Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 29-10-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:3274, 20-00560

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 29-10-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:3274, 20-00560

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
29 oktober 2021
Datum publicatie
3 november 2021
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2021:3274
Zaaknummer
20-00560

Inhoudsindicatie

WOZ-waarde woning. Overlegging op de zaak betrekking hebbende stukken. De heffingsambtenaar maakt aannemelijk dat de beschikte waarde niet tot een te hoog bedrag is vastgesteld.

Uitspraak

Team belastingrecht

Enkelvoudige Belastingkamer

Nummer: 20/00560

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van Rechtbank Oost-Brabant (hierna: de rechtbank) van 2 oktober 2020, nummer 19/2885, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Meierijstad,

hierna: de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) een beschikking gegeven (hierna: de WOZbeschikking) en daarbij de waarde van [adres] in [woonplaats] (hierna: de onroerende zaak) vastgesteld. Tevens is de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2019 (hierna: de aanslag) bekendgemaakt.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de heffingsambtenaar.

1.6.

De zitting heeft plaatsgevonden op 8 oktober 2021 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen belanghebbende en, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar] en [taxateur] (taxateur).

1.7.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. De onroerende zaak is een rijwoning met bouwjaar 1971 en is gelegen in de wijk [wijk] in [woonplaats] . De onroerende zaak heeft een inhoud van 328 m³ en beschikt over een schuur met een inhoud van 18 m³. Het perceel heeft een oppervlakte van 183 m².

2.2.

De waarde van de onroerende zaak is door de heffingsambtenaar per de waardepeildatum 1 januari 2018 vastgesteld op € 192.000.

2.3.

Belanghebbende heeft de heffingsambtenaar op 25 februari 2019 verzocht om het taxatierapport inclusief de matrix en grondstaffel aan hem toe te sturen.

2.4.

De heffingsambtenaar reageert op 7 maart 2019 op het onder 2.3 vermelde verzoek van belanghebbende. De heffingsambtenaar schrijft:

Taxatieverslag

Voor de volledigheid heb ik het taxatieverslag als bijlage bij deze brief gevoegd. U kunt tevens het taxatieverslag inzien dan wel downloaden via de site (…). (…)

Grondstaffel

Op basis van jurisprudentie (Hof Den Bosch 10 februari 2017) verstrek ik hieronder de grondstaffel specifiek voor uw onroerende zaak van toepassing. Deze betreft (…)

Matrix

Zoals ik in mijn uitspraak op uw bezwaar, d.d. 24 juli 2018, kenbaar heb gemaakt, is er sprake van een gewijzigd beleid door de komst van fusiegemeente Meierijstad per 1 januari 2017. Ten aanzien van de voormalig gemeente [woonplaats] is de informatieverstrekking ingeperkt. Dit beleid is voor het belastingjaar 2019 eveneens van toepassing.”.

Bij de brief van de heffingsambtenaar is een taxatieverslag woningen gevoegd.

2.5.

Het bezwaarschrift van belanghebbende is gedagtekend 30 maart 2019.

2.6.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar de WOZ-beschikking en de aanslag gehandhaafd.

2.7.

Ter onderbouwing van de beschikte waarde van € 192.0000 verwijst de heffingsambtenaar naar het op 6 februari 2020 door taxateur [taxateur] opgemaakte taxatierapport (hierna: het rapport). De in het rapport bepaalde waarde van € 201.000 wordt onderbouwd aan de hand van de verkoopcijfers van Deken van Dijkstraat 4 (verkocht op 2 mei 2017 voor € 226.000), Deken van Dijkstraat 20 (verkocht op 14 december 2017 voor € 245.500) en De Cock van Neerijnenstraat 16 (verkocht op 1 mei 2018 voor € 265.000), allen gelegen in [woonplaats] , zoals vermeld in de bij het rapport behorende matrix. Het rapport bevat gegevens en foto’s van de onroerende zaak en de vergelijkingsobjecten.

2.8.

Belanghebbende verwijst ter onderbouwing van de door hem bepleite waarde van € 182.000 naar de verkoopcijfers van de vergelijkingsobjecten van de heffingsambtenaar (zie 2.7) en naar de verkoopcijfers van Oostfrieslandstraat 8, Oostfrieslandstraat 16, Pastoor van Geldropstraat 15, Deken van Dijkstraat 1, Beemdstraat 28 en Beemdstraat 30, allen gelegen in [woonplaats] .

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

I. Heeft de heffingsambtenaar de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd?

II. Is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum te hoog vastgesteld?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot een WOZ-waarde van € 182.000 en tot vermindering van de aanslag. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing