Home

Hoge Raad, 01-11-2002, AF0103, 37493

Hoge Raad, 01-11-2002, AF0103, 37493

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
1 november 2002
Datum publicatie
19 juni 2003
ECLI
ECLI:NL:HR:2002:AF0103
Zaaknummer
37493

Inhoudsindicatie

Aan belanghebbende is voor het jaar 1996 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 107.541. Het door belanghebbende daartegen gemaakte bezwaar is bij uitspraak van de Inspecteur niet-ontvankelijk verklaard. Bij ambtshalve gegeven beschikking van de Inspecteur is de aanslag verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van ƒ 100.408.

Uitspraak

Nr. 37.493

1 november 2002

cl

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 6 juli 2001, nr. P 00/02345, betreffende na te melden aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof

Aan belanghebbende is voor het jaar 1996 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 107.541. Het door belanghebbende daartegen gemaakte bezwaar is bij uitspraak van de Inspecteur niet-ontvankelijk verklaard. Bij ambtshalve gegeven beschikking van de Inspecteur is de aanslag verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van ƒ 100.408.

Belanghebbende is tegen de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof.

Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van ƒ 100.187.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

3. Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de vice-president E. Korthals Altes als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en C.J.J van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 1 november 2002.