Home

Hoge Raad, 15-05-2009, BB3463, 43562

Hoge Raad, 15-05-2009, BB3463, 43562

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
15 mei 2009
Datum publicatie
15 mei 2009
ECLI
ECLI:NL:HR:2009:BB3463
Formele relaties
Zaaknummer
43562

Inhoudsindicatie

Belanghebbende is een buiten de EU gevestigd reisbureau dat all-inclusive reizen naar Nederland aanbiedt. Zij heeft geen vaste inrichting in Nederland. Belanghebbende treedt op eigen naam en voor eigen rekening op jegens haar klanten en is ter zake ondernemer in de zin van artikel 7, lid 1, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB). In geschil is of belanghebbende recht heeft op teruggaaf van aan haar in rekening gebrachte Nederlandse omzetbelasting. In verband hiermee komt tevens de vraag op of belanghebbende één dan wel meerdere prestaties jegens derden heeft verricht en waar deze prestatie(s) heeft/hebben plaatsgevonden.

Uitspraak

nr. 43.562

15 mei 2009

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] , Zwitserland (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 11 augustus 2006, nr. 03/02522, betreffende een beschikking inzake teruggaaf van omzetbelasting.

1. Het geding in feitelijke instantie

Belanghebbende heeft verzocht om teruggaaf van omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001. Dit verzoek is door de Inspecteur bij beschikking van 13 december 2002 afgewezen, welke beschikking, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.

Het Hof heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en gedeeltelijk teruggaaf verleend.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij drie middelen voorgesteld.

De Minister van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een conclusie van dupliek ingediend.

Op 28 juni 2007 heeft de Advocaat-Generaal W. de Wit geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van 's Hofs uitspraak en de uitspraak van de Inspecteur, alsmede te gelasten dat aan belanghebbende teruggaaf van omzetbelasting wordt verleend.

3. Beoordeling van de middelen

De middelen slagen op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 43569 uitgesproken arrest van de Hoge Raad. 's Hofs uitspraak kan niet in stand blijven. De Hoge Raad kan de zaak afdoen.

4. Proceskosten

De Staatssecretaris van Financiën zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

5. Beslissing

De Hoge Raad:

verklaart het beroep in cassatie gegrond,

vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, alsmede de uitspraak van de Inspecteur,

gelast dat aan belanghebbende een bedrag van ƒ 35.235,31 (€ 15.989,09) aan omzetbelasting wordt terugbetaald,

gelast dat de Staat aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van de behandeling van het beroep in cassatie verschuldigd geworden griffierecht ten bedrage van € 422, en

veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 1932 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en wijst de Staat aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.

Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens, E.N. Punt, J.A.C.A. Overgaauw en P.M.F. van Loon, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2009.