Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17-04-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1282, 19/00333

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17-04-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1282, 19/00333

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
17 april 2020
Datum publicatie
20 april 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:1282
Formele relaties
Zaaknummer
19/00333

Inhoudsindicatie

WOZ. Waarde woning in agrarisch gebied wordt in goede justitie vastgesteld.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummer: 19/00333

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant (hierna: de rechtbank) van 14 mei 2019, nummer SHE 18/2685 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking Oost-Brabant,

hierna: de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) de beschikking gegeven (hierna: de WOZ‑beschikking) en daarbij de waarde van de onroerende zaak [adres] te [woonplaats] (hierna: de onroerende zaak) vastgesteld. Tegelijkertijd is de aanslag onroerende-zaakbelasting voor het jaar 2018 bekendgemaakt.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak de waarde van de onroerende zaak gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.

1.4.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De zitting heeft plaatsgevonden op 5 februari 2020 te ‘s-Hertogenbosch. Op deze zitting zijn verschenen belanghebbende, ter bijstand vergezeld door [A] , alsmede, namens de heffingsambtenaar, [verweerder 1] en [verweerder 2] .

1.6.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende was op de waardepeildatum 1 januari 2017 eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. De onroerende zaak betreft een perceel van 2.885 m2 met daarop een woning (bouwjaar 1930) met carport (bouwjaar 1980) en twee schuren (bouwjaar 1930). De grond is te verdelen in ‘grond bij eengezinswoning’ van 1.100 m2 en grasland (niet vrijgesteld) van 1.785 m2. Op de waardepeildatum was ter plaatse van kracht het (in 2013 vastgestelde) bestemmingsplan ‘ [bestemmingsplan] ’ en had de onroerende zaak de bestemming ‘agrarisch’ met functieaanduiding ‘wonen’. De onroerende zaak is gelegen in het buitengebied van de gemeente Landerd, in een agrarische omgeving. Naast de onroerende zaak is een varkenshouderij gevestigd.

2.2.

De heffingsambtenaar heeft middels de WOZ-beschikking de waarde van de onroerende zaak per de waardepeildatum vastgesteld op € 169.000. Volgens het taxatieverslag is de WOZ-waarde van de onroerende zaak bepaald aan de hand van rond de waardepeildatum gerealiseerde verkoopcijfers van vergelijkbare objecten. Belanghebbende heeft in bezwaar aangevoerd dat deze objecten onvoldoende vergelijkbaar zijn. De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar besloten de waarde van de onroerende zaak te handhaven. Naar aanleiding van de beroepsprocedure heeft een hertaxatie plaatsgevonden. Daarbij is inderdaad gebleken dat de referentieobjecten onvoldoende vergelijkbaar waren met de onroerende zaak. Tot de gedingstukken behoort een taxatierapport van 31 januari 2019 dat in opdracht van de heffingsambtenaar is opgesteld door [verweerder 2] , taxateur. Op basis van de ligging binnen een agrarisch gebied in combinatie met de bestemming agrarisch met functieaanduiding wonen is besloten de waarde opnieuw te bepalen aan de hand van de landelijke ‘Taxatiewijzer agrarische gebouwen waardepeildatum 1 januari 2017’. De waarde van de bij de woning behorende grond is bepaald aan de hand van de landelijke ‘Taxatiewijzer Grond bij agrarische objecten waardepeildatum 1 januari 2017’. De onroerende zaak is inpandig opgenomen op 17 januari 2019. Het taxatierapport bevat naast gegevens van de onroerende zaak onder meer de van belang zijnde kengetallen uit de beide taxatiewijzers, matrices met de berekening van de m3-prijs van de woning en van de grondwaarden, en gegevens van de geanalyseerde regionale verkopen. In het taxatierapport is de waarde van de onroerende zaak berekend op € 154.000.

2.3.

De rechtbank heeft de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 154.000.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

In hoger beroep is in geschil of de door de rechtbank voor de onroerende zaak tot € 154.000 verlaagde WOZ-waarde niet te hoog is.

3.2.

Belanghebbende concludeert, naar het hof begrijpt, tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en vermindering van de bij de WOZ-beschikking vastgestelde waarde tot nihil en tot dienovereenkomstige vermindering van de aanslagen. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing