Home

Hoge Raad, 10-08-2001, AB3222, 36125

Hoge Raad, 10-08-2001, AB3222, 36125

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
10 augustus 2001
Datum publicatie
13 augustus 2001
ECLI
ECLI:NL:HR:2001:AB3222
Zaaknummer
36125

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

Nr. 36.125

10 augustus 2001

JV

gewezen op het beroep in cassatie van de gemeente Haarlem tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 24 maart 2000, nr. P99/2586, betreffende na te melden aan de vereniging X te Z opgelegde aanslag in de reinigingsrechten van de gemeente Haarlem.

1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof

Aan belanghebbende is voor het jaar 1998 een aanslag in de reinigingsrechten van de gemeente Haarlem opgelegd ten bedrage van f 93, vermeerderd met f 16,28 ten titel van omzetbelasting, in totaal derhalve f 109,28, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van het hoofd van de Afdeling Financiële Economische Zaken van de gemeente Haarlem (hierna: het Hoofd) is gehandhaafd.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.

Het Hof heeft die uitspraak alsmede de aanslag vernietigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem hebben tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

3. Beoordeling van het middel

Het Hof heeft geoordeeld dat het voeren van het secretariaat voor een bescheiden gezelligheidsvereniging als belanghebbende, welk secretariaat wordt gevoerd op het adres waar de secretaris woont en een particuliere huishouding voert, zozeer is te rekenen tot de persoonlijke levenssfeer van de secretaris, dat in redelijkheid niet kan worden geoordeeld dat daarmede buiten het particuliere huishouden wordt getreden. Dit oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting omtrent het begrip "particuliere huishoudens" in artikel 1, lid 3, van de onderhavige verordening en artikel 1.1, lid 1, van de Wet milieubeheer. Aan dit oordeel heeft het Hof terecht de gevolgtrekking verbonden dat de uit de activiteiten voor de vereniging afkomstige afvalstoffen - volgens 's Hofs vaststelling een geringe hoeveelheid enveloppen en reclamefolders - moeten worden aangemerkt als afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens in de zin van artikel 1, lid 3, van de verordening en derhalve als huishoudelijke afvalstoffen in de zin van artikel 1, lid 2, van die verordening, zodat ter zake geen reinigingsrecht kan worden geheven. Het middel faalt derhalve.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de vice-president E. Korthals Altes als voorzitter, en de raadsheren D.H. Beukenhorst en L. Monné, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2001.

Van Burgemeester en Wethouders wordt ter zake van dit beroep een recht geheven van f 630.