Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-06-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2008, 22/1535
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-06-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2008, 22/1535
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 19 juni 2024
- Datum publicatie
- 20 juni 2024
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2024:2008
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2022:4116, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 22/1535
Inhoudsindicatie
Belanghebbende is in 2017 een onderneming als voetreflextherapeut begonnen. Daarvoor heeft belanghebbende de opleiding voetreflexPlus therapie en de opleiding medische basiskennis gevolgd. De uren besteed aan deze opleidingen tellen niet mee voor het urencriterium. Van schending van het gelijkheidsbeginsel of het evenredigheidsbeginsel is geen sprake.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 22/1535
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonend in [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 25 juli 2022, nummer BRE 21/1517 in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft de aanslag inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) 2017 (hierna: de aanslag) opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft vóór de zitting een nader stuk ingediend. Dit stuk is doorgestuurd naar de andere partij.
De inspecteur heeft kort voor de zitting een pleitnota in het digitale dossier gezet, deze pleitnota had, op het moment van zitting, wel het hof bereikt maar niet de andere partij. Vervolgens heeft de inspecteur de pleitnota ter zitting voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan de andere partij.
De zitting heeft plaatsgevonden op 8 mei 2024 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen: belanghebbende, haar gemachtigde [gemachtigde] , haar boekhouder [boekhouder] en haar echtgenoot [echtgenoot] , en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
In 2014 is belanghebbende gestart met de opleiding tot voetreflexPlus therapeut bij [opleider] . Belanghebbende heeft de opleiding op 18 juni 2017 afgerond.
Belanghebbende is op 3 april 2017 begonnen met de activiteiten van haar eenmanszaak “ [bedrijf] ”. Deze activiteiten bestaan voor een groot deel uit voetreflexPlus therapie en daarnaast voert zij ook pedicurebehandelingen uit.
In 2017, direct na het afronden van de opleiding tot voetreflexPlus therapeut, is belanghebbende begonnen aan de opleiding medische basiskennis, eveneens bij [opleider] . Het betreft een éénjarige opleiding die ook te volgen is in twee jaar. De opleiding medische basiskennis is een vervolgopleiding van de opleiding tot voetreflexPlus therapeut. Op 7 september 2019 heeft belanghebbende het diploma van de opleiding medische basiskennis behaald.
Belanghebbende heeft een urenoverzicht verstrekt waarin zij heeft aangegeven dat zij in 2017 1233,5 uren heeft besteed aan haar onderneming. Uit het overzicht volgt dat in 2017 451 uren daarvan zijn besteed aan de opleiding tot voetreflexPlus therapeut en 454 uren aan de opleiding medische basiskennis.
Belanghebbende heeft de aangifte IB/PVV 2017 ingediend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning dat als volgt is opgebouwd.
Loon uit tegenwoordige dienstbetrekking € 24.656
Winst uit onderneming € 9.278 -/-
Belastbaar inkomen uit werk en woning € 15.378
Bij de vaststelling van de definitieve aanslag IB/PVV 2017 is de inspecteur afgeweken van de ingediende aangifte. De inspecteur is van mening dat de aan de opleiding besteedde uren niet meetellen voor het urencriterium. Zonder deze uren voldoet belanghebbende niet aan het urencriterium. De inspecteur heeft de zelfstandigen- en startersaftrek daardoor niet toegekend en de winst uit onderneming gecorrigeerd naar een bedrag van € 1.192 negatief.
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:
I: Heeft belanghebbende recht op de zelfstandigen- en startersaftrek? Meer specifiek is in geschil of de aan opleiding besteedde uren meetellen voor het urencriterium?
II: Heeft de inspecteur in strijd gehandeld met het evenredigheidsbeginsel?
III: Heeft de inspecteur gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel?
Belanghebbende concludeert tot gegrond verklaring van haar hoger beroep en vermindering van de aanslag IB/PVV 2017 overeenkomstig de door haar ingediende aangifte. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.