Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 13-02-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:501, 19/00393
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 13-02-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:501, 19/00393
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 13 februari 2020
- Datum publicatie
- 9 april 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2020:501
- Zaaknummer
- 19/00393
Inhoudsindicatie
Hof honoreert beroep op vertrouwensbeginsel bij uitlatingen medewerker Belastingtelefoon. Belastingplichtige belt Belastingtelefoon met vraag of hij bij afkoop van lijfrente revisierente verschuldigd is. Na bespreking van de relevante feiten geeft medewerker Belastingdienst zonder voorbehoud te kennen dat geen revisierente verschuldigd is. Hof is van oordeel dat een toezegging is gedaan. Hof vernietigt de revisierentebeschikking.
Uitspraak
Team belastingrecht
Enkelvoudige Belastingkamer
Kenmerk: 19/00393
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 11 juli 2019, nummer BRE 18/2997, in het geding tussen
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst
hierna: de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is de aanslag inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen (IB/PVV) over het jaar 2015 opgelegd. Bij in het aanslagbiljet opgenomen beschikking is revisierente in rekening gebracht. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur bij uitspraken de aanslag en de revisierentebeschikking gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de inspecteur beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de aanslag en de revisierentebeschikking verminderd, de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en de inspecteur gelast tot vergoeding van het griffierecht.
Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. Ter zake van dit hoger beroep is een griffierecht geheven van € 128. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft voorafgaand aan de zitting een nader stuk ingediend.
De zitting heeft plaatsgehad op 10 januari 2020 te ’s-Hertogenbosch. Beide partijen zijn verschenen en gehoord. Belanghebbende is verschenen met zijn gemachtigde [gemachtigde] en zijn echtgenote. Namens de inspecteur is [inspecteur] verschenen.
Aan het slot van de zitting heeft het Hof het onderzoek gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak aan partijen is verzonden.
2 Feiten
Belanghebbende heeft in 1998 een lijfrenteovereenkomst (hierna: de lijfrente) gesloten met [A NV] (hierna: [A NV] ). Deze overeenkomst strekte tot verzekering van een kapitaal dat beschikbaar zou zijn bij expiratie van de overeenkomst, dan wel bij het eventuele eerdere overlijden van belanghebbende. De expiratiedatum van de lijfrente was 1 februari 2015. Van 1 juni 1998 tot 1 februari 2015 heeft belanghebbende maandelijks premies voor de lijfrente betaald. De betaalde premies zijn gedeeltelijk in aftrek gebracht bij het bepalen van de grondslag voor de heffing van de IB/PVV.
In verband met de expiratie van de lijfrente is belanghebbende door [A NV] de keuze geboden om het verzekerde kapitaal ineens tot uitkering te laten komen, dan wel daaruit periodieke uitkeringen te ontvangen. Belanghebbende is door [A NV] gewezen op de mogelijke verschuldigdheid van revisierente indien voor uitkering ineens (hierna: afkoop) zou worden gekozen. In verband daarmee heeft belanghebbende telefonisch contact gezocht met de Belastingdienst.
Belanghebbende heeft de lijfrente in 2015 afgekocht. In verband daarmee heeft belanghebbende van [A NV] een uitkering ontvangen van € 48.439. In verband met de afkoop is aan belanghebbende bij beschikking revisierente in rekening gebracht.
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil in hoger beroep betreft het antwoord op de vraag of het vertrouwensbeginsel zich ertegen verzet dat aan belanghebbende revisierente in rekening is gebracht.
Belanghebbende is van mening dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de revisierentebeschikking. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.