Home

Hoge Raad, 10-12-2004, AF7516, 37042

Hoge Raad, 10-12-2004, AF7516, 37042

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
10 december 2004
Datum publicatie
10 december 2004
ECLI
ECLI:NL:HR:2004:AF7516
Formele relaties
Zaaknummer
37042
Relevante informatie
Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024] art. 229

Inhoudsindicatie

Rioolrechten, heffing afvoerrecht van grote lozers, gelijkheidsbeginsel, evenredigheidsbeginsel.

Uitspraak

Nr. 37.042

10 december 2004

MvA

gewezen op het beroep in cassatie van X B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 21 december 2000, nr. 97/21294, betreffende na te melden aanslagen in de rioolrechten van de gemeente Eindhoven.

1. Aanslagen, bezwaar en geding voor het Hof

Voor het jaar 1995 zijn aan belanghebbende, gebruikster van dertien op de gemeentelijke riolering aangesloten eigendommen, dertien op één aanslagbiljet verenigde aanslagen in het recht voor het afvoeren van afvalwater op de gemeentelijke riolering van de gemeente Eindhoven opgelegd ten bedrage van in totaal ƒ 2.528.526, welke aanslagen, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van het hoofd van de afdeling Belastingen van de dienst Bestuursondersteuning van de gemeente Eindhoven (hierna: het Hoofd) zijn gehandhaafd.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.

Het Hof heeft de uitspraak van het Hoofd bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend.

Partijen hebben de zaak doen toelichten, belanghebbende door mr. J.H. Sassen, advocaat te Arnhem, het College door mr. R.L.H. IJzerman en mr. S. Sierksma, advocaten te 's-Gravenhage.

De Advocaat-Generaal J.W. Ilsink heeft op 11 maart 2003 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.

De advocaat van belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

3. Beoordeling van de middelen

De middelen falen op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 37041 tussen dezelfde partijen uitgesproken arrest van de Hoge Raad.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de vice-president A.G. Pos als voorzitter, en de raadsheren L. Monné, P.J. van Amersfoort, A.R. Leemreis en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2004.