Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 26-01-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:188, 20/00749 tot en met 20/00751

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 26-01-2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:188, 20/00749 tot en met 20/00751

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
26 januari 2022
Datum publicatie
1 februari 2022
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:188
Formele relaties
Zaaknummer
20/00749 tot en met 20/00751
Relevante informatie
Wet financiering sociale verzekeringen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 97, Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, Parijs, 20-03-1952 [Tekst geldig vanaf 01-11-1998] art. 1

Inhoudsindicatie

Sectorindeling voor de werknemersverzekeringen; artikel 97 lid 2 Wfsv. Het niet verlenen van terugwerkende kracht tot 1 januari 2020 is niet in strijd met artikel 1 EP EVRM of gepubliceerd beleid. Ook de andere argumenten van belanghebbende slagen niet.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 20/00749 tot en met 20/00751

Uitspraak op het beroep van

[belanghebbende] B.V.,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur,

op het bezwaar betreffende na te melden beschikkingen sectorindeling voor de werknemersverzekeringen.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Bij beschikkingen van 24 mei 2020 met de nummers [nummer] AAA tot en met AAC heeft de inspecteur belanghebbende ingedeeld in sector 45 (Zakelijke Dienstverlening III).

1.2.

Deze beschikkingen zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de inspecteur van 18 november 2020 gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij het hof.

1.4.

Partijen hebben voor de zitting nadere stukken ingediend.

1.5.

De zitting heeft plaatsgevonden op 6 januari 2022 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde 1] en [gemachtigde 2] , als gemachtigden van belanghebbende, alsmede, namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .

1.6.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.7.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is opgericht op [oprichtingsdatum] 2018. Op verzoek van belanghebbende is aan haar een loonheffingennummer toegekend met drie subnummers: L01 tot en met L03. Subnummers L01 en L03 zien op een aangiftetijdvak van vier weken; subnummer L02 ziet op een aangiftetijdvak van een maand.

2.2.

Belanghebbende was ter zake van elk van de drie subnummers bij beschikking ingedeeld in sector 52 (Uitzendbedrijven) met ingang van 1 juli 2018.

2.3.

Per 30 december 2019 is de naam van belanghebbende gewijzigd van [A] B.V. in [belanghebbende] B.V. Vanaf 1 januari 2020 houdt belanghebbende zich uitsluitend bezig met payrollactiviteiten. Tot die datum hield belanghebbende zich mede bezig met het detacheren van uitzendkrachten.

2.4.

De gemachtigde van belanghebbende heeft een brief opgesteld, met dagtekening 18 december 2019, waarin is verzocht om vanaf 1 januari 2020 belanghebbende bij de drie subnummers in te delen in sector 45 (Zakelijke Dienstverlening III). Deze brief is niet geadresseerd en verzonden aan de inspecteur, maar aan belanghebbende.

2.5.

Voormelde brief is als bijlage meegestuurd met de aan de inspecteur geadresseerde en verzonden brief van de gemachtigde van 28 april 2020 waarin hetzelfde verzoek is opgenomen. De inspecteur heeft deze stukken op 30 april 2020 ontvangen.

2.6.

Bij beschikkingen van 24 mei 2020 heeft de inspecteur belanghebbende in de door haar voorgestane sector ingedeeld met ingang van 1 mei 2020 (subnummer L02) respectievelijk 18 mei 2020 (subnummers L01 en L03), als zijnde de eerstvolgende aangifteperiode na de datum van het gedane verzoek.

2.7.

Belanghebbende is tegen deze beschikkingen in bezwaar gekomen. De inspecteur heeft de bezwaren afgewezen.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is of de indeling in sector 45 moet plaatsvinden met ingang van 1 januari 2020.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar, indeling in sector 45 met ingang van 1 januari 2020 en veroordeling van de inspecteur tot vergoeding van de proceskosten. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak op bezwaar.

3.3.

Niet in geschil is dat belanghebbende gelet op haar werkzaamheden onder toepassing van de regels per 1 januari 2020 materieel zou moeten worden ingedeeld in sector 45.

4 Gronden

5 Beslissing