Home

Hoge Raad, 08-10-2004, AR3516, 39755

Hoge Raad, 08-10-2004, AR3516, 39755

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
8 oktober 2004
Datum publicatie
8 oktober 2004
ECLI
ECLI:NL:HR:2004:AR3516
Zaaknummer
39755
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 28a

Inhoudsindicatie

Cassatieberoep op eigen naam ingesteld door hoofd afdeling Belastingen: niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Nr. 39.755

8 oktober 2004

Za

gewezen op het beroep in cassatie van het hoofd van de afdeling Belastingen van de gemeente De Bilt te Bilthoven tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 februari 2003, nr. 02/01398, betreffende na te melden ten aanzien van X te Z gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken.

1. Beschikking, bezwaar en geding voor het Hof

Ten aanzien van belanghebbende is bij beschikking de waarde van de onroerende zaak a-straat 1 te Z voor het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 vastgesteld op ƒ 1.119.000 (€ 507.780).

Na door belanghebbende daartegen gemaakt bezwaar heeft het hoofd van de afdeling Belastingen van de gemeente De Bilt (hierna: ook het Hoofd) bij uitspraak de beschikking gehandhaafd.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.

Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van het Hoofd vernietigd en de bij de beschikking vastgestelde waarde verminderd tot ƒ 950.000 (€ 431.091).

2. Geding in cassatie

Het Hoofd heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij enkele klachten aangevoerd.

Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

Het Hoofd heeft een conclusie van repliek ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van dupliek ingediend.

3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het cassatieberoep

Op grond van artikel 28a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen juncto artikel 231 van de Gemeentewet is in een geval als het onderhavige het college van burgemeester en wethouders bij uitsluiting bevoegd tot het instellen van beroep in cassatie. Nu blijkens het beroepschrift in cassatie het beroep op eigen naam is ingesteld door het hoofd van de afdeling Belastingen van de gemeente De Bilt, zal de Hoge Raad het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaren.

4. Proceskosten

Het Hoofd zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

5. Beslissing

De Hoge Raad:

verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, en

veroordeelt het Hoofd in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en wijst de gemeente De Bilt aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.

Dit arrest is gewezen door de vice-president A.G. Pos als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort, en C.J.J van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2004.