Home

Hoge Raad, 13-09-2000, ECLI:NL:HR:2000:BI7577 ECLI:NL:HR:2000:BV4988 AA7069, 35285

Hoge Raad, 13-09-2000, ECLI:NL:HR:2000:BI7577 ECLI:NL:HR:2000:BV4988 AA7069, 35285

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
13 september 2000
Datum publicatie
4 juli 2001
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2000:AA7069
Zaaknummer
35285

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

Nr. 35285

13 september 2000

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 19 maart 1999 betreffende na te melden aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof

Aan belanghebbende is voor het jaar 1994 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 191.387,--, welke aanslag, na door belanghebbende daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof, dat deze uitspraak heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend.

Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door mr. J.N.T. van der Linden, advocaat te Assen.

3. Beoordeling van de klachten

3.1. Voorzover de klachten strekken ten betoge dat van een fiscaal compromis slechts sprake kan zijn, indien beide partijen zich daarbij opofferingen getroosten, falen zij. Voor de aanwezigheid van een vaststellingsovereenkomst - als hoedanig een fiscaal compromis moet worden aangemerkt - stelt artikel 7:900 van het Burgerlijk Wetboek immers niet de eis van wederzijdse opofferingen.

3.2. De klachten kunnen voor het overige evenmin tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten in zoverre niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.

5. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is op 13 september 2000 vastgesteld door de raadsheer D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en P. Lourens in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.M. van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.