Home

Hoge Raad, 16-09-2005, AU2802, 40644

Hoge Raad, 16-09-2005, AU2802, 40644

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
16 september 2005
Datum publicatie
16 september 2005
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AU2802
Zaaknummer
40644

Inhoudsindicatie

Vergrijpboete of verzuimboete?

Uitspraak

Nr. 40.644

16 september 2005

JBH

gewezen op het beroep in cassatie van X B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 20 februari 2004, nr. BK-03/00658, betreffende na te melden boetebeschikking.

1. Naheffingsaanslag, beschikking, bezwaar en geding voor het Hof

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000 een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd ten bedrage van ƒ 96.304 (€ 43.700,85), alsmede een boete van ƒ 24.076 (€ 10.925,21). De boetebeschikking is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur verminderd tot een boete van ƒ 4815 (€ 2184,95). Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.

Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit

arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

3. Beoordeling van het middel

Het middel berust op de opvatting dat indien in een boetebeschikking niet met zoveel woorden duidelijk is gemaakt of een vergrijpboete dan wel een verzuimboete is opgelegd, het karakter van de opgelegde boete uitsluitend mag worden afgeleid uit de hoogte daarvan. Die opvatting vindt geen steun in het recht. Het middel faalt derhalve.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer L. Monné als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en C.J.J. van Maanen, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2005.