Home

Hoge Raad, 14-12-2007, BB6189, C06/227HR

Hoge Raad, 14-12-2007, BB6189, C06/227HR

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
14 december 2007
Datum publicatie
14 december 2007
ECLI
ECLI:NL:HR:2007:BB6189
Formele relaties
Zaaknummer
C06/227HR
Relevante informatie
Wet op de rechterlijke organisatie [Tekst geldig vanaf 01-07-2023] art. 81

Inhoudsindicatie

Huurgeschil over voor bovenwoning van bedrijfsruimte verschuldigde huurtermijnen (81 RO).

Uitspraak

14 december 2007

Eerste Kamer

Nr. C06/227HR

MK/EE

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Eiseres],

wonende te [woonplaats],

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,

t e g e n

STICHTING "DE PEYER ZAAL",

gevestigd te Peij, gemeente Echt-Susteren,

VERWEERSTER in cassatie,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en De Peyer Zaal.

1. Het geding in feitelijke instanties

De Peyer Zaal heeft bij exploot van 21 november 2000 [eiseres] gedagvaard voor de kantonrechter te Roermond en gevorderd, kort gezegd en voorzover in cassatie van belang, [eiseres] te veroordelen om aan De Peyer Zaal te betalen een bedrag van ƒ 17.107,--, zijnde de huurpenningen van de bovenwoning over de periode van 15 oktober 1998 tot en met 31 oktober 2000, met rente, alsmede de maandelijks verschuldigde huurpenningen van de bovenwoning met ingang van november 2000 tot aan de dag waarop die huurovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd, met rente en kosten.

[Eiseres] heeft de vordering bestreden.

De kantonrechter heeft bij vonnis van 7 mei 2002, voorzover in cassatie van belang, [eiseres] veroordeeld om aan De Peyer Zaal te voldoen een bedrag van € 7.762,82 terzake huurpenningen over de periode 15 oktober 1998 tot en met 31 oktober 2000, alsmede een bedrag van € 1.918,86 terzake huurpenningen over de periode 1 november 2000 tot en met 1 mei 2001, met rente.

Tegen dit vonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.

Na tussenarresten van 10 februari 2004, 27 juli 2004 en 2 november 2004 heeft het hof bij eindarrest van 4 april 2006 het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd.

De tussenarresten en het eindarrest van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen deze arresten van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Tegen De Peyer Zaal is verstek verleend.

De zaak is voor [eiseres] toegelicht door haar advocaat.

De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van De Peyer Zaal begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.D.H. Asser op 14 december 2007.