Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-11-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:3499, 19/00531 en 19/00532
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12-11-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:3499, 19/00531 en 19/00532
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 12 november 2020
- Datum publicatie
- 17 november 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2020:3499
- Zaaknummer
- 19/00531 en 19/00532
Inhoudsindicatie
In geschil is of de inkomsten uit kitesurfactiviteiten en/of het modellenwerk genoten zijn als winst uit onderneming en zo ja, of belanghebbende recht heeft op zelfstandigen-en startersaftrek. Hoewel het hof de kitesurfactiviteiten en het modellenwerk wel als samenhangende activiteiten heeft aangemerkt, is het hof van oordeel dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er voldaan is aan de vereisten van ondernemerschap. Het gelijkheidsbeginsel is niet geschonden.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummers: 19/00531 en 19/00532
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonend in [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 9 augustus 2019, nummers BRE 18/304 en 18/305 in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft de aanslagen inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) 2015 en inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet (hierna: ZVW) 2015 opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt.
De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de inspecteur.
Partijen hebben ieder voor de zitting een pleitnota toegezonden aan het hof. De griffier heeft deze pleitnota’s doorgestuurd naar de andere partij. Deze pleitnota’s worden met instemming van partijen geacht ter zitting te zijn voorgelezen.
De zitting heeft digitaal via beeldverbinding plaatsgevonden op 19 juni 2020 in
’s-Hertogenbosch. Daar hebben toen deelgenomen belanghebbende en zijn gemachtigde [gemachtigde] , verbonden aan [kantoornaam] ,
en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .
Op deze zitting zijn gelijktijdig behandeld de zaak 19/00531 en de zaak 19/00532.
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.
2 Feiten
Belanghebbende is professioneel kitesurfer en doet daarnaast modellenwerk. Hij heeft zich op [datum] 2013 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Volgens deze inschrijving exploiteert belanghebbende een eenmanszaak en bestaan de activiteiten van de eenmanszaak uit coaching op het gebied van topsport, uit het geven van demo’s en clinics en uit modellenwerk.
In 2015 heeft belanghebbende voor zijn modellenwerk met name gewerkt voor [A] en [B] . Voor deze modellenbureau’s heeft hij in 2015 negen opdrachten uitgevoerd. Daarnaast heeft hij één modellenopdracht uitgevoerd voor [C] . Met het modellenwerk heeft hij in 2015 de volgende inkomsten gegenereerd:
[A] |
€ 3.884 |
[B] |
€ 4.089 |
[C] |
€ 400 |
Voor de kitesurfactiviteiten had belanghebbende in 2015 twee sponsoren, [D BV] en [E] . Van deze sponsoren heeft belanghebbende de volgende bedragen ontvangen:
[D BV] |
€ 2.533 |
[E] |
€ 5.873 |
In 2015 heeft belanghebbende twee coaching dagen verzorgd voor [F BV] . Hiermee heeft belanghebbende volgens het overzicht de volgende inkomsten behaald:
[F BV] |
€ 200 |
Belanghebbende heeft de inkomsten in zijn aangifte IB/PVV 2015 aangegeven als winst uit onderneming. Hij heeft een bedrag van € 9.663 aan kosten opgevoerd in zijn aangifte. Van deze kosten heeft belanghebbende de volgende specificatie gegeven:
Reis- en verblijfskosten |
€ 6.977 |
Relatiegeschenken |
€ 181 |
Representatiekosten |
€ 2.202 |
Telefoonkosten |
€ 18 |
Advertentie |
€ 285 |
In de door belanghebbende opgestelde balans per 1 januari 2015 staat een ondernemingsvermogen vermeld van € 560, bestaande uit handelsdebiteuren (€ 500), vordering omzetbelasting (€ 54) en liquide middelen (€ 6). Per 31 december 2015 geeft belanghebbende een ongespecificeerd ondernemingsvermogen aan van € 1.166.
Belanghebbende heeft een urenoverzicht overgelegd met betrekking tot de gewerkte uren in 2015. Hierin is opgenomen dat aan de kitesurfactiviteiten en het modellenwerk tezamen 1753 uur zijn besteed inclusief vluchturen.
Op 7 maart 2017 heeft belanghebbende de aangifte IB/PVV en ZVW voor het jaar 2015 ingediend. Zoals hierboven vermeld heeft belanghebbende in die aangifte zijn inkomsten verwerkt als winst uit onderneming. Hierbij heeft belanghebbende zelfstandigen- en startersaftrek geclaimd. Cijfermatig resulteert dat in het volgende overzicht:
Winst uit onderneming vóór ondernemersaftrek |
€ 13.377 |
Af: Zelfstandigenaftrek Startersaftrek |
€ 7.280 € 2.123 -/- |
Belastbare winst uit onderneming vóór MKB-winstvrijstelling |
€ 3.974 |
MKB-winstvrijstelling 14% |
€ 557 -/- |
Belastbare winst uit onderneming |
€ 3.417 |
Met dagtekening 17 juni 2017 zijn de aanslagen IB/PVV en ZVW vastgesteld. Daarbij is de inspecteur afgeweken van de aangifte door de inkomsten aan te merken als resultaat uit overige werkzaamheden. Het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden is daarbij vastgesteld op € 13.377. De volgende correcties zijn hierbij aangebracht:
Zelfstandigenaftrek vervalt |
€ 7.280 |
Startersaftrek vervalt |
€ 2.123 |
MKB-winstvrijstelling vervalt |
€ 557 |
Totale correctie |
€ 9.960 |
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft dit beroep ongegrond verklaard.
Voor het jaar 2014 heeft belanghebbende zijn inkomsten uit de kitesurfactiviteiten en het modellenwerk ook aangegeven als winst uit onderneming. De inspecteur heeft een aanslag opgelegd, waarbij hij de inkomsten heeft aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden. Na bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslag in stand gelaten. Belanghebbende heeft beroep ingesteld en vervolgens het beroep ingetrokken waardoor de aanslag onherroepelijk is geworden.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:
1. Zijn de inkomsten van belanghebbende uit de kitesurfactiviteiten en/of het modellenwerk genoten als winst uit onderneming?
2a. Zo ja, is dan voldaan aan het urencriterium, als bedoeld in artikel 3.6. van de Wet inkomstenbelasting 2001, zodat belanghebbende recht heeft op de zelfstandigen- en startersaftrek?
2b. Zo nee, is sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel?
Ter zitting heeft gemachtigde aangevoerd dat indien het hof het kitesurfen en het modellenwerk niet beide als winst uit onderneming aanmerkt, belanghebbende niet voldoet aan het urencriterium.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en vermindering van de aanslagen conform de ingevulde aangifte en een dienovereenkomstige vermindering van de belastingrente. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.