Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 31-01-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:380, 17/00718
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 31-01-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:380, 17/00718
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 31 januari 2019
- Datum publicatie
- 27 maart 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2019:380
- Zaaknummer
- 17/00718
Inhoudsindicatie
WOZ waarde vrijstaande jaren ’60 woning. De Heffingsambtenaar heeft de waarde aannemelijk gemaakt.
Uitspraak
Team belastingrecht
Enkelvoudige Belastingkamer
Kenmerk: 17/00718
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 5 september 2017, nummer BRE 16/6907, in het geding tussen
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Goirle,
hierna: de Heffingsambtenaar,
betreffende de hierna te vermelden beschikking en aanslag.
1 Ontstaan en loop van het geding
De Heffingsambtenaar heeft bij beschikking krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres 1] te [woonplaats] (hierna: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2015 vastgesteld voor het tijdvak 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 op € 339.000. Tegelijkertijd is aan belanghebbende ter zake van de woning een aanslag in de onroerendezaakbelasting over het jaar 2016 opgelegd (hierna: de aanslag), welke aanslag met de beschikking in één geschrift is verenigd. Na tegen voormelde beschikking gemaakt bezwaar heeft de Heffingsambtenaar, bij uitspraak van 18 juli 2016, de waarde van de woning verminderd tot € 284.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd.
Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 124. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgehad op 17 januari 2019 te ‘s-Hertogenbosch.
Aldaar zijn toen verschenen en gehoord [gemachtigde] van [kantoornaam] te [kantoorplaats] , als gemachtigde van belanghebbende, alsmede, namens de Heffingsambtenaar, [taxateur] , taxateur.
Het Hof heeft aan het einde van deze zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:
Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de woning. De woning is een vrijstaande woning uit 1961 met een inhoud van 457 m³. Bij de woning hoort een garage van 40 m² en een berging/schuur van 70 m². De woning is gelegen op een perceel van 550 m².
Tot de gedingstukken behoort een door de Heffingsambtenaar overgelegde waardematrix, opgesteld door [taxateur] , WOZ-taxateur bij [A] b.v. waarin de taxateur tot een waarde van € 284.000 concludeert.
De waardematrix vermeldt de volgende referentieobjecten: [adres 2] , [adres 3] , [adres 4] en [adres 5] , alle te [woonplaats] .
De waardematrix bevat naast het verkoopcijfer en –datum van de genoemde referentieobjecten, ook objectkenmerken als bouwjaar, inhoud en oppervlakte:
Referentieobject |
Bouwjaar |
Verkoopdatum |
Verkoopprijs € |
Oppervl. m² |
Inhoud m³ |
[adres 2] |
1958 |
21-01-2014 |
370.000 |
600 |
450 |
[adres 4] |
1970 |
08-12-2014 |
270.000 |
349 |
433 |
[adres 3] |
omstreeks 1970 |
21-07-2015 |
269.000 |
660 |
504 |
[adres 5] |
1971 |
02-04-2015 |
250.000 |
278 |
460 |
Belanghebbende heeft een taxatierapport overgelegd, opgesteld op 11 mei 2016 door [B] van [C] te [woonplaats] . De waarde van de onroerende zaak is in het taxatierapport bepaald op € 230.414. In het taxatierapport zijn onder meer de objectgegevens en een aantal (lucht)foto’s van en kwalificaties betreffende de woning opgenomen. De taxateur heeft de woning inpandig opgenomen en heeft als referentieobjecten vermeld
[adres 6] , [adres 7] en [adres 8] , alle te [woonplaats] .
De verkoopcijfers en objectkenmerken van genoemde referentieobjecten zijn in een afzonderlijke matrix vermeld.
In hoger beroep heeft belanghebbende een herziene waardematrix overgelegd met als referentieobjecten [adres 6] , [adres 8] en [adres 3] , alle te [woonplaats] .
Van laatstgenoemde referentieobjecten zijn de volgende gegevens vermeld:
Referentieobject |
Bouwjaar |
Verkoopdatum |
Verkoopprijs € |
Oppervl. m² |
Inhoud m³ |
[adres 6] |
1938 |
26-08-2015 |
261.000 |
562 |
465 |
[adres 8] |
1930 |
02-11-2015 |
210.000 |
509 |
560 |
[adres 3] |
1965 |
21-07-2015 |
269.000 |
660 |
504 |
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de waarde van de woning te hoog is vastgesteld.
Belanghebbende is van mening dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Ter zitting hebben zij hun standpunten nader toegelicht.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak van de Heffingsambtenaar en vermindering van de waarde tot € 239.000. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.