Home

Hoge Raad, 14-03-2008, BC6470, 42372

Hoge Raad, 14-03-2008, BC6470, 42372

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
14 maart 2008
Datum publicatie
14 maart 2008
ECLI
ECLI:NL:HR:2008:BC6470
Zaaknummer
42372

Inhoudsindicatie

Art. 8:73 Awb. Beslissing over schadevergoeding volgt hoofdzaak.

Uitspraak

Nr. 42.372

14 maart 2008

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 8 juni 2005, nr. 03/03463B, betreffende het hierna te melden verzoek tot toekenning van schadevergoeding.

1. Geding voor het Hof

Het Hof heeft op 22 december 2004 mondeling uitspraak gedaan op het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van het Hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen van de gemeente Hoorn op het bezwaar van belanghebbende tegen de te haren aanzien genomen in één geschrift vervatte beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken. In deze uitspraak heeft het Hof het beroep gegrond verklaard en belanghebbende in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de samenstelling en de omvang van de kosten welke in de bezwaarprocedure zijn gemaakt.

De mondelinge uitspraak is, in verband met een beroep in cassatie van belanghebbende, nadien vervangen door een schriftelijke uitspraak van 23 februari 2005, met daarin dezelfde beslissing.

Bij nadere uitspraak van 8 juni 2005 heeft het Hof de kosten van rechtsbijstand in de bezwaarfase bepaald op € 475,53 en de gemeente Hoorn aangewezen dit bedrag aan belanghebbende te voldoen. Deze uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs laatstbedoelde uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

3. Beoordeling van de middelen

's Hofs uitspraak bouwt voort op zijn uitspraak in de hoofdzaak. Bij arrest van de Hoge Raad van heden, nr. 41490, is zijn uitspraak in de hoofdzaak vernietigd en is de zaak ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Reeds daarom kan ook de onderwerpelijke uitspraak niet in stand blijven. Middel 3 slaagt in zoverre. Verwijzing moet volgen. De middelen behoeven voor het overige geen behandeling.

4. Proceskosten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Door het verwijzingshof zal worden beoordeeld of aan belanghebbende voor de kosten van het geding voor het Hof een vergoeding dient te worden toegekend.

5. Beslissing

De Hoge Raad:

verklaart het beroep gegrond,

vernietigt de uitspraak van het Hof,

verwijst het geding naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest,

gelast dat de gemeente Hoorn aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van de behandeling van het beroep in cassatie verschuldigd geworden griffierecht ten bedrage van € 103, en

veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 322 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en wijst de gemeente Hoorn aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer L. Monné als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap en A.H.T. Heisterkamp, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2008.