Home

Hoge Raad, 07-01-2005, AR8890, 40347

Hoge Raad, 07-01-2005, AR8890, 40347

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
7 januari 2005
Datum publicatie
7 januari 2005
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AR8890
Zaaknummer
40347
Relevante informatie
Wet waardering onroerende zaken [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] art. 20, Wet waardering onroerende zaken [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] art. 17

Inhoudsindicatie

WOZ, afrondingsbeleid gemeente.

Uitspraak

Nr. 40.347

7 januari 2005

RW

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 17 oktober 2003, nr. 02/05683, betreffende na te melden beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ).

1. Beschikking, bezwaar en geding voor het Hof

Ten aanzien van belanghebbende is bij beschikking de waarde van de onroerende zaak a-straat 1 te Z voor het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004 vastgesteld op ƒ 315.000 (€ 142.940). Na door belanghebbende daartegen gemaakt bezwaar heeft het hoofd van de afdeling Burgerzaken en Belastingen (hierna: het Hoofd) van de gemeente P bij uitspraak de beschikking gehandhaafd.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.

Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van het Hoofd vernietigd en de waarde nader vastgesteld op ƒ 270.600 (€ 122.792).

De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

3. Beoordeling van de klachten

3.1. Het Hof heeft de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op ƒ 270.600 (€ 122.792). De klacht dat het Hof deze waarde naar beneden had moeten afronden op ƒ 270.000, slaagt. 's Hofs uitspraak en de stukken van het geding laten geen andere gevolgtrekking toe dan dat de gemeente het beleid voert dat de door haar ingevolge de Wet WOZ vastgestelde waarden op een veelvoud van vijfduizend gulden worden afgerond, steeds in het voordeel van de belanghebbende. Het Hof was gehouden zich bij zijn waardevaststelling aan dat beleid te conformeren, zodat het uitgaande van ƒ 270.600, de waarde had moeten afronden op ƒ 270.000.

3.2. De overige klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu die klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.3. Uit het hiervoor in 3.1 overwogene volgt dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven. De Hoge Raad kan de zaak afdoen.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad:

verklaart het beroep gegrond,

vernietigt de uitspraak van het Hof, voorzover daarbij de waarde van de onroerende zaak a-straat 1 te Z is verminderd tot ƒ 270.600 (€ 122.792),

vermindert die waarde tot ƒ 270.000 (€ 122.520), en

gelast dat de Gemeente Haarlem aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van de behandeling van het beroep in cassatie verschuldigd geworden griffierecht ten bedrage van € 87.

Dit arrest is gewezen door de vice-president A.G. Pos als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2005.