Home

Hoge Raad, 17-10-2003, AF9786, 38452

Hoge Raad, 17-10-2003, AF9786, 38452

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
17 oktober 2003
Datum publicatie
17 oktober 2003
ECLI
ECLI:NL:HR:2003:AF9786
Formele relaties
Zaaknummer
38452

Inhoudsindicatie

Nr. 38.452 17 oktober 2003 WM gewezen op het beroep in cassatie van X1 te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, nr. 99/02139, in afschrift aan partijen verzonden op 27 juni 2002, betreffende na te melden aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. 1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof...

Uitspraak

Nr. 38.452

17 oktober 2003

WM

gewezen op het beroep in cassatie van X1 te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, nr. 99/02139, in afschrift aan partijen verzonden op 27 juni 2002, betreffende na te melden aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof

Aan belanghebbende is voor het jaar 1996 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 43.610, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.

Het Hof heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de aanslag verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van ƒ 40.850 (€ 18.536). De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

De Advocaat-Generaal J.W. Ilsink heeft op 18 maart 2003 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.

3. Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de vice-president A.E.M. van der Putt-Lauwers als voorzitter, en de raadsheren F.W.G.M. van Brunschot, P. Lourens, C.B. Bavinck en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2003.