Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-07-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1997, 20/00016 en 20/00017

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-07-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1997, 20/00016 en 20/00017

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
2 juli 2020
Datum publicatie
6 juli 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:1997
Zaaknummer
20/00016 en 20/00017

Inhoudsindicatie

Belanghebbende woont in Marokko en heeft geen inkomen in Nederland. Haar echtgenoot woont in Nederland en heeft wel inkomen in Nederland. Tot en met 2014 kreeg belanghebbende de algemene heffingskorting uitbetaald, omdat zij had gekozen voor een behandeling als binnenlandse belastingplichtige. Met ingang van 2015 is die regeling afgeschaft en is van belang of zij kan worden aangemerkt als een zogenoemde kwalificerende buitenlandse belastingplichtige. Dat kan alleen indien iemand in een andere EU-lidstaat of EER-staat, Zwitserland of op de BES-eilanden woont. Dat is niet het geval. Om die reden krijgt belanghebbende met ingang van 2015 de algemene heffingskorting niet meer uitbetaald. Het hof oordeelt dat hier geen sprake is van een ongeoorloofde discriminatie.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 20/00016 en 20/00017

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in Marokko, domicilie kiezend in [plaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 28 november 2019, nummers BRE 18/6886 en 18/6887 in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

Samenvatting van de uitspraak

Belanghebbende woont in Marokko en heeft geen inkomen in Nederland. Haar echtgenoot woont in Nederland en heeft wel inkomen in Nederland. Tot en met 2014 kreeg belanghebbende de algemene heffingskorting uitbetaald, omdat zij had gekozen voor een behandeling als binnenlandse belastingplichtige. Met ingang van 2015 is die regeling afgeschaft en is van belang of zij kan worden aangemerkt als een zogenoemde kwalificerende buitenlandse belastingplichtige. Dat kan alleen indien iemand in een andere EU-lidstaat of EER-staat, Zwitserland of op de BES-eilanden woont. Dat is niet het geval. Om die reden krijgt belanghebbende met ingang van 2015 de algemene heffingskorting niet meer uitbetaald. Het hof oordeelt dat hier geen sprake is van een ongeoorloofde discriminatie.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft nihilaanslagen inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen voor de jaren 2015 en 2016 opgelegd.

1.2.

Belanghebbende heeft tegen beide aanslagen bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft beide beroepen beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het hof heeft bepaald dat de zitting achterwege kan blijven. Geen van partijen heeft – na navraag door het hof – verklaard gebruik te willen maken van hun recht om op een zitting te worden gehoord. Het hof heeft partijen schriftelijk meegedeeld dat het onderzoek is gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is in de onderhavige jaren inwoner van Marokko en geniet geen Nederlands inkomen. Haar echtgenoot is woonachtig in Nederland en geniet wel inkomen in Nederland.

2.2.

Over beide jaren heeft de inspecteur een nihilaanslag opgelegd en geen uitbetaling van heffingskorting verleend.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of belanghebbende recht heeft op uitbetaling van heffingskorting op grond van artikel 8.9 en 8.9a Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001).

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en tot uitbetaling van de heffingskorting. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing