Hoge Raad, 02-10-2009, BJ9109, 08/01640
Hoge Raad, 02-10-2009, BJ9109, 08/01640
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2009
- Datum publicatie
- 2 oktober 2009
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2009:BJ9109
- Zaaknummer
- 08/01640
Inhoudsindicatie
Douanerechten; posten 0703 en post 0712 van de GN; tariefindeling van knoflookbollen; uitlegging van begrip 'gedroogd'; prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie EG.
Uitspraak
nr. 08/01640
2 oktober 2009
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 26 februari 2008, nrs. DK 06/00306, DK 06/00357 en DK 06/00358, betreffende aan X B.V. te Z (hierna: belanghebbende) gerichte uitnodigingen tot betaling van douanerechten.
1. Het geding in feitelijke instanties
Van belanghebbende zijn bij op twee aanslagbiljetten van 16 augustus 2005 en bij op één aanslagbiljet van 2 september 2005 verenigde uitnodigingen tot betaling douanerechten geheven. De uitnodigingen tot betaling zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.
De Rechtbank te Haarlem (nrs. AWB 06/2746, AWB 06/2747 en AWB 06/2748) heeft de tegen die uitspraken ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraken van de Rechtbank en die van de Inspecteur alsmede de uitnodigingen tot betaling vernietigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Geding in cassatie
De Staatssecretaris heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
De Staatssecretaris heeft een conclusie van repliek ingediend.
3. Beoordeling van het middel
3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1. Belanghebbende, douane-expediteur, heeft in de periode 9 december 2004 tot en met 6 juni 2005 15 maal aangifte gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van partijen knoflookbollen (hierna: de knoflook), die zich ten tijde van de invoer bevonden in koelcontainers en afkomstig waren uit China. In de invoeraangiften is telkens postonderverdeling 0712 90 90 van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: de GN) vermeld, en zijn de goederen omschreven als 'garlic', 'dried garlic' of 'white dry garlic'.
Nadat de knoflook door de douane was vrijgegeven, is deze overgebracht naar een gekoelde ruimte van een opslagbedrijf te T en bij een temperatuur van minus 3 graden Celsius bewaard.
3.1.2. De Inspecteur heeft in augustus 2005 een administratieve controle verricht bij het bedrijf van belanghebbende en een aantal bescheiden uit de administratie meegenomen.
Uit onder meer deze bescheiden heeft de Inspecteur afgeleid dat goederen zijn ingevoerd die moeten worden ingedeeld als gekoelde knoflook in postonderverdeling 0703 20 00 van de GN. Daarop heeft hij de onderwerpelijke uitnodigingen tot betaling vastgesteld. Nadien heeft de douane in december 2005 een monster genomen van een van de ingevoerde partijen knoflookbollen, die (nog) lag opgeslagen in de hiervoor genoemde opslagruimte, dat monster doen onderzoeken en de resultaten van dat onderzoek in de bezwaar- en beroepsprocedure mede ten grondslag gelegd aan zijn standpunt dat de knoflook moet worden ingedeeld onder post 0703 van de GN.
3.2.1. Het Hof heeft - voor zover in cassatie van belang - geoordeeld dat op het tijdstip van de monsterneming in december 2005 in de opslagplaats te T een substantieel gedeelte van de knoflook niet meer aanwezig was en de mogelijkheid niet kan worden uitgesloten dat de wel nog aanwezige partijen van de knoflook door de langdurige opslag een verandering hebben ondergaan, zodat bij het onderzoek niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 78 van het Communautair Douanewetboek. Dit oordeel wordt in cassatie niet bestreden. Het Hof heeft vervolgens geoordeeld dat de Inspecteur ook anderszins niet aannemelijk heeft gemaakt dat er grond was om van de aangegeven post 0712 van de GN af te wijken.
3.2.2. Het middel verzet zich tegen het hiervoor in 3.2.1 laatstvermelde oordeel met het betoog dat knoflookbollen moeten worden ingedeeld in postonderverdeling 0703 20 00 van de GN omdat knoflook in deze vorm (bollen) niet voldoende gedroogd kan zijn in de zin van tariefpost 0712. Dat is uitsluitend het geval als het gaat om knoflook in de vorm van vlokken of van poeder en het staat vast dat het niet gaat om knoflook in deze vorm, aldus het middel.
3.3.1. De postonderverdelingen 0703 20 00 en 0712 90 90 van de GN zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 1789/2003 en in Verordening (EG) nr. 1810/2004, waarin opgenomen zijn de versie van de GN voor het jaar 2004 respectievelijk 2005, luiden als volgt:
Post 0703 20 00:
0703 Uien, sjalotten, knoflook, prei en andere looksoorten, vers of gekoeld:
(...)
0703 20 00- knoflook
Post 0712 90 90:
0712 Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid:
(...)
0712 90 90-- andere
3.3.2. De toelichting van de Internationale Douaneraad, thans Werelddouaneorganisatie (hierna: WDO), op hoofdstuk 7 van het Geharmoniseerde Systeem (hierna: het GS) vermeldt, voor zover relevant, het volgende:
'This Chapter covers vegetables, including the products listed in Note 2 to the Chapter, whether fresh, chilled, frozen (uncooked or cooked by steaming or boiling in water), provisionally preserved or dried (including dehydrated, evaporated or freeze-dried).
(...)
The term 'chilled' means that the temperature of a product has been reduced, generally to around 0 °C, without the product being frozen. However, some products, such as potatoes, may be considered to be chilled when their temperature has been reduced to and maintained at + 10 °C.
(...)
Unless the context otherwise requires, vegetables of this Chapter may be whole, sliced, chopped, shredded, pulped, grated, peeled or shelled.
(...)
Vegetables not presented in a state covered by any heading of this Chapter are classified in Chapter 11 or Section IV. For example, flour, meal and powder of dried leguminous vegetables and flour, meal, powder, flakes, granules and pellets, of potatoes are classified in Chapter 11 and vegetables prepared or preserved by any process not provided for in this Chapter fall in Chapter 20.'
3.3.3. De toelichting op post 0712 van het GS vermeldt onder meer:
'This heading covers vegetables of headings 07.01 to 07.09 which have been dried (including dehydrated, evaporated or freeze-dried) i.e., with their natural water content removed by various processes. The principle kinds of vegetables treated in this way are potatoes, onions, mushrooms, wood ears (...), jelly fungi (...), truffles, carrots, cabbage and spinach. They are usually prepared in strips or slices, either of one variety or mixed (julienne).
The heading also covers dried vegetables, broken or powdered, such as (...) garlic (...), generally used either as flavouring materials or in the preparation of soups.
(...)'
3.4.1. In het onderhavige geding staat centraal de afbakening van post 0703 van de GN ten opzichte van post 0712 van de GN, waarbij 'gedroogd' in tariefpost 0712 staat tegenover 'vers of gekoeld' in tariefpost 0703.
3.4.2. In het arrest van 15 juni 1976, Firma Walter J. Riemer, 120/75, punt 3, heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen de term 'vers' in post 0808 van het Gemeenschappelijk douanetarief uitgelegd als betrekking hebbend op bessen die in de natuurlijke toestand verkeren waarin zij zijn geoogst, en geen van de vormen van conservering of behandeling genoemd in de posten 08.10, 08.11, 08.12 en 20.06 hebben ondergaan. Niet valt in te zien dat de in dit arrest door het Hof van Justitie gegeven uitlegging van de term 'vers' niet zou gelden voor de uitlegging van de term 'vers' in tariefpost 0703, zodat daarvan bij de uitleg van het begrip 'verse groente' als bedoeld in post 0703 zal worden uitgegaan.
3.4.3. Vast staat dat in het onderhavige geval niet is ingevoerd knoflook in de vorm van vlokken of poeder (genoemd in de hiervoor in 3.3.3 aangehaalde toelichting van de WDO op post 0712, laatste alinea). Niet is uitgesloten - en in cassatie moet daarvan worden uitgegaan - dat knoflookbollen zijn ingevoerd die in meerdere of mindere mate gedroogd zijn, al dan niet als gevolg van een warmtebehandeling, zonder dat al het natuurlijk in het product voorkomende vocht of nagenoeg al dat vocht is onttrokken. Knoflook(bollen) in deze vorm worden - meestal niet gekoeld - in de winkel aangeboden als gedroogde knoflook, naast knoflook die niet is gedroogd en meestal wel in koelschappen aan de consument wordt aangeboden.
Het uitgangspunt in cassatie is derhalve dat de onderwerpelijke knoflook - vanwege een drogingsproces -ten tijde van de invoer niet meer in de natuurlijke verse staat verkeerde waarin deze was geoogst, want deze was in enigerlei mate gedroogd (en tevens gekoeld).
3.4.4. De vraag rijst onder welke tariefpost groenten (knoflook) moeten worden ingedeeld, die zijn gedroogd zonder dat (nagenoeg) al het vocht aan het product is onttrokken, met andere woorden wat de betekenis is van 'gedroogd' in post 0712 van de GN.
Wat de mate van droging betreft geven de bewoordingen van tariefpost 0712 geen aanwijzing. Niet wordt aangegeven hoeveel vocht aan de groenten ten minste moet zijn onttrokken.
De hiervoor in 3.3.3 aangehaalde toelichting van de WDO op tariefpost 0712 biedt steun voor de uitlegging dat onder die post vallen groenten waaraan (nagenoeg) al het vocht is onttrokken. Indien een product weliswaar is gedroogd, maar nog steeds een niet te verwaarlozen deel van het oorspronkelijke vocht bevat, zou indeling onder tariefpost 0712 niet mogelijk zijn. Voor groenten die (nagenoeg) volledig zijn gedroogd, geldt dat zij niet meer met het oog op hun bewaring in goede staat hoeven te worden gekoeld, waardoor een samenloop met post 0703 van de GN praktisch is uitgesloten.
3.4.5. Anderzijds kan gelet op de hiervoor in 3.3.3 aangehaalde toelichting van de WDO op post 0712 niet zonder meer worden uitgesloten dat ook groenten die niet in zo vergaande mate zijn gedroogd, dat daaraan al het vocht of nagenoeg al het vocht is onttrokken, onder deze post worden ingedeeld, ook indien deze gekoeld worden ingevoerd met het oog op hun bewaring in goede staat. Gezegd zou kunnen worden dat de producten door deze in enige mate te drogen niet meer in verse staat zijn, zodat indeling onder post 0703 is uitgesloten, en dat de omstandigheid dat ze gekoeld zijn daaraan niet afdoet.
3.5. Gelet op hetgeen hiervoor in 3.3 en 3.4 is overwogen bestaat twijfel over de reikwijdte van de posten 0703 en 0712 van de GN. Aangezien zich aldus een vraag van uitlegging van communautaire bepalingen voordoet, zal de Hoge Raad op de voet van artikel 234 EG aan het Hof van Justitie verzoeken om een prejudiciële beslissing dienaangaande.
4. Beslissing
De Hoge Raad verzoekt het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen uitspraak te doen over de volgende vraag:
Aan de hand van welke criteria moet worden bepaald of groenten (knoflookbollen) die in enigerlei mate zijn gedroogd, maar waaraan niet (nagenoeg) al het vocht is onttrokken, en die in gekoelde staat worden ingevoerd, zijn in te delen in postonderverdeling 0703 20 00 van de GN dan wel in postonderverdeling 0712 90 90 van de GN?
De Hoge Raad houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat het Hof van Justitie naar aanleiding van vorenstaand verzoek uitspraak heeft gedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens, E.N. Punt, P.M.F. van Loon en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2009.