Home

Hoge Raad, 18-01-2008, AX9110, 42580

Hoge Raad, 18-01-2008, AX9110, 42580

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
18 januari 2008
Datum publicatie
18 januari 2008
ECLI
ECLI:NL:HR:2008:AX9110
Formele relaties
Zaaknummer
42580

Inhoudsindicatie

Deze bijlage heeft betrekking op de zaken met de nummers 41.803, 42.138, 42.404 en 42.580. In alle gevallen is het loonbegrip in de zin van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (hierna: WVA) voor lage lonen in geschil. De vermindering kan worden verkregen indien het WVA-loon (het te toetsen loon) niet hoger is dan het zogenoemde toetsloon. Overwerkloon en beloningen die in de regel slechts eenmaal of eenmaal per jaar worden toegekend behoren niet tot het te toetsen loon.

In zaaknummer 41.803 staat ter discussie wat verstaan moet worden onder 'overwerkloon' in de zin van artikel 1, lid 1, onderdeel c °2 WVA. Hier oordeelde Hof Amsterdam dat niet kan worden gezegd dat een vaste arbeidsduur is overeengekomen en ook niet dat sprake is van overwerk, nu belanghebbende en de werknemers ervan uitgingen dat meer dan 38 uur per week zou worden gewerkt.

De overige zaken betreffen de vraag of periodiek uitbetaald vakantiedagengeld en periodieke vakantietoeslag behoren tot het loon voor de WVA en wat verstaan wordt onder 'tantièmes, gratificaties en andere beloningen die in de regel slechts eenmaal of eenmaal per jaar worden toegekend' in de zin van artikel 1, lid 1, onderdeel c °1 WVA. Daarbij komt de vraag op of die betalingen gelijk gesteld moeten worden met 'loon in de vorm van krachtens een publiekrechtelijke regeling of collectieve arbeidsovereenkomst regelmatig bij de betaling van het loon verstrekte vakantie(toeslag)bonnen of van daarmee overeenkomende aanspraken' in de zin van artikel 1, lid 1, onderdeel c °4 WVA. De gerechtshoven in de onderhavige zaken oordeelden dat de periodieke betalingen behoren tot het loon en dat geen sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel.

In de conclusie wordt de wetsgeschiedenis van het loonbegrip in de WVA onderzocht. Vervolgens wordt ingegaan op het beleid en de jurisprudentie inzake het begrip te toetsen loon voorzover dat van belang is voor de fiscale behandeling van periodiek vakantiedagengeld en -toeslag. Ook behandel ik de vraag of sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel en ga ik kort in op het bepaalde in de Arbeidstijdenrichtlijn van de Raad van de EU. Tenslotte wordt de inhoud en betekenis van het begrip overwerkloon onderzocht.

Geconcludeerd wordt dat enerzijds gepoogd is de regeling eenvoudig toepasbaar te houden, door net als voor de toepassing van de loonbelastingheffing in beginsel uit te gaan van het reguliere loon (zonder bijzondere beloningen) dat in kolom 14 pleegt te worden opgenomen; en anderzijds dat de regeling waarborgt dat inkomenspieken bij de werknemer er niet toe leiden dat de werkgever in dat tijdvak geen afdrachtvermindering krijgt. Ingeval een inhoudingsplichtige kiest voor een periodieke betaling, behoort deze dus tot het loon, evenals structureel 'overwerk'.

In de zaak met nummer 41.803 is voorts aan de orde of de dagtabel dan wel de weektabel had moeten worden toegepast. Omdat op zes of zeven dagen per week wordt gewerkt, is volgens de Staatssecretaris de weektabel van toepassing. In de conclusie wordt het oordeel van het Hof dat nu een uurloon is afgesproken de dagtabel geldt, juist geacht. In dezelfde zaak heeft het Hof aan de inhoudingsplichtige, die nettlooncontracten had afgesloten met haar werknemers, het recht toegekend van teruggave van te veel ingehouden loonbelasting. Ook hierop wordt in de conclusie ingegaan naar aanleiding van het tweede middel van de Staatssecretaris.

De beroepen van de belanghebbenden zijn ongegrond; in zaaknummer 41.803 is het beroep van de Staatssecretaris - althans het tweede middel- gegrond.

Uitspraak

Uitspraak wordt niet gepubliceerd.