Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-04-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1444, 18/00153
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-04-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1444, 18/00153
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 12 april 2019
- Datum publicatie
- 20 juni 2019
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2019:1444
- Zaaknummer
- 18/00153
Inhoudsindicatie
Motorijtuigenbelasting; ontvankelijkheid bezwaar. Inspecteur mag bij verzending naheffingsaanslag uitgaan van het adres uit het systeem van de Belastingdienst, welke het bevolkingsregister spiegelt. De naheffingsaanslag is verzonden naar het adres van de moeder van belanghebbende in Polen, dit adres staat ook opgenomen in het systeem van de Belastingdienst. De verzending naar dit adres komt voor rekening en risico van belanghebbende want belanghebbende heeft zelf dit adres doorgegeven bij de gemeente.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 18/00153
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] , Polen,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 21 februari 2018, nummer BRE 17/3767, in het geding tussen
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur,
betreffende de hierna te vermelden naheffingsaanslag en boetebeschikking.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is onder aanslagnummer [aanslagnummer] .Y.2.90001 over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 4 oktober 2016 een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting opgelegd ten bedrage van € 6.072 aan belasting, alsmede bij beschikking een boete van € 5.278. Het daartegen gemaakte bezwaar is door de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende is tegen deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Met betrekking tot dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Met betrekking tot dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 126. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgehad op 28 februari 2019 te ‘s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen en gehoord belanghebbende en zijn gemachtigde de heer [gemachtigde] , en, namens de Inspecteur, [inspecteur 1] en de [inspecteur 2] .
Gemachtigde heeft op deze zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij.
Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.
De naheffingsaanslag is verstuurd aan het adres: [adres 1] , [plaats 1] , Polen (hierna: het adres in [plaats 1] ). Dit is het adres van de moeder van belanghebbende.
De dagtekening van de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting is 30 januari 2017.
De Inspecteur heeft de informatie betreffende de woonplaats van belanghebbende uit het systeem Beheer van Relaties (BvR) van de Belastingdienst gehaald. Dit systeem is gebaseerd op de gegevens uit de Basisregistratie Personen (hierna: BRP). Hierin staat vermeld dat belanghebbende van 20 april 2007 tot 25 oktober 2016 woonachtig was aan [adres 2] te [plaats 2] in Nederland. Vanaf 25 oktober 2016 is het adres in [plaats 1] als woonadres opgenomen.
De opgenomen adressen in het BvR hebben allemaal een code. De code 01 betekent dat het adres is overgenomen uit de BRP. De Belastingdienst kan zelf adressen toevoegen aan het systeem. Deze krijgen dan een andere code.
Belanghebbende heeft een gewaarmerkt afschrift, van de gemeente [plaats 2] , uit de BRP overgelegd dat hij per 25 oktober 2016 is uitschreven bij de gemeente en naar Polen is vertrokken.
Belanghebbende is gedurende zijn verblijf in Nederland ook ingeschreven gebleven in Polen. Dit is onder andere vermeld op de ID-kaart van belanghebbende.
Het bezwaarschrift is gedagtekend op 10 maart 2017. Het is ontvangen door de Inspecteur op 21 maart 2017. Het bezwaarschrift is opgesteld door een Poolse mevrouw die woonachtig is in Nederland. Onderaan het bezwaarschrift is het adres in [plaats 1] genoteerd als adres. Er is geen leesbare poststempel aanwezig op de envelop waarin de belanghebbende het bezwaar bij de post heeft afgeleverd.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of het bezwaar van belanghebbende ontvankelijk is.
Belanghebbende is van mening dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden die door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen hieraan op de zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en, naar het Hof begrijpt, tot vernietiging van de uitspraken op bezwaar en tot vernietiging van de naheffingsaanslag en de boetebeschikking. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.