Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-07-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2478, 19/00638
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-07-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2478, 19/00638
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 23 juli 2020
- Datum publicatie
- 1 september 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2020:2478
- Zaaknummer
- 19/00638
Inhoudsindicatie
Legessanctie niet van toepassing. Gemeente heeft aan de actualiseringsplicht voldaan. Dat het bestemmingsplan later op onderdelen is vernietigd, doet daar niet aan af.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 19/00638
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 19 september 2019, nummer BRE 18/3189 in het geding tussen
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats] -Chaam,
hierna: de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende bij nota van 6 februari 2018 leges in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt.
De heffingsambtenaar heeft uitspraak op het bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgevonden op 1 juli 2020 te ‘s-Hertogenbosch. Op deze zitting zijn verschenen namens belanghebbende, [A] , en, namens de heffingsambtenaar, [B] .
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Bij raadsbesluit van 22 februari 2001 is het bestemmingsplan “Buitengebied Alphen” vastgesteld.
Bij raadsbesluit van 11 februari 2010 is het bestemmingsplan “Buitengebied Alphen‑Chaam 2010” vastgesteld. Dit bestemmingsplan is in 2011 door de Raad van State op onderdelen vernietigd.
Belanghebbende heeft een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een vleeskalverhouderij op het adres [adres] in [plaats] ingediend. Op 6 februari 2018 is een besluit genomen op deze aanvraag.
Belanghebbende heeft als bouwkosten een bedrag opgegeven van € 505.605 exclusief omzetbelasting. De heffingsambtenaar heeft op basis van deze bouwkosten de legeskosten vervolgens vastgesteld op € 15.269,27.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
In geschil is het antwoord op de vraag of de legesnota moet worden vernietigd omdat de legessanctie als bedoeld in artikel 3.1, lid 4, Wet ruimtelijke ordening (Wro) van toepassing is.
Indien deze vraag ontkennend moet worden beantwoord, is tussen partijen niet in geschil dat de legesnota terecht en naar het juiste bedrag is opgelegd.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en van de uitspraak van de heffingsambtenaar en van de legesnota. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.