de rechter voor te willen leggen. Het is onduidelijk welke AGD’s daarmee zijn bedoeld. De rechtbank spreekt in dat verband over 467 AGD’s, doch in het procesdossier is slechts – naast de acht in de tenlastelegging gespecificeerde AGD’s – een overzicht met 21 vermoedelijk valse AGD’s opgenomen. Alleen die 21 AGD’s zijn door opsporingsambtenaren van de FIOD in de processen-verbaal besproken. Door deze wijze van tenlasteleggen is het voor de verdachte onvoldoende duidelijk tegen welke beweerdelijk valse AGD’s hij zich dient te verdedigen.
Het hof stelt voorop dat in gevallen als de onderhavige in verband met de wenselijkheid van begrenzing van enerzijds de omvang van het voorbereidend onderzoek en anderzijds de omvang van het onderzoek ter terechtzitting, geen rechtsregel zich ertegen verzet dat de steller van de tenlastelegging zich beperkt tot het beschrijven van een gering aantal AGD’s die voor de grotere hoeveelheid zich in het procesdossier bevindende AGD’s representatief zijn.
Het hof stelt vast dat in casu aan de verdachte onder feit 1 bij inleidende dagvaarding ten laste is gelegd dat hij zich als feitelijk leidinggever schuldig heeft gemaakt aan het door [vennootschap verdachte] B.V. opmaken van meerdere valse administratief geleidedocumenten, waaronder acht in de tenlastelegging nader omschreven AGD’s. Door gebruikmaking van de term ‘waaronder’, is kennelijk bedoeld te verwijzen naar een grotere hoeveelheid AGD’s die deel uitmaken van het procesdossier, maar welke specifieke AGD’s het Openbaar Ministerie daarmee voor ogen heeft gehad, is onduidelijk.
In het kader van de beoordeling van het nietigheidsverweer ziet het hof zich voor de vraag gesteld of de opgave van de tenlastegelegde feiten voldoende duidelijk is. De functie van de tenlastelegging is er immers in gelegen mede de verdachte op de hoogte te stellen van de gronden waarop de vervolging rust, zodat de verdediging op die grondslag haar verdediging kan inrichten.
In dit onderzoek staat kort gezegd de vraag centraal of accijnsgoederen binnen de tenlastegelegde periode naar de in de tenlastelegging genoemde afnemers zijn vervoerd. De acht AGD’s die nader in de tenlastelegging zijn omschreven, behelzen naar het oordeel van het hof een representatieve selectie van de overige zich in het dossier bevindende AGD’s, temeer nu die AGD’s zijn gericht aan dezelfde afnemers als waaraan de overige zich in het dossier bevindende AGD’s zijn geadresseerd.
Echter, voor wat betreft de overige zich in het dossier bevindende AGD’s, waarnaar wellicht is bedoeld te verwijzen door gebruik te maken van het woord ‘waaronder’, stelt het hof vast dat de tenlastelegging geen voldoende concrete beschrijving van die AGD’s bevat, noch een vindplaats van die beschrijving in het dossier vermeldt. Het is voor de verdachte, voor zover sprake is van andere dan de in de tenlastelegging gespecificeerde AGD’s, daarom niet voldoende duidelijk waarvan hij wordt beschuldigd en waartegen hij zich dient te verdedigen.
Het vorenoverwogene leidt het hof tot het oordeel dat de tenlastelegging, zoals vervat in de inleidende dagvaarding, voor wat betreft het bezigen van het woord ‘waaronder’, niet voldoet aan de daaraan in artikel 261, eerste en tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering gestelde eisen. Nu de verdediging daarop een beroep heeft gedaan, zal het hof de dagvaarding partieel nietig verklaren.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is, voor zover thans nog aan de orde in hoger beroep, ten laste gelegd dat:
1.[vennootschap verdachte] BV, in de periode 1 oktober 2009 tot en met 1 april 2010, te Heeze en/of Valkenswaard, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), meerdere valse administratief geleidedocumenten heeft opgemaakt, te weten: - Administratief geleidedocument, nummer 1970242, gericht aan [Portugese afnemer MAF] LDA, gedateerd 3 maart 2010 (bijlage D-057-01), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 1970138, gericht aan [Portugese afnemer MAF] LDA, gedateerd 9 februari 2010 (bijlage D-038-07-02), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 1970378, gericht aan [Portugese afnemer LB] , gedateerd 19 maart 2010 (bijlage D-044-01-06), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 1970426, gericht aan [Spaanse afnemer SAD] , gedateerd 23 maart 2010 (bijlage D-035-01-02), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 1970437, gericht aan [Italiaanse afnemer M] , gedateerd 23 maart 2010 (bijlage D-033-36-05), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 197025, gericht aan [Italiaanse afnemer FFIL] , gedateerd 10 november 2009 (bijlage D-043-06-04-01), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 197076, gericht aan [Roemeense afnemer FBT] SRL, gedateerd 14 januari 2010 (bijlage D 2-1, pag. 1166), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 197084, gericht aan [Hongaarse afnemer ML] KFT, gedateerd 24 januari 2010 (bijlage D-083-02-01),elk zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) met het oogmerk deze/dit geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, bestaande het valselijk opmaken en/of vervalsen hierin dat [vennootschap verdachte] BV en of haar mededader(s) (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid op die/dat administratief geleidedocument(en) heeft/hebben vermeld dat alcoholhoudende dranken worden/waren vervoerd naar en overgedragen aan de in de/het geleidedocument(en) genoemde geadresseerde(n), terwijl hij, verdachte, (telkens) tot het plegen van bovenomschreven strafbare feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel aan bovenomschreven strafbare verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, in de periode 1 oktober 2009 tot en met 1 april 2010, te Heeze en/of Valkenswaard, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), meerdere valse administratief geleidedocumenten en/of vrachtbrieven heeft opgemaakt, te weten: - Administratief geleidedocument, nummer 1970242, gericht aan [Portugese afnemer MAF] LDA, gedateerd 3 maart 2010 (bijlage D-057-01), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 1970138, gericht aan [Portugese afnemer MAF] LDA, gedateerd 9 februari 2010 (bijlage D-038-07-02), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 1970378, gericht aan [Portugese afnemer LB] , gedateerd 19 maart 2010 (bijlage D-044-01-06), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 1970426, gericht aan [Spaanse afnemer SAD] , gedateerd 23 maart 2010 (bijlage D-035-01-02), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 1970437, gericht aan [Italiaanse afnemer M] , gedateerd 23 maart 2010 (bijlage D-033-36-05), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 197025, gericht aan [Italiaanse afnemer FFIL] , gedateerd 10 november 2009 (bijlage D-043-06-04-01), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 197076, gericht aan [Roemeense afnemer FBT] SRL, gedateerd 14 januari 2010 (bijlage D 2-1, pag.1166), en/of - Administratief geleidedocument, nummer 197084, gericht aan [Hongaarse afnemer ML] KFT, gedateerd 24 januari 2010 (bijlage D-083-02-01),elk zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) met het oogmerk deze/dit geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, bestaande het valselijk opmaken en/of vervalsen hierin dat hij en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid op die/dat administratief geleidedocument(en) heeft/hebben vermeld dat alcoholhoudende dranken worden/waren vervoerd naar en overgedragen aan de in de/het geleidedocument(en) genoemde geadresseerde(n);
2.[vennootschap verdachte] BV, in de periode 1 december 2009 tot en met 30 april 2010, te Heeze en/of Valkenswaard en/of Nijmegen en/of Apeldoorn, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), een aantal bij de belastingwet voorziene (maand)aangifte(n) voor de accijns, te weten: - aangifte accijns over de maand oktober 2009 (bijlage D-165-01) en/of - aangifte accijns over de maand november 2009 (bijlage D-165-02) en/of - aangifte accijns over de maand december 2009 (bijlage D-165-03) en/of - aangifte accijns over de maand maart 2010 (bijlage D-165-05),(telkens) opzettelijk onjuist/onvolledig heeft gedaan bij de Inspecteur van de Belastingdienst/Douane, bestaande de onjuistheid/onvolledigheid (telkens) hierin dat (alcoholische) dranken, althans goederen, op de vrije markt werden afgezet, althans niet werden overgedragen aan een (andere) accijnsgoederenplaats en dit niet of niet volledig werd aan-/weer-/opgegeven in de betreffende aangifte(n), terwijl dit/deze feit(en) ertoe strek(ken) dat er te weinig belasting wordt geheven, terwijl hij, verdachte, (telkens) tot het plegen van bovenomschreven strafbare feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel aan bovenomschreven strafbare verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, in de periode 1 december 2009 tot en met 30 april 2010, te Heeze en/of Valkenswaard en/of Nijmegen en/of Apeldoorn, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), een aantal bij de belastingwet voorziene (maand)aangifte(n) voor de accijns ten name van [vennootschap verdachte] BV, te weten: - aangifte accijns over de maand oktober 2009 (bijlage D-165-01) en/of - aangifte accijns over de maand november 2009 (bijlage D-165-02) en/of - aangifte accijns over de maand december 2009 (bijlage D-165-03) en/of - aangifte accijns over de maand januari 2010 (bijlage D-165-04) en/of - aangifte accijns over de maand maart 2010 (bijlage D-165-05),(telkens) opzettelijk onjuist/onvolledig heeft gedaan bij de Inspecteur van de Belastingdienst/Douane, bestaande de onjuistheid/onvolledigheid (telkens) hierin dat (alcoholische) dranken, althans goederen, op de vrije markt werden afgezet, althans niet werden overgedragen aan een (andere) accijnsgoederenplaats en dit niet of niet volledig werd aan-/weer-/opgegeven in de betreffende aangifte(n), terwijl dit/deze feit(en) ertoe strek(ken) dat er te weinig belasting wordt geheven;
3.
[vennootschap verdachte] BV, in de periode 1 oktober 2009 tot en met 1 april 2010, te Heeze en/of Valkenswaard en/of Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), opzettelijk een valse administratie heeft opgemaakt, zijnde een administratie een samenstel van geschriften die in onderlinge samenhang bestemd is/zijn om te dienen tot bewijs van het daarin gestelde, (telkens) met het oogmerk dit (samenstel van) geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, bestaande het valselijk opmaken en/of vervalsen hierin dat [vennootschap verdachte] BV (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid een aantal, althans meerdere, (valse) administratief geleidedocumenten en/of andere documenten/geschriften heeft opgenomen/verwerkt in haar administratie, terwijl hij, verdachte, (telkens) tot het plegen van bovenomschreven strafbare feit opdracht heeft gegeven, dan wel aan bovenomschreven strafbare verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in de periode 1 oktober 2009 tot en met 1 april 2010 te Heeze en/of Valkenswaard en/of Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), opzettelijk een valse administratie heeft opgemaakt (ten name van [vennootschap verdachte] BV) , zijnde een administratie een samenstel van geschriften die in onderlinge samenhang bestemd is/zijn om te dienen tot bewijs van het daarin gestelde, (telkens) met het oogmerk dit (samenstel van) geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, bestaande het valselijk opmaken en/of vervalsen hierin dat hij en/of een van zijn mededader(s) (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid een aantal, althans meerdere (valse) administratief geleidedocumenten en/of andere documenten/geschriften heeft opgenomen/verwerkt in deze/genoemde administratie.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. Met betrekking tot het onder feit 2 ten laste gelegde heeft het hof het woord ‘waaronder’ verbeterd gelezen als ‘te weten’. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.[vennootschap verdachte] BV in de periode 1 oktober 2009 tot en met 1 april 2010 te Heeze, meerdere valse administratief geleidedocumenten heeft opgemaakt, te weten: - Administratief geleidedocument, nummer 1970242, gericht aan [Portugese afnemer MAF] LDA, gedateerd 3 maart 2010 en- Administratief geleidedocument, nummer 1970138, gericht aan [Portugese afnemer MAF] LDA, gedateerd 9 februari 2010 en- Administratief geleidedocument, nummer 1970378, gericht aan [Portugese afnemer LB] , gedateerd 19 maart 2010 en- Administratief geleidedocument, nummer 1970426, gericht aan [Spaanse afnemer SAD] , gedateerd 23 maart 2010 en - Administratief geleidedocument, nummer 1970437, gericht aan [Italiaanse afnemer M] , gedateerd 23 maart 2010 en - Administratief geleidedocument, nummer 197025, gericht aan [Italiaanse afnemer FFIL] , gedateerd 10 november 2009 en - Administratief geleidedocument, nummer 197076, gericht aan [Roemeense afnemer FBT] SRL, gedateerd 14 januari 2010 en- Administratief geleidedocument, nummer 197084, gericht aan [Hongaarse afnemer ML] KFT, gedateerd 24 januari 2010,elk zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens met het oogmerk deze geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, bestaande het valselijk opmaken hierin dat [vennootschap verdachte] BV telkens valselijk en in strijd met de waarheid op die administratief geleidedocumenten heeft vermeld dat alcoholhoudende dranken worden/waren vervoerd naar en overgedragen aan de in de geleidedocumenten genoemde geadresseerden, terwijl hij, verdachte, telkens aan bovenomschreven strafbare verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven;
2.[vennootschap verdachte] BV, in de periode 1 december 2009 tot en met 30 april 2010 te Heeze en/of Nijmegen en/of Apeldoorn, althans in Nederland, een aantal bij de belastingwet voorziene maandaangiften voor de accijns, te weten: - aangifte accijns over de maand oktober 2009 en- aangifte accijns over de maand november 2009 en- aangifte accijns over de maand december 2009 en- aangifte accijns over de maand maart 2010,telkens opzettelijk onjuist/onvolledig heeft gedaan bij de Inspecteur van de Belastingdienst/Douane, bestaande de onjuistheid/onvolledigheid telkens hierin dat alcoholische dranken niet werden overgedragen aan een andere accijnsgoederenplaats en dit niet werd aangegeven in de betreffende aangiften, terwijl deze feiten ertoe strekken dat er te weinig belasting wordt geheven, terwijl hij, verdachte, telkens tot het plegen van bovenomschreven strafbare feiten opdracht heeft gegeven;
3.[vennootschap verdachte] BV in de periode 1 oktober 2009 tot en met 1 april 2010 te Heeze, opzettelijk een valse administratie heeft opgemaakt, zijnde een administratie een samenstel van geschriften die in onderlinge samenhang bestemd zijn om te dienen tot bewijs van het daarin gestelde, met het oogmerk dit samenstel van geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, bestaande het valselijk opmaken hierin dat [vennootschap verdachte] BV valselijk en in strijd met de waarheid meerdere valse administratief geleidedocumenten heeft opgenomen/verwerkt in haar administratie, terwijl hij, verdachte, aan bovenomschreven strafbare verboden gedraging feitelijk leiding heeft gegeven.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Algemene bewijsoverwegingen
A.
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierna in de voetnoten genoemde bewijsmiddelen1, in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.