Home

Hoge Raad, 10-09-2010, BN6300, 09/03346

Hoge Raad, 10-09-2010, BN6300, 09/03346

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
10 september 2010
Datum publicatie
10 september 2010
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BN6300
Formele relaties
Zaaknummer
09/03346

Inhoudsindicatie

artikel 17, lid 2, Wet WOZ. Bij waardebepaling dient geen rekening te worden gehouden met werking voorkeursrecht op basis van Wet voorkeursrecht gemeenten.

Uitspraak

Nr. 09/03346

10 september 2010

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 13 augustus 2009, nr. P07/00295, betreffende een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken.

1. Het geding in feitelijke instanties

Ten aanzien van belanghebbende is bij beschikking de waarde van de onroerende zaak a-straat 1 te Z voor het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006 vastgesteld.

Na door belanghebbende daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar van de gemeente Heiloo bij uitspraak de waarde verminderd.

De Rechtbank te Alkmaar (nr. 06/498 WOZ) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Het Hof heeft het hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Rechtbank en die van de heffingsambtenaar vernietigd, en de waarde verminderd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heiloo heeft een verweerschrift ingediend.

3. Beoordeling van de klachten

3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

3.1.1. Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak a-straat 1 te Z (hierna: de onroerende zaak).

3.1.2. Op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten is sinds het jaar 2000 op de onroerende zaak een voorkeursrecht gevestigd (hierna: het voorkeursrecht). Het voorkeursrecht houdt in dat de gemeente Heiloo, op het moment dat belanghebbende de onroerende zaak te koop aanbiedt, als eerste de gelegenheid moet worden geboden om de onroerende zaak te kopen.

3.2. Voor het Hof was onder meer in geschil of bij de waardebepaling van de onroerende zaak rekening moet worden gehouden met het voorkeursrecht. Het Hof heeft die vraag ontkennend beantwoord. Tegen dit oordeel is een klacht gericht.

3.3. Deze klacht faalt. Het Hof heeft met juistheid geoordeeld dat bij de waardebepaling geen rekening dient te worden gehouden met de werking van het voorkeursrecht. De Wet voorkeursrecht gemeenten bevat immers een regeling die waarborgt dat de verkoper bij uitoefening van dat recht door de gemeente de werkelijke waarde van het object vergoed krijgt. Hiermee verdraagt zich niet dat aangenomen wordt dat dit recht van invloed is op de waarde die in het kader van de uitvoering van de Wet WOZ moet worden vastgesteld.

3.4. De klachten kunnen ook voor het overige niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu die klachten in zoverre niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.W. van den Berge als voorzitter, en de raadsheren J.W.M. Tijnagel en A.H.T. Heisterkamp, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 10 september 2010.