Home

Hoge Raad, 13-06-2003, AG0205, 38558

Hoge Raad, 13-06-2003, AG0205, 38558

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
13 juni 2003
Datum publicatie
20 juni 2003
ECLI
ECLI:NL:HR:2003:AG0205
Zaaknummer
38558

Inhoudsindicatie

Nr. 38.558 13 juni 2003 AF gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 31 mei 2002, nr. 01/01583, betreffende na te melden verzoek om teruggaaf van inkomstenbelasting. 1. Verzoek om middeling, bezwaar en geding voor het Hof...

Uitspraak

Nr. 38.558

13 juni 2003

AF

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 31 mei 2002, nr. 01/01583, betreffende na te melden verzoek om teruggaaf van inkomstenbelasting.

1. Verzoek om middeling, bezwaar en geding voor het Hof

Belanghebbende heeft op grond van artikel 66a van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 verzocht om teruggaaf van inkomstenbelasting over het tijdvak 1997 tot en met 1999, welk verzoek bij beschikking van de Inspecteur is afgewezen. Die beschikking is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur gehandhaafd.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.

Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard.

De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

3. Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Het Hof heeft op goede gronden een juiste beslissing gegeven.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J. Zuurmond als voorzitter, en de raadsheren D.G. van Vliet en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2003.