Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 24-06-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:1957, 20/00402

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 24-06-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:1957, 20/00402

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
24 juni 2021
Datum publicatie
13 juli 2021
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2021:1957
Zaaknummer
20/00402

Inhoudsindicatie

De inspecteur heeft het inkomensgegeven juist vastgesteld. De door belanghebbende ten onrechte genoten uitkering van de gemeente is terecht tot het inkomen gerekend. Belanghebbende heeft niet binnen redelijke termijn aangegeven dit inkomen niet te willen behouden. Van terugbetaling is tot op heden ook nog geen sprake geweest.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummer: 20/00402

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (hierna: de rechtbank) van 24 juni 2020, nummer SGR 20/347 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2016 het inkomensgegeven vastgesteld.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De zitting heeft plaatsgevonden op 12 mei 2021 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen belanghebbende en zijn partner [de partner] , bijgestaan door [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .

Op deze zitting zijn gelijktijdig behandeld de onderhavige zaak en de zaak met nummer 20/00403 van de partner van belanghebbende.

1.6.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.7.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende heeft in 2016 van de Gemeente Tilburg een uitkering op grond van de Participatiewet van in totaal € 15.017 (€ 6.293 + € 8.724) ontvangen.

2.2.

Belanghebbende is voor het jaar 2016 niet uitgenodigd tot het doen van aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV). Hij heeft dan ook geen aangifte IB/PVV ingediend en aan hem is geen aanslag IB/PVV opgelegd.

2.3.

Bij beschikkingen van 5 januari 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de aan belanghebbende toekomende zorg- en huurtoeslag voor het jaar 2016 definitief vastgesteld. Hierbij is uitgegaan van een gezamenlijk toetsingsinkomen van belanghebbende en diens partner van € 27.707, bestaande uit de door belanghebbende ontvangen bijstandsuitkering van € 15.017 en het inkomen van de partner (bestaande uit loon en een bijstandsuitkering) van totaal € 12.690. Belanghebbende moet volgens deze beschikkingen € 997 aan voorschot zorgtoeslag en € 1.888 aan voorschot huurtoeslag terugbetalen.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

1. Is het inkomensgegeven van belanghebbende over 2016 juist vastgesteld?

2. Brengt het Besluit van 5 augustus 20091 mee dat het inkomensgegeven moet worden gewijzigd?

3. Is sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en de uitspraak op bezwaar en tot vermindering van het inkomensgegeven. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing