Home

Hoge Raad, 30-03-2007, BA1820, 548

Hoge Raad, 30-03-2007, BA1820, 548

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
30 maart 2007
Datum publicatie
30 maart 2007
ECLI
ECLI:NL:HR:2007:BA1820
Formele relaties
  • In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2005:AT5453, Bekrachtiging/bevestiging
Zaaknummer
548

Inhoudsindicatie

art. 6, lid 1, letter y, CSV (oud). PC-privé-regeling. Contractloon is niet verlaagd.

Uitspraak

Nr. 548

30 maart 2007

RW

gewezen op het beroep in cassatie van X B.V. te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 28 april 2005, nr. 03/3922 CSV, betreffende na te melden besluiten van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Raad van bestuur).

1. Besluiten, bezwaren en geding voor de Rechtbank

Bij besluiten van 22 oktober 2001 heeft de Raad van bestuur correctienota's voor door belanghebbende ingevolge sociale werknemersverzekeringswetten verschuldigde premies vastgesteld over de jaren 1998 tot en met 2000.

De Raad van bestuur heeft de tegen deze besluiten gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

Belanghebbende heeft tegen die beslissing beroep ingesteld bij de Rechtbank te Almelo.

De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de Raad van bestuur opgedragen een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaarschrift van belanghebbende.

2. Geding voor de Centrale Raad

De Raad van bestuur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad.

De Centrale Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak van de Centrale Raad is aan dit arrest gehecht.

3. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Raad van bestuur heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

De Raad van bestuur heeft een conclusie van dupliek ingediend.

4. Beoordeling van de klachten

4.1. De Centrale Raad heeft geoordeeld dat een PC-privé-regeling waarbij de kosten door de werknemer worden gedragen, zoals in het voorliggende geval, niet valt onder artikel 6, lid 1, aanhef en letter y (oud), van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (hierna: de Wet). Aan dit oordeel ligt kennelijk ten grondslag de overweging dat enerzijds - op grond van artikel 6, lid 1, aanhef en letter y, van de Wet - de vergoeding welke belanghebbende als werkgever in het kader van de PC-privéregeling verstrekte, niet tot het loon behoort, en anderzijds de eigen bijdrage van de werknemers geen invloed heeft op de hoogte van het loon in de zin van de Wet, dan wel de overweging dat die vergoeding als onderdeel van het contractloon moet worden aangemerkt. In beide gevallen geeft het oordeel van de Centrale Raad, anders dan de daarop betrekking hebbende klacht kennelijk wil betogen, geen blijk van een onjuiste opvatting van artikel 6, lid 1, aanhef en letter y, van de Wet.

4.2. De klachten die gericht zijn tegen oordelen van de Centrale Raad over de inhoud en toepassing van een door de Raad van bestuur gehanteerde beleidsregel, kunnen evenmin tot cassatie leiden; zij vallen buiten de in artikel 18c van de Wet opgenomen cassatiegronden.

5. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

6. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort, P. Lourens, C.B. Bavinck en E.N. Punt, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 30 maart 2007.