Hoge Raad, 13-07-2007, AZ2838, 42719
Hoge Raad, 13-07-2007, AZ2838, 42719
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 juli 2007
- Datum publicatie
- 13 juli 2007
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2007:AZ2838
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:AZ2838
- Zaaknummer
- 42719
Inhoudsindicatie
Conclusie PG
Belanghebbenden exploiteerden in firmaverband een installatie- annex onderdelenwinkel. Tevens was er een kleinhandel in kleine huishoudelijke artikelen, radio en tv. In 1997 zijn de installatiewerkzaamheden gestaakt en per 31 mei 1999 is door beide firmanten het resterende deel van de onderneming gestaakt. De onderneming werd onder andere uitgeoefend in het litigieuze pand. Het pand is in 1999 verkocht aan een projectontwikkelaar en vervolgens gesloopt. Belanghebbenden hebben het pand vanaf aankoop tot het privé-vermogen gerekend. De inspecteur was op basis van een (na de sloop opgesteld) taxatierapport van mening dat er sprake was van een splitsbaar pand en dat het deel waarin de onderneming werd uitgeoefend (de benedenverdieping) verplicht tot het ondernemingsvermogen diende te worden gerekend. De boekwinst op het bedrijfsdeel van het pand bij verkoop behoorde derhalve tot de winst uit onderneming. Belanghebbenden meenden dat het pand niet splitsbaar was en dat, gezien een gebruiksverhouding zakelijk-privé van 30-70, zij het pand tot hun privé-vermogen mochten rekenen. Hof Leeuwarden oordeelde dat het pand splitsbaar was en dat de benedenverdieping verplicht tot het ondernemingsvermogen diende te worden gerekend. Belanghebbenden komen in cassatie.
In de bijlage bij de onderhavige conclusies (die ook ziet op drie andere zaken) wordt ingegaan op de vermogensetikettering van panden. Daarbij is voor de onderhavige zaak van belang wanneer sprake is van een splitsbaar pand (onderdelen 4.10-4.14). 's Hofs oordeel dat er sprake is van een splitsbaar pand en dat de benedenverdieping verplicht tot het ondernemingsvermogen dient te worden gerekend gaat niet uit van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. De beroepen van belanghebbenden zijn ongegrond.
Uitspraak
Uitspraak wordt niet gepubliceerd.