Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-07-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2069, 18/00488

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-07-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2069, 18/00488

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
9 juli 2020
Datum publicatie
13 juli 2020
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:2069
Formele relaties
Zaaknummer
18/00488
Relevante informatie
Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024] art. 229b

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft in 2014 een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een windpark met windturbines ingediend. De gemeente heeft daarvoor leges geheven. In geschil is ondermeer of de opbrengstlimiet uit artikel 229b, lid 1 van de Gemeentewet is overschreden. Het hof oordeelt dat dit het geval is. De aanvraag was namelijk in 2014 redelijkerwijs te verwachten en de heffingsambtenaar heeft niet inzichtelijk gemaakt hoe de gemeente de baten heeft geraamd op het bedrag dat in de begroting is opgenomen.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 18/00488

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 11 juli 2018, nummer BRE 15/1653 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Schouwen-Duivenland,

hierna: de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft een aanslag leges opgelegd.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt.

1.3.

De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

De heffingsambtenaar heeft voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank.

1.7.

Belanghebbende heeft in reactie op het verweerschrift een conclusie van repliek ingediend en daarin ook schriftelijk gereageerd op het voorwaardelijk incidentele hoger beroep. De heffingsambtenaar heeft vervolgens een conclusie van dupliek ingediend.

1.8.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de heffingsambtenaar.

1.9.

De zitting heeft plaatsgevonden op 11 juli 2019 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen namens belanghebbende [A] en [B] , en haar gemachtigde [gemachtigde] en, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar 1] en [heffingsambtenaar 2] .

1.10.

Belanghebbende heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij.

1.11.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan partijen is verzonden.

1.12.

Het hof heeft het onderzoek op de zitting geschorst en daarbij bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat. Vervolgens heeft het hof de heffingsambtenaar de gelegenheid gegeven om te reageren op het nader stuk van belanghebbende. Belanghebbende heeft op deze reactie van de heffingsambtenaar gereageerd. De heffingsambtenaar heeft tot slot een nader stuk ingediend.

1.13.

Het hof heeft vervolgens bepaald dat een nadere zitting achterwege kan blijven. Geen van partijen heeft – na navraag door het hof – verklaard gebruik te willen maken van hun recht om op een nadere zitting te worden gehoord. Het hof heeft partijen schriftelijk medegedeeld dat het onderzoek is gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is in 2009 begonnen met de planning van de bouw van een park met windturbines. De gemeente is vanaf het begin bij dit project betrokken geweest.

2.2.

Per e-mail van 21 oktober 2013 heeft belanghebbende aan onder meer de gemeente Schouwen-Duiveland (hierna: de gemeente) een indicatieve planning voor de voortgang van het project toegestuurd. In die planning is onder meer vermeld dat de aanvragen voor vergunningen in februari 2014 zullen worden ingediend.

2.3.

In de jaren 2012, 2013 en 2014 heeft de gemeente met betrekking tot omgevingsvergunningen de volgende baten en lasten gerealiseerd:

baten

lasten

2012

€ 974.993

€ 2.432.026

2013

€ 1.231.998

€ 2.237.334

2014

€ 2.903.160

€ 2.041.414

Totaal

€ 5.110.151

€ 6.710.774

2.4.

De begroting van de gemeente voor 2014 is op 14 november 2013 vastgesteld en vermeldt de volgende geraamde bedragen voor leges:

Geraamde baten:

Omgevingsvergunningen: € 1.250.410

Overige diensten: € 737.553

Totaal € 1.987.963

Geraamde lasten:

Omgevingsvergunningen: € 2.006.977

Overige diensten: € 1.118.246

Totaal € 3.125.224

2.5.

De programmabegroting van de gemeente voor de jaren 2014-2017 is eveneens op 14 november 2013 vastgesteld en bevat over leges het volgende:

“Naast de hierboven genoemde heffingen worden ook nog leges en andere rechten geheven. Deze zijn gekoppeld aan door de gemeente te leveren diensten (…).

(…)

1.5.

Kostendekkendheidsonderzoeken.De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft met de rijksoverheid afgesproken dat de kostenonderbouwing van gemeentelijke heffingen transparanter moet worden. De VNG heeft daarom enkele modellen ontwikkeld waarmee gemeenten tot een transparante kostenonderbouwing kunnen komen.

Op dit moment zijn de hierna genoemde modellen kostenonderbouwing beschikbaar:

• lijkbezorgingrechten

• rioolheffing

• afvalstoffenheffing

• leges omgevingsvergunning

• leges algemene dienstverlening (…)”

In het overzicht incidentele baten en lasten dat bij deze begroting hoort, wordt geen melding gemaakt van het te verwachten bedrag voor de hierna omschreven aanvraag.

2.6.

De gemeente heft leges voor het in behandeling nemen van een vergunningsaanvraag op grond van de op 14 november 2013 vastgestelde Verordening leges 2014 (hierna: de Verordening).

2.7.

Belanghebbende heeft op 20 mei 2014 een aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van 35 windturbines met compacte transformatorstations.

2.8.

Met dagtekening 5 juli 2014 heeft de heffingsambtenaar wegens de aanvraag een schriftelijke kennisgeving leges (aanslagnummer [aanslagnummer] ) aan belanghebbende gestuurd. Deze kennisgeving vermeldt een betalen bedrag van € 2.145.063,45 aan leges. Dit bedrag bestaat uit:

- een bedrag van € 163,60 met de omschrijving:

“Het plaatsen van 35 windturbines met bijbehorende compacte transformatorstations, [plaats Y] , [kenmerk] - Toets nader onderzoek bodem vlgs. NTA 5755”

- een bedrag van € 2.144.899,85 met de omschrijving:

“Het plaatsen van 35 windturbines met bijbehorende compacte transformatorstations, [plaats Y] , [kenmerk] – Bouwen 2.1.1.a Wabo: Bouwactiviteit”

2.9.

Op 23 maart 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente besloten een omgevingsvergunning aan belanghebbende te verlenen.

2.10.

Het windpark is in 2019 opgeleverd.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

I. Is de Verordening onverbindend omdat de opbrengstlimiet uit artikel 229b, lid 1, van de Gemeentewet is overschreden?

II. Is de Verordening onverbindend omdat sprake is van kruissubsidiering die is verboden door de Dienstenrichtlijn?

3.2.

Belanghebbende concludeert primair tot onverbindendheid van de Verordening en vernietiging van de aanslag en subsidiair tot vermindering van de aanslag tot een bedrag van € 500.000. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing