Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 08-03-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:958, 17/00735 en 17/00737 tot en met 17/00740

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 08-03-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:958, 17/00735 en 17/00737 tot en met 17/00740

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
8 maart 2019
Datum publicatie
22 mei 2019
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2019:958
Formele relaties
Zaaknummer
17/00735 en 17/00737 tot en met 17/00740
Relevante informatie
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Rome, 25-03-1957 [Tekst geldig vanaf 01-07-2013] art. 56, Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Rome, 25-03-1957 [Tekst geldig vanaf 01-07-2013] art. 57

Inhoudsindicatie

Kansspelbelasting. Art. 2, lid 2, en 3, Wet KSB; art. 56 en 57 VWEU. Blijkens het arrest Hoge Raad 16 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:356 is de plaats van vestiging van de houder bij internetpoker bepalend voor de kwalificatie als binnenlands of buitenlands kansspel. Belanghebbende maakt tegenover de betwisting door de Inspecteur niet aannemelijk dat de houder van het kansspel binnen de Europese Unie is gevestigd. Er is terecht kansspelbelasting geheven van de speler.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 17/00735 en 17/00737 tot en met 17/00740

Uitspraak op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de Inspecteur,

en van het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] (Verenigd Koninkrijk), domicilie gekozen hebbend te [plaats 1] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de in één geschrift verenigde uitspraken van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 14 september 2017, nummers BRE 16/7085 tot en met 16/7089, in het geding tussen

belanghebbende,

en

de Inspecteur,

met betrekking tot na te noemen voldoeningen op aangiften.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft over de onderstaande tijdvakken aangiften kansspelbelasting ingediend:

Zaaknummer

Tijdvakken

17/00737

maart 2009

17/00738

april 2009

17/00739

mei 2009

17/00735 en 17/00740

september 2009

Belanghebbende heeft tegen de voldoeningen op aangiften bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46. De Rechtbank heeft de beroepen inzake de tijdvakken maart tot en met mei 2009 ongegrond verklaard. De Rechtbank heeft het beroep inzake het tijdvak september 2009 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, een teruggaaf van kansspelbelasting van € 636 verleend, de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade van € 500 en in de proceskosten van belanghebbende van € 1.482 en gelast dat de Inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 46 aan deze vergoedt.

1.3.

Tegen de uitspraak inzake het tijdvak september 2009 hebben de Inspecteur en belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. De zaak van de Inspecteur heeft bij het Hof het kenmerk 17/00735 en die van belanghebbende 17/00740. Belanghebbende heeft in de zaak met kenmerk 17/00735 een verweerschrift ingediend. De Inspecteur heeft in de zaak met kenmerk 17/00740 een verweerschrift ingediend.

1.4.

Tegen de uitspraken inzake de tijdvakken maart tot en met mei 2009 heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Deze zijn bij het Hof geregistreerd onder 17/00737 tot en met 17/00739. De Inspecteur heeft in al deze zaken een verweerschrift ingediend.

1.5.

Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft belanghebbende in de zaken met kenmerken 17/00737 tot en met 17/00740 vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 14 februari 2019 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord namens belanghebbende zijn gemachtigde de heer [gemachtigde] , alsmede, namens de Inspecteur, de heer [inspecteur 1] en de heer [inspecteur 2] .

1.7.

De Inspecteur heeft te dezer zitting ieder een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij.

1.8.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.9.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:

2.1.

Belanghebbende is gedurende de tijdvakken waarop het geschil betrekking heeft woonachtig in Nederland.

2.2.

Belanghebbende heeft op internet deelgenomen aan online buitenlandse

kansspelen (poker). In de onderhavige tijdvakken zijn daarmee de in de onderstaande tabel

opgenomen resultaten behaald. Het in de tabel opgenomen resultaat per aanbieder betreft het saldo van prijzen en inzetten per aanbieder in het desbetreffende tijdvak (bedragen in €):

Aanbieder

maart

april

mei

september

Redbet

0

0

0

2.914

Pokernordica

1.441

0

584

0

Heypoker

0

-321

-140

0

PropagandaPoker

3.342

26.646

11.817

0

Victorchandler

-1.855

0

0

-4.919

Mamamiagaming

0

-1.280

10.136

35.869

Pacific Poker

-161

0

0

-56

FullTilt

0

242

-1.267

0

Pokerstars

-1.781

577

249

0

Everest Poker

0

0

0

-4.584

Saldo

986

25.864

21.379

29.224

2.3.

Belanghebbende heeft naar de in 2.2 vermelde saldi van prijzen en inzetten over de

desbetreffende tijdvakken aangiften kansspelbelasting ingediend. Op 30 december 2009 heeft belanghebbende aan kansspelbelasting op aangifte voldaan:

- over het tijdvak maart 2009: € 285;

- over het tijdvak april 2009: € 7.500;

- over het tijdvak mei 2009: € 6.200;

- over het tijdvak september 2009: € 8.474.

Belanghebbende heeft daartegen tijdig bezwaar gemaakt. Op 7 juli 2016 heeft in alle zaken een hoorgesprek plaatsgevonden.

2.4.

De aanbieders Redbet, Heypoker, Victorchandler, Pacific Poker en Everest Poker zijn binnen de EU gevestigd, en de aanbieders Pokernordica, Mamamiagaming, FullTilt en Pokerstars zijn buiten de EU gevestigd.

2.5.

PropagandaPoker.com maakt deel uit van het concern ROMB Ltd. ROMB Ltd. is gevestigd in Malta.

2.6.

Belanghebbende is akkoord gegaan met de online raadpleegbare ‘Terms and Conditions’ waardoor kon worden deelgenomen aan pokerspelen via de website www.propagandapoker.com. In deze ‘Terms and Conditions’ was onder meer het volgende opgenomen:

‘PLEASE REED CAREFULLY THE FOLLOWING LEGALLY BINDING AGREEMENT BETWEEN WWW.PROPAGANDAPOKER.COM AND YOU.

(…)

6.1.

We are a corporation incorporated under the laws of Malta.

We are regulated for the purpose of operating a virtual poker room on the Internet under the name www.propagandapoker.com, under a license issued by the Kahnawake Gaming Commission of the Mohawk Territory of Kahnawake, Canada. (…)’

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft de antwoorden op de volgende vragen:

I. Is belanghebbende over de tijdvakken maart tot en met mei 2009 kansspelbelasting verschuldigd inzake de online deelname aan pokerspelen via de website www.propagandapoker.com?

II. Dienen negatieve resultaten bij binnen de Europese Unie gevestigde aanbieders over het tijdvak september 2009 bij de berekening van de verschuldigde kansspelbelasting in aanmerking te worden genomen, en zo ja op welke wijze?

III. Dient in verband met de overschrijding van de redelijke termijn de immateriële schadevergoeding te worden vastgesteld op € 1.000 in plaats van € 500, zoals de Rechtbank heeft gedaan?

Bij vraag I is meer in het bijzonder in geschil of de heffing op grond van artikel 3, lid 1, onderdeel c van de Wet op de kansspelbelasting (hierna: Wet KSB) in die tijdvakken in strijd is met het vrije verkeer van diensten van het Verdrag werking Europese Unie (hierna: artikel 56 VWEU). Daarbij spitst het geschil zich toe op de vraag of de houder van de online pokerspelen via de website www.propagandapoker.com gevestigd is binnen de Europese Unie, te weten op Malta.

De Inspecteur is van mening dat heffing van kansspelbelasting niet in strijd is met artikel 56 VWEU en vraag I derhalve bevestigend moet worden beantwoord. Belanghebbende is de tegenovergestelde opvatting toegedaan. Tijdens het onderzoek ter zitting heeft de Inspecteur uitdrukkelijk en onvoorwaardelijk bevestigd, dat ROMB Ltd. (feitelijk) op Malta is gevestigd.

Vraag II beantwoordt de Inspecteur primair ontkennend; belanghebbende is de tegenovergestelde opvatting toegedaan. Belanghebbende is van mening dat vraag III bevestigend moet worden beantwoord. Voor vraag III refereert de Inspecteur zich aan het oordeel van het Hof.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden, die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van de zittingen opgemaakte processen-verbaal.

3.3.

De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank inzake het tijdvak september 2009, ongegrondverklaring van het bij de Rechtbank ingestelde beroep inzake het tijdvak september 2009 en tot bevestiging van de uitspraken van de Rechtbank inzake de tijdvakken maart tot en met mei 2009. Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank, tot gegrondverklaring van de bij de Rechtbank ingestelde beroepen, tot vernietiging van de uitspraken op de bezwaren, tot teruggaven van de op aangiften voldane kansspelbelasting van € 285 (maart 2009), € 7.500 (april 2009), € 3.428 (mei 2009) en € 845 (september 2009) en tot toekenning van een immateriële schadevergoeding van € 1.000.

4 Gronden

5 Beslissing