Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17-10-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3830, 18/00499, 18/00500 en 18/00501

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17-10-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:3830, 18/00499, 18/00500 en 18/00501

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
17 oktober 2019
Datum publicatie
28 november 2019
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2019:3830
Formele relaties
Zaaknummer
18/00499, 18/00500 en 18/00501

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft eenmanszaak, die boekhoudingen verzorgt, belastingadvies geeft en podiumkunst beoefent. De Inspecteur heeft een boekenonderzoek gehouden naar de aangiften OB over 2011 tot en met 2014. Belanghebbende heeft personenauto’s ter beschikking gehad die hij niet in zijn aangiften OB heeft vermeld. Er zijn naheffingsaanslagen OB 2011 tot en met 2014 met boetes opgelegd. In geschil is of de Inspecteur terecht diverse correcties heeft toegepast, of hij in strijd met diverse beginselen van behoorlijk bestuur heeft gehandeld en of hij terecht en naar het juiste bedrag vergrijpboeten heeft opgelegd.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 18/00499, 18/00500 en 18/00501

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] h.o.d.n. [A] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 24 juli 2018, nummers BRE 17/3093 tot en met 17/3095 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de inspecteur van de belastingdienst,

hierna: de Inspecteur,

inzake na te noemen naheffingsaanslagen en beschikkingen.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn de volgende naheffingsaanslagen in de omzetbelasting opgelegd:

- aanslagnummer [aanslagnummer] F.01.1501 over het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 ten bedrage van € 1.260 aan belasting, alsmede bij beschikking een boete van € 126 en € 208 aan heffingsrente.

- aanslagnummer [aanslagnummer] F.01.2501 over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 ten bedrage van € 1.113 aan belasting, alsmede bij beschikking een boete van € 111 en € 157 aan belastingrente.

- aanslagnummer [aanslagnummer] F.01.4501 over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014 ten bedrage van € 797 aan belasting, alsmede bij beschikking een boete van € 79 en € 63 aan belastingrente.

De naheffingsaanslagen en beschikkingen zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 168.

De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 253. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Belanghebbende heeft schriftelijk gerepliceerd.

1.5.

Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgehad op 1 augustus 2019 te ‘s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .

1.6.

Aan het einde van de zitting heeft het Hof het onderzoek gesloten.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.

2.1.

Belanghebbende drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. De activiteiten van de onderneming bestaan uit het verzorgen van boekhouding, het verstrekken van belastingadvies en de beoefening van podiumkunst.

2.2.

Belanghebbende heeft in de jaren 2010 tot en met 2014 achtereenvolgens de volgende personenauto’s ter beschikking gehad:

Merk

Periode

Cataloguswaarde

Opel Antara

van 26 februari 2009 tot 23 juli 2011

€ 41.383

Subaru Forester

23 juli 2011 tot 20 september 2012

€ 32.789

Hyundai Santa Fe

na 14 september 2012

€ 40.972

De kosten van deze personenauto’s zijn ten laste van de eenmanszaak gekomen. Belanghebbende heeft in de jaren 2011 tot en met 2014 geen omzetbelasting wegens het privégebruik auto aangegeven en voldaan.

2.3.

Bij belanghebbende heeft eind 2015/begin 2016 een boekenonderzoek plaatsgevonden waarbij onder meer de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2014 is beoordeeld.

2.4.

Het rapport van 7 maart 2016 dat is opgemaakt van het boekenonderzoek vermeldt het volgende over de correctie voor voorbelasting in 2011 en over de correctie wegens een creditnota in 2012:

“4.2.3 Inkopen

Uit de administratie van 2012 is gebleken dat er met betrekking tot inkoop van

kantoormateriaal bij [B] een creditnota met datum 11 december 2012

niet is verwerkt in de administratie. Het gaat om een bedrag van netto € 149,99 met aan btw € 31,50 en in totaal een bedrag van € 181,49. (…)

4.3.4

Kleine aanschaffingen kantoor

In administratie van 2011 een factuur aangetroffen met als factuurdatum 10 september 2011 met als factuuradres die van belastingplichtige en als afleveradres die van zijn zoon in [plaats] . Betreft een Dell PC met toebehoren voor Netto € 667,23, btw € 126, 77 totaal € 794,-. Dit bedrag wordt via de bank betaald door belastingplichtige aan zijn zoon. Lijkt alsof de zoon van belastingplichtige de PC voor belastingplichtige gekocht heeft. Echter een dag later krijgt belastingplichtige van zijn zoon via de bank € 512,- betaald onder vermelding van "Dell PC". Hieruit concludeer ik dat de zoon de PC voor een kleiner bedrag heeft verkregen en het dus geen zakelijke uitgaaf ten behoeve van de onderneming van de belastingplichtige is, maar een privé-uitgave.

Correctie 2011 kleine aanschaffingen € 667,-.

(…)

6.3

Voorbelasting

Bij controle van de facturen is gebleken dat er enkele onjuistheden zijn.

In het jaar 2011 (zie punt 4.3.4 van dit rapport) is een privé uitgave gedaan De door derden in rekening gebrachte omzetbelasting is niet als voorbelasting aftrekbaar

Correctie 2011 minder voorbelasting € 127.

In het jaar 2012 is een creditnota niet verwerkt in de administratie, zie punt 4.2.3 van dit rapport.

De voorbelasting dient verminderd te worden met het bedrag aan omzetbelasting op deze creditnota ad € 31.

Correctie 2012 minder voorbelasting (€ 31 + € 135) = € 166”.

2.5.

Naar aanleiding van de uitkomsten van dit boekenonderzoek zijn de naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen voor de jaren 2011 tot en met 2014 opgelegd. De correcties luiden als volgt:

Correcties

2011

2012

2013

2014

Contante ontvangst

€ 52

Privégebruik auto

€ 1.081

€ 947

€ 1.106

€ 1.106

Minder voorbelasting

€ 127

€ 166

KOR

-€ 966

-€ 449

Totaal

€ 1.260

€ 1.113

€ 140

€ 657

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

I. Heeft de Inspecteur terecht de aftrek van voorbelasting gecorrigeerd ten aanzien van de aankoop van een personal computer (hierna: de PC) en een creditnota?

II. Heeft de Inspecteur in strijd gehandeld met diverse beginselen van behoorlijk bestuur?

III. Heeft de Inspecteur terecht en naar het juiste bedrag vergrijpboeten opgelegd?

Belanghebbende is van mening dat de eerste en de derde vraag ontkennend en de tweede vraag bevestigend moeten worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vermindering van de naheffingsaanslagen en vernietiging van de boete- en rentebeschikkingen. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing