Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-04-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1198, 18/00157
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-04-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1198, 18/00157
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 9 april 2020
- Datum publicatie
- 14 april 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2020:1198
- Zaaknummer
- 18/00157
Inhoudsindicatie
WOZ-waarde woning. Heffingsambtenaar maakt waarde aannemelijk. Waardedruk gebreken verdisconteerd in taxatie.
Uitspraak
Team belastingrecht
Enkelvoudige Belastingkamer
Kenmerk: 18/00157
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonend te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Limburg (hierna: de rechtbank) van 15 maart 2018, nummer ROE 17/1776, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Landgraaf
hierna: de heffingsambtenaar,
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) een beschikking gegeven (hierna: de WOZ-beschikking) en daarbij de waarde van de onroerende zaak [adres 1] te [woonplaats] (hierna: de woning) vastgesteld. Tevens is de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2017 (hierna: de aanslag) opgelegd.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt.
De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgevonden op 10 januari 2020 te ’s-Hertogenbosch. Daar is belanghebbende verschenen. De heffingsambtenaar is niet verschenen. De griffier heeft verklaard dat hij de heffingsambtenaar bij brief van 2 december 2019 heeft uitgenodigd voor de zitting met vermelding van datum, plaats en tijdstip van de zitting. Deze brief, met nummer BK-SHE 18/00157, is aangetekend verzonden naar het door de heffingsambtenaar opgegeven adres.
Het hof heeft het onderzoek op de zitting geschorst en daarbij bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat. Vervolgens heeft het hof partijen verzocht schriftelijk inlichtingen te geven en/of stukken in te zenden. Partijen hebben aan dit verzoek voldaan.
Het hof heeft vervolgens bepaald dat een nadere zitting achterwege kan blijven. Geen van partijen heeft – na navraag door het hof – verklaard gebruik te willen maken van hun recht om op een nadere zitting te worden gehoord. Het hof heeft partijen schriftelijk meegedeeld dat het onderzoek is gesloten.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het hof komen vast te staan.
Belanghebbende is eigenaar van de woning. Het betreft een in 1930 gebouwde twee onder één kap woning met garage, dakkapel en paardenstal. De woning heeft een inhoud van 508 m3 en een perceeloppervlakte van 1.030 m2.
Ter onderbouwing van de door hem aan de woning toegekende waarde van € 141.000 heeft de heffingsambtenaar een taxatierapport van taxateur [taxateur 1] , WOZ-taxateur, overgelegd. In dat rapport is de waarde in het economisch verkeer van de woning per de waardepeildatum 1 januari 2016 getaxeerd op € 141.000. Deze waarde is onderbouwd met de verkoopcijfers van de volgende drie referentieobjecten:
- [adres 2] te [woonplaats] , verkocht op 1 december 2016 voor € 175.000;
- [adres 3] te [woonplaats] , verkocht op 18 mei 2015 voor € 145.000;
- [adres 4] te [woonplaats] , verkocht op 2 mei 2017 voor € 200.000.
In het taxatierapport zijn gegevens en foto’s van de woning, gegevens en foto’s van de referentieobjecten en een matrix opgenomen.
Belanghebbende heeft ter onderbouwing van de door hem bepleite waarde van de woning van € 95.000 een taxatierapport van taxateur [taxateur 2] overgelegd. In dat rapport is de waarde in het economisch verkeer van de woning per de waardepeildatum 22 juni 2016 getaxeerd op € 140.000 dan wel € 92.000. Deze waarden zijn onderbouwd met gegevens en foto’s van de woning.
De waarde van de woning is door de heffingsambtenaar per de waardepeildatum 1 januari 2016 vastgesteld op € 141.000.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar de waarde van de woning en de aanslag gehandhaafd.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de heffingsambtenaar de waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2016 te hoog heeft vastgesteld.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de vastgestelde waarde tot € 95.000. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.