Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 28-01-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:249, 200.233.580_01

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 28-01-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:249, 200.233.580_01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
28 januari 2020
Datum publicatie
30 januari 2020
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:249
Zaaknummer
200.233.580_01

Inhoudsindicatie

Veroordeling tot betaling van aan erfgenamen toekomend contant geld. Vordering tot afgifte van een hond afgewezen. Schadevergoeding.

Uitspraak

Team Handelsrecht

zaaknummer 200.233.580/01

arrest van 28 januari 2020

in de zaak van

[wettelijk vertegenwoordiger] i.h.h.v. wettelijk vertegenw. v.h thans nog minderjarige kinderen, 1. [de minderjarige 1] , 2. [de minderjarige 2] , 3 [de minderjarige 3],

wonende te [woonplaats] ,

appellante in principaal hoger beroep,

geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als [appellante] ,

advocaat: mr. M.R.O. van Ooijen,

tegen

1 [geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,

2. [geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,

3. [geïntimeerde 3] ,wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerden in principaal hoger beroep,

en [geïntimeerde 1] appellante in incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als ieder afzonderlijk [geïntimeerde 1] , [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] .

advocaat: mr. F.B. Kloppenburg te Leiden,

op het bij exploot van dagvaarding van 4 december 2017 en 5 december 2017 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 6 september 2017, door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, gewezen tussen [appellante] als eiseres en [geïntimeerde 1] , [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] als gedaagden.

1 Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/327116/HA ZA 17-116)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis en naar het vonnis van 5 april 2017.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding in hoger beroep;

-

de memorie van grieven met producties;

-

het depot van de zijde van [appellante] van 16 mei 2018, CD-rom met twee geluidsopnamen (ziekenhuis [ziekenhuis 1] en [ziekenhuis 2] );

-

de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep;

-

de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep (per abuis memorie van grieven in incidenteel appel genoemd);

-

de akte, inhoudende overleggen aanvullende producties in principaal hoger beroep van [appellante] ;

-

de antwoordakte van [geïntimeerde 1] , [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] ;

Het hof heeft op 14 mei 2019 een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg. Gezien artikel 226 Rv jo artikel 225 lid 4 Rv jo artikel 353 Rv vindt geen schorsing van de procedure plaats wegens ontbreken van advocaat van appellant.

3 De beoordeling

4 De uitspraak