Hoge Raad, 15-12-2009, BJ7799, 08/00154 B
Hoge Raad, 15-12-2009, BJ7799, 08/00154 B
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 december 2009
- Datum publicatie
- 16 december 2009
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2009:BJ7799
- Formele relaties
- Conclusie:
- Zaaknummer
- 08/00154 B
Inhoudsindicatie
Beklag. Niet in openbaar uitgesproken beschikking. Ingevolge art. 24.1 Sv moet de beschikking in het openbaar worden uitgesproken. De HR zal doen wat de Rb had behoren te doen en zelf de ongegrondverklaring van het beklag ter openbare terechtzitting uitspreken (vgl. HR LJN ZC4031 en HR ).
Uitspraak
15 december 2009
Strafkamer
Nr 08/00154 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Amsterdam van 6 december 2007, nummer RK 07/4316, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klaagster], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980, wonende te [woonplaats].
en
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klagers. Namens deze hebben mr. G.P. Hamer en mr. B.P. de Boer, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1. Het middel behelst de klacht dat de beschikking niet in het openbaar is uitgesproken.
2.2. De behandeling van het klaagschrift door de raadkamer heeft plaatsgevonden in het openbaar. Ingevolge art. 24, eerste lid, Sv moet de beschikking dan in het openbaar worden uitgesproken. Uit de op de voet van art. 447, tweede lid, Sv aan de Hoge Raad gezonden stukken kan niet blijken - ook niet na het onderzoek naar aanleiding van het door mr. De Boer, voornoemd, aan de rolraadsheer gedane verzoek om toezending van een afschrift van het proces-verbaal inzake de uitspraak van de bestreden beschikking - dat dit is geschied, zodat het ervoor moet worden gehouden dat zij niet in het openbaar is uitgesproken.
2.3. De Hoge Raad zal doen wat de Rechtbank had behoren te doen en zelf de ongegrondverklaring van het beklag ter openbare terechtzitting uitspreken (vgl. HR 3 mei 1989, LJN ZC4031, NJ 1991, 167 en HR 22 november 1996, , NJ 1997, 205).
3. Beoordeling van het tweede middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink, J. de Hullu, C.H.W.M. Sterk en M.A. Loth, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 december 2009.