Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 08-10-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:3072, 20/00476

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 08-10-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:3072, 20/00476

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
8 oktober 2021
Datum publicatie
20 oktober 2021
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2021:3072
Zaaknummer
20/00476

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft geen recht op aftrek vervoerskosten wegens ziekenbezoek van zijn moeder, omdat zij geen gezamenlijke huishouding voerden. Ook geen aftrek van specifieke zorgkosten zonder overleggen van bewijsstukken. Het beroep van belanghebbende op vertrouwen dat zou zijn gewekt door een medewerker van de belastingtelefoon wordt verworpen. Inspecteur mocht om bewijsstukken van de in de aangifte opgevoerde specifieke zorgkosten vragen.

Uitspraak

Team belastingrecht

Enkelvoudige Belastingkamer

Nummer: 20/00476

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 24 juli 2020, nummer BRE 19/5696 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) 2016 opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De zitting heeft plaatsgevonden op 25 augustus 2021 in ’s-Hertogenbosch. Daar is verschenen, namens de inspecteur, [inspecteur] . Belanghebbende heeft via een geluidsverbinding aan de zitting deelgenomen.

1.6.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.7.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan partijen is verzonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende heeft op 30 maart 2017 aangifte IB/PVV 2016 gedaan. In zijn aangifte heeft hij een bedrag van € 3.818 als aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten aangegeven. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

Uitgaven

Bedrag

Kosten medicijnen

€ 223

Hulpmiddelen

€ 585

Uitgaven vervoer in verband met ziekte/invaliditeit

€ 560

Dieetkosten

€ 900

Uitgaven extra kleding/beddengoed

€ 387

Reiskosten ziekenbezoek

€ 365

Verhoging specifieke zorgkosten

€ 1.062

Drempel uitgaven specifieke zorgkosten

-/- € 264

Totaal aftrek specifieke zorgkosten

€ 3.818

2.2.

De inspecteur heeft aan belanghebbende een voorlopige aanslag IB/PVV 2016 met dagtekening 9 juni 2017 opgelegd, conform de door belanghebbende ingediende aangifte IB/PVV 2016.

2.3.

De inspecteur heeft bij brief van 31 oktober 2018 aan belanghebbende een verzoek om informatie met betrekking tot de uitgaven voor specifieke zorgkosten gestuurd.

2.4.

Belanghebbende heeft bij brief van 13 november 2018 gereageerd op het verzoek om informatie. Hij heeft een eigen toelichting gegeven op diverse uitgaven voor specifieke zorgkosten en een dieetverklaring overgelegd. Verdere gegevens die de zorgkosten onderbouwen en waar de inspecteur in zijn informatieverzoek om heeft gevraagd, zijn niet door belanghebbende overgelegd.

2.5.

De inspecteur heeft aan belanghebbende de aanslag IB/PVV 2016 opgelegd met dagtekening 14 december 2018. De gestelde kosten voor medicijnen, de uitgaven voor hulpmiddelen, de uitgaven voor vervoer en de reiskosten voor ziekenbezoek zijn niet in aftrek toegestaan. In de aanslag is de aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten vastgesteld op € 1.416. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

Uitgaven

Bedrag

Dieetkosten

€ 900

Uitgaven extra kleding/beddengoed

€ 300

Verhoging specifieke zorgkosten

€ 480

Drempel uitgaven specifieke zorgkosten

-/- € 264

Totaal aftrek specifieke zorgkosten

€ 1.416

2.6.

De inspecteur heeft bij brief van 15 april 2019 opnieuw een verzoek om informatie aan belanghebbende gestuurd met betrekking tot de uitgaven voor specifieke zorgkosten. Belanghebbende heeft op 8 mei 2019 gereageerd op dit verzoek. Hij heeft opnieuw een eigen toelichting gegeven op de uitgaven voor specifieke zorgkosten en hij heeft een jaaroverzicht van zijn zorgverzekering overgelegd over het jaar 2017. Andere gegevens heeft belanghebbende niet overgelegd.

2.7.

De aanslag IB/PVV 2016 is vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.625. Tevens is bij beschikking € 55 in rekening gebracht.

De inspecteur heeft de aanslag en de rentebeschikking bij uitspraak op bezwaar gehandhaafd.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

1. Is sprake van een ongeoorloofde inbreuk op het privé leven van belanghebbende?

2. Zijn de reiskosten voor ziekenbezoek aftrekbaar als uitgaven voor specifieke zorgkosten?

3. Is sprake is van een schending van het vertrouwensbeginsel?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de aanslag IB/PVV 2016. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing