Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-06-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1850, 19/00783 tot en met 19/00785

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-06-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1850, 19/00783 tot en met 19/00785

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
19 juni 2020
Datum publicatie
22 juni 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:1850
Zaaknummer
19/00783 tot en met 19/00785

Inhoudsindicatie

Belanghebbende maakt ruimschoots na dagtekening van (belasting)aanslagen bezwaar. Het bezwaar wordt niet-ontvankelijk verklaard. Belanghebbende is het daarmee niet eens. In geschil is of de aanslagen en verwante beschikkingen op de voorgeschreven wijze bekend zijn gemaakt en, zo ja, de verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. Het hof is van oordeel dat rechtsgeldig is bekendgemaakt en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Belanghebbende heeft niet zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk bezwaar gemaakt.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 19/00783 tot en met 19/00785

Uitspraak op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 22 november 2019, nummers BRE 19/1944 tot en met 19/1946, in het geding tussen

de inspecteur,

en

[belanghebbende] ,

Wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2011 de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Daarbij is ook heffingsrente in rekening gebracht en een verzuimboete aan belanghebbende opgelegd. De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard.

1.2.

Aan belanghebbende zijn over het jaar 2012 aanslagen in de IB/PVV en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd. Daarbij is ook belastingrente in rekening gebracht. Bij de aanslag IB/PVV is ook een verzuimboete aan belanghebbende opgelegd. De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende niet‑ontvankelijk verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de inspecteur beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en, onder meer, de uitspraken op bezwaar vernietigd, en de zaken teruggewezen naar de inspecteur om opnieuw uitspraken op bezwaar te doen.

1.4.

De inspecteur heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De zitting heeft met toestemming van partijen door middel van een telefonische vergadering plaatsgehad op 28 mei 2020 te ’s-Hertogenbosch. Beide partijen hebben telefonisch aan deze zitting deelgenomen. Namens belanghebbende heeft deelgenomen zijn gemachtigde [gemachtigde] . Namens de inspecteur hebben deelgenomen [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .

1.6.

Aan het slot van de zitting heeft het hof het onderzoek gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd.

1.7.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende was gedurende de onderstaande tijdvakken als volgt ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP):

Postcode Huisnr. Straat Plaats Ing. Dat. Verv. Dat

[postcode 1] 1 [straat 1] [plaats] 3-10-2014 5-1-2016

[postcode 2] 36A [straat 2] [woonplaats] 19-2-2014 3-10-2014

2.2.

Het biljet waarin de aanslag IB/PVV, de rentebeschikking en de boetebeschikking over het jaar 2011 zijn opgenomen (hierna: het aanslagbiljet 2011) is gedagtekend 17 september 2014. Dit biljet is geadresseerd aan belanghebbende op het adres [straat 2] 36-A, [postcode 2] , [woonplaats] .

2.3.

De biljetten waarin de aanslagen IB/PVV en Zvw, de rentebeschikkingen en de boetebeschikking over het jaar 2012 zijn opgenomen (hierna: de aanslagbiljetten 2012) zijn gedagtekend 24 oktober 2014. Deze biljetten zijn geadresseerd aan belanghebbende op het adres [straat 1] 1, [postcode 1] , [plaats] .

2.4.

Bij brieven van 12 november 2015 heeft de ontvanger van de Belastingdienst verzoeken om uitstel van betaling van de hiervoor genoemde aanslagen afgewezen.

2.5.

Met dagtekening 3 september 2018 heeft belanghebbende bezwaar gemaakt tegen de onderhavige aanslagen, rentebeschikkingen en boetebeschikkingen. De inspecteur heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is de ontvankelijkheid van het bezwaar tegen de onderhavige aanslagen, rentebeschikkingen en boetebeschikkingen.

3.2.

De inspecteur is van mening dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Belanghebbende vindt het tegenovergestelde.

3.3.

De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep (in eerste aanleg). Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing