Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-04-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1120, 19/00385

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-04-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1120, 19/00385

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
2 april 2020
Datum publicatie
6 april 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:1120
Zaaknummer
19/00385

Inhoudsindicatie

De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat hij de waarde van de onroerende zaak niet te hoog heeft vastgesteld. De rechtbank is in haar uitspraak en de heffingsambtenaar is in zijn uitspraak op bezwaar voldoende ingegaan op de bezwaren van belanghebbende. Hoger beroep is ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Enkelvoudige Belastingkamer

Nummer: 19/00385

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 20 juni 2019, nummer BRE 18/713, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hilvarenbeek,

hierna: de Heffingsambtenaar,

betreffende hierna vermelde beschikking en aanslag.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De Heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) de beschikking gegeven (hierna: de WOZ‑beschikking). De waarde van de onroerende zaak [adres 1] te [plaats 1] (hierna: de onroerende zaak) is naar de waardepeildatum 1 januari 2016 bepaald op € 185.000. Deze waardebepaling geldt voor het jaar 2017. Tegelijkertijd is de aanslag onroerende‑zaakbelastingen voor het jaar 2017 bekendgemaakt (hierna: de aanslag).

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking en aanslag.

1.3.

De Heffingsambtenaar heeft op 17 januari 2018 uitspraak op bezwaar gedaan.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het Hof. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

De zitting heeft plaatsgehad op 20 februari 2020 te ’s-Hertogenbosch. Op deze zitting zijn verschenen [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de Heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar] .

1.7.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. Dit betreft rijwoning met berging uit 2015. Het perceel waarop de onroerende zaak is gelegen heeft een oppervlakte van ongeveer 115 m². De onroerende zaak wordt door belanghebbende verhuurd.

2.2.

De waarde van de onroerende zaak is door de Heffingsambtenaar naar de waardepeildatum 1 januari 2016 vastgesteld op € 185.000.

2.3.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak en de aanslag gehandhaafd.

2.4.

Ter onderbouwing van de beschikte waarde van € 185.000 verwijst de Heffingsambtenaar naar de op 20 maart 2018 door taxateur [taxateur] opgemaakte waardematrix (hierna: de waardematrix). De onroerende zaak is getaxeerd op een waarde van € 185.000

2.5.

De Heffingsambtenaar heeft de beschikte waarde onderbouwd met drie in de waardematrix opgenomen vergelijkingsobjecten (hierna: de vergelijkingsobjecten):

-

[adres 2] , te [plaats 1] , transactiedatum [datum 1] -2015, verkoopprijs € 198.000;

-

[adres 3] , te [plaats 1] , transactiedatum [datum 2] -2016, verkoopprijs € 185.000;

-

[adres 4] , te [plaats 2] , transactiedatum [datum 3] -2015, verkoopprijs € 190.000.

3 Geschil, alsmede conclusies van partijen

3.1.

In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum 1 januari 2016.

3.2.

Belanghebbende heeft op de zitting zijn stelling dat is uitgegaan van een onjuiste oppervlakte van het perceel ingetrokken.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar, tot verlaging van de waarde van de onroerende zaak naar primair € 158.000 en subsidiair € 177.000 en dienovereenkomstige vermindering van de aanslag.

3.4.

De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden